Beoordeling
5. Infomedics baseert haar vordering op nakoming van de tussen de tandarts en [gedaagde] gesloten behandelingsovereenkomst. Deze overeenkomst is niet schriftelijk gesloten, zo wordt onweersproken gesteld door Infomedics.
6. De tandarts is als handelaar aan te merken. [gedaagde] is consument, althans wordt vermoed consument te zijn. Nu de onderhavige overeenkomst een geneeskundige behandelingsovereenkomst betreft, hoeft niet te worden getoetst of is voldaan aan de informatieverplichtingen van artikel 6:230l Burgerlijk Wetboek (hierna: BW) en verder (zie artikel 6:230h lid 2 onder d BW).
7. Aan de orde is de vraag of [gedaagde] gehouden is de onder 1.3 vermelde factuur te betalen. Daartoe overweegt de kantonrechter het volgende.
8. [gedaagde] heeft niet gereageerd op de nadere stellingen van Infomedics bij repliek en de daarbij overgelegde bewijsstukken, zodat van de juistheid daarvan wordt uitgegaan.
9. De tandarts heeft erkend dat de eerste prothese niet goed is gegaan. Hij verklaart dat dit kwam doordat [gedaagde] lang zonder prothesen is geweest en dat het erg moeilijk was om de juiste beet van [gedaagde] te herstellen. Als onweersproken is door Infomedics gesteld dat de tandarts telkens op de berichten van [gedaagde] heeft gereageerd, en dat [gedaagde] eind juni een goede boven- en onderprothese heeft gekregen. Dat [gedaagde] ontevreden is over de behandelingen, is vervelend. Onvoldoende staat echter vast dat de tandarts dermate tekort is geschoten in het nakomen van de overeengekomen behandeling dat dit opschorting van de betaling rechtvaardigt. Ook is niet gebleken van het indienen van een klacht door [gedaagde] bij de tandarts, waardoor ook daarin geen reden ligt om de betaling op te schorten.
10. [gedaagde] voert voorts aan dat de afspraak met de tandarts was dat hij ongeveer € 700,00 zou betalen en dat hij bereid is het bedrag te betalen wat oorspronkelijk was afgesproken. Nu de hoofdsom € 377,45 bedraagt en door [gedaagde] niet nader is toegelicht dat hij meer dient te betalen dan de overeengekomen € 700,00 ziet de kantonrechter geen reden om op die grond de vordering af te wijzen.
11. Redenen van financiële aard, hoe vervelend ook voor [gedaagde] , doen aan de verschuldigdheid van de vordering niet af. Infomedics heeft gemotiveerd gesteld dat er een betalingsregeling is getroffen, maar dat enige betaling is uitgebleven. Gelet op al hetgeen hiervoor is overwogen wordt de gevorderde hoofdsom toegewezen. Indien [gedaagde] een betalingsregeling wil treffen, dient hij zich te wenden tot de gemachtigde van Infomedics.
12. Omdat [gedaagde] een consument is moet de kantonrechter ambtshalve onderzoeken of de bedingen die in de tussen partijen gesloten overeenkomst staan, niet oneerlijk zijn in de zin van Richtlijn 93/12/EEG betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (hierna: de richtlijn).
13. Volgens artikel 3, lid 1 van de richtlijn wordt een beding in een overeenkomst waarover niet afzonderlijk is onderhandeld, als oneerlijk beschouwd indien het, in strijd met de goede trouw, het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van de partijen ten nadele van de consument aanzienlijk verstoort. Op grond van de bijlage bij deze richtlijn kan een beding dat tot doel of tot gevolg heeft de consument die zijn verbintenissen niet nakomt, een onevenredig hoge schadevergoeding op te leggen, als oneerlijk beding worden aangemerkt (artikel 1, onder e, van de bijlage in samenhang met artikel 3, lid 3, van de richtlijn).
14. [gedaagde] is als consument slechts de kosten als bedoeld in het Besluit vergoeding buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd, voor zover is voldaan aan het bepaalde in artikel 6:96 van het Burgerlijk Wetboek. Als onweersproken wordt door Infomedics gesteld dat er geen schriftelijke overeenkomst is met de tandarts en dat er geen algemene voorwaarden van toepassing zijn op de behandelingsovereenkomst. Infomedics stelt verder bij dagvaarding dat de op de achterzijde van de factuur opgenomen betalingsvoorwaarden bepalingen betreffen die rechtstreeks uit de wet voortvloeien. De bepaling in de door Infomedics gehanteerde betalingsvoorwaarden met betrekking tot de verschuldigdheid van rente en incassokosten (zie hiervoor onder r.o. 1.4) verwijst echter niet naar de wettelijke bepalingen omtrent rente en incassokosten en specificeert niet nader hoe hoog de kosten zijn die in rekening zullen worden gebracht, noch wordt er een maximum aan verbonden. Infomedics stelt in de dagvaarding weliswaar dat zij zich niet op deze betalingsvoorwaarden beroept, maar uit het feit dat deze zijn afgedrukt op de achterzijde van de aan [gedaagde] verzonden factuur maakt de kantonrechter op dat Infomedics van mening is dat zij zich daarop wel zou kunnen beroepen. Dit kan ertoe leiden dat onbeperkte kosten voor rekening van de consument komen. Hiermee wordt het evenwicht ten nadele van de consument onevenredig verstoord. Daarmee wordt het beding als oneerlijk beoordeeld en is de consument daaraan niet gebonden. Nu sprake is van een oneerlijk beding, is terugvallen op de wettelijke regeling niet mogelijk, zie HvJ EU 27 januari 2021, ECLI:EU:2021:68. Alleen door op deze wijze afschrikkend, evenredig en doeltreffend te sanctioneren, wordt de beoogde doelstelling van de gemeenschapswetgever bereikt en verdwijnen oneerlijke bedingen uit overeenkomsten met consumenten. Dit betekent dat de gevorderde buitengerechtelijke kosten en de gevorderde rente niet toewijsbaar zijn.
15. [gedaagde] wordt als de in het ongelijk gestelde partij met de proceskosten belast.