Op 9 maart 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam in een strafzaak uitspraak gedaan tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan het voorhanden hebben van vuurwapens en munitie. De zaak betreft een incident dat plaatsvond op 4 december 2020, waarbij de verdachte in de lift van een flat in Amsterdam werd aangetroffen met een tas waarin een BBM-vuurwapen, een stroomstootwapen en munitie waren verstopt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op uitnodiging van een medeverdachte naar de opname van een videoclip was gegaan en dat hij een van de wapens in zijn handen had gehad. De officier van justitie eiste een gevangenisstraf van zes maanden, maar de rechtbank oordeelde dat de ernst van de feiten een hogere straf rechtvaardigde. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van acht maanden, waarbij de rechtbank rekening hield met de gevaarlijkheid van het bezit van dergelijke wapens in de openbare ruimte. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van het medeplegen van het voorhanden hebben van een Zoraki-pistool, omdat dit wapen niet in de tas van de verdachte was aangetroffen. De rechtbank heeft de beslissing gegrond op de artikelen 55 en 57 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.