ECLI:NL:RBAMS:2023:1458
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verklaringsprocedure bij loonbeslag en de gevolgen voor de werkgever
In deze zaak, behandeld door de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam, staat de verklaring van een werkgever centraal in het kader van een loonbeslag. De eiser, Stichting Duwo, heeft beslag gelegd op het loon van een werknemer, [naam], die een schuld van € 9.840,34 heeft. De werkgever, [gedaagde], is verplicht om een verklaring te geven over het loon dat door het beslag wordt getroffen. Tot aan de procedure heeft [gedaagde] deze verklaring niet afgegeven, wat leidt tot de vordering van Duwo om de volledige schuld op [gedaagde] te verhalen.
De procedure begon met een dagvaarding op 26 september 2022, gevolgd door een mondelinge behandeling op 3 januari 2023. Tijdens deze zitting heeft [gedaagde] geen bewijsstukken overlegd, maar later zijn er documenten ingediend die de loonbetalingen aan [naam] onderbouwen. De rechtbank heeft vastgesteld dat [gedaagde] haar verklaringsplicht niet volledig is nagekomen, maar dat de feitelijke loonbetalingen voldoende zijn om aan te tonen dat [gedaagde] aan haar verplichtingen heeft voldaan.
De rechtbank oordeelt dat [gedaagde] alsnog moet betalen aan Duwo, omdat het loon boven de beslagvrije voet van € 918,00 moet worden afgedragen. De kantonrechter heeft [gedaagde] veroordeeld tot betaling van € 1.746,00, vermeerderd met wettelijke rente, en heeft de proceskosten aan de zijde van Duwo toegewezen. De uitspraak is gedaan op 17 maart 2023.