ECLI:NL:RBAMS:2023:1505
Rechtbank Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Klaagschrift ex art. 552a Sv betreffende inbeslagname van contante geldbedragen en mobiele telefoons
Op 14 maart 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin een klaagschrift is ingediend op grond van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering (Sv). De klager, die in verband wordt gebracht met een strafvorderlijk onderzoek naar grootschalige cocaïnehandel, verzocht om teruggave van inbeslaggenomen voorwerpen, waaronder een geldbedrag van € 229.019,07 en twee mobiele telefoons. De inbeslagname vond plaats op 21 juni 2022 tijdens een doorzoeking van de woning van de klager. De klager stelde dat het geld uit legale bronnen afkomstig was en dat het belang van strafvordering zich niet meer tegen teruggave verzet, gezien de lange duur van het beslag en de impact op zijn onderneming.
Het Openbaar Ministerie (OM) verzette zich tegen de teruggave en stelde dat er nog onderzoek gaande was naar de herkomst van het geld en de telefoons. De rechtbank oordeelde dat het belang van strafvordering zich op dit moment nog tegen teruggave verzet, omdat het onderzoek naar de telefoons nog niet was afgerond en er voldoende redenen waren om aan te nemen dat het in beslag genomen geld mogelijk van misdrijf afkomstig was. De rechtbank verklaarde het beklag ongegrond, waarbij zij benadrukte dat de klager ontvankelijk was in zijn beklag en dat de rechtbank bevoegd was om te oordelen. De beslissing werd openbaar uitgesproken op dezelfde dag.