Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
1.LXA N.V.,
2.
[eiser 2],
Rechtbank Amsterdam
In deze vrijwaringszaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 8 februari 2023 uitspraak gedaan in de procedure tussen LXA N.V. en Liberty Mutual Insurance Europe SE. LXA, vertegenwoordigd door mr. M.W. Bijloo, heeft een vordering ingesteld tegen Liberty, vertegenwoordigd door mr. P.R. van der Vorst, met betrekking tot een excedentverzekering. De zaak is ontstaan uit een beroepsfout van een advocaat van LXA, die heeft geleid tot een schadeclaim van ongeveer € 20 miljoen door ZND c.s. tegen LXA. De rechtbank heeft in de hoofdzaak geoordeeld dat de advocaat van LXA een beroepsfout heeft gemaakt, wat heeft geleid tot een gedeeltelijke ontbinding van de overeenkomst van opdracht en een terugbetalingsverplichting van LXA van ongeveer € 50.000 aan ZND c.s.
In de vrijwaringsprocedure vorderde LXA dat Liberty zou worden veroordeeld om te betalen voor de schade die LXA mogelijk zou moeten vergoeden aan ZND c.s., boven het bedrag dat onder de primaire verzekering is gedekt. Liberty heeft verweer gevoerd en geconcludeerd tot niet-ontvankelijkheid van LXA c.s. of tot afwijzing van de vordering. De rechtbank heeft geoordeeld dat de vordering van LXA c.s. moet worden afgewezen, omdat het bedrag waartoe LXA in de hoofdzaak is veroordeeld lager is dan het bedrag dat onder de primaire verzekering is gedekt. LXA c.s. heeft dus geen recht op dekking onder de excedentverzekering van Liberty.
De rechtbank heeft LXA c.s. hoofdelijk in de proceskosten veroordeeld, die zijn vastgesteld op € 5.396,00, te vermeerderen met wettelijke rente. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door de rechters Q.R.M. Falger, H.J. Schaberg en R. Le Grand.