ECLI:NL:RBAMS:2023:1517
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in strafzaak wegens medeplegen van vuurwapens en munitie
Op 9 maart 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in 2000, die werd beschuldigd van het medeplegen van het voorhanden hebben van twee vuurwapens en een stroomstootwapen, evenals munitie, op 4 december 2020 te Amsterdam. De zaak werd behandeld door de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, waarbij het onderzoek ter terechtzitting plaatsvond op 23 februari 2023. De officier van justitie, mr. A.C. Kramer, heeft zijn vordering gepresenteerd, terwijl de verdachte en zijn raadsvrouw, mr. T. de Wit, hun standpunten naar voren hebben gebracht.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat zij bevoegd was om kennis te nemen van de ten laste gelegde feiten. Er waren geen redenen voor schorsing van de vervolging. Na het horen van de argumenten van beide partijen, heeft de rechtbank geconcludeerd dat het ten laste gelegde niet bewezen kon worden. De rechtbank heeft het standpunt van zowel de officier van justitie als de raadsvrouw gevolgd en heeft de verdachte vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten.
In de beslissing heeft de rechtbank ook het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte opgeheven. Dit vonnis is uitgesproken op de openbare terechtzitting van 9 maart 2023, door de voorzitter mr. A.C.J. Klaver en de rechters mrs. E. van den Brink en A. Briejer, in aanwezigheid van griffier mr. K. Spanjaart.