Op 21 februari 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1984, die sinds 2005 ter beschikking is gesteld voor verpleging. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, toegewezen. De terbeschikkinggestelde is gediagnosticeerd met een antisociale persoonlijkheidsstoornis en heeft ook trekken van een narcistische persoonlijkheidsstoornis en psychopathie. Hij verblijft momenteel in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) en heeft sinds de toekenning van de LFPZ-status in 2020 geen incidenten meer vertoond.
De rechtbank heeft de processtukken en het advies van de deskundige in overweging genomen. De deskundige heeft bevestigd dat de problematiek van de terbeschikkinggestelde moeilijk te beïnvloeden is door behandeling en dat hij nog langdurig afhankelijk zal zijn van een beveiligd kader. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veiligheid van anderen eist dat de terbeschikkingstelling wordt verlengd, gezien de aanhoudende antisociale gedragingen van de terbeschikkinggestelde en het risico van terugval in gewelddadig gedrag zonder de tbs-maatregel.
De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengd. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, en is openbaar uitgesproken.