ECLI:NL:RBAMS:2023:1443

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
8 maart 2023
Publicatiedatum
15 maart 2023
Zaaknummer
C/13/728791 / KG ZA 23-56
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van een omklapwoning in het kader van zorgverlening en overlast door de huurder

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 8 maart 2023 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Stichting perMens en de bewindvoerder van een huurder, aangeduid als [gedaagde]. De eiseres, Stichting perMens, vorderde ontruiming van de woning die aan [gedaagde] was verhuurd in het kader van zorgverlening. De rechtbank oordeelde dat [gedaagde] niet in staat was om zelfstandig te wonen en dat hij ernstige overlast veroorzaakte voor omwonenden. Ondanks meerdere waarschuwingen van Stichting perMens, bleef [gedaagde] zich niet aan de afspraken houden, wat leidde tot de beëindiging van de zorg- en huurovereenkomst. De rechtbank oordeelde dat de onderhuurovereenkomst eindigde met de beëindiging van de zorgovereenkomst, waardoor [gedaagde] geen recht op huurbescherming had. De voorzieningenrechter oordeelde dat er voldoende spoedeisend belang was voor de ontruiming, gezien de aanhoudende overlast en de impact daarvan op de buurt. De ontruiming werd toegewezen met een uiterlijke datum van 22 maart 2023, en er werd een dwangsom opgelegd voor het geval [gedaagde] niet vrijwillig zou vertrekken. Tevens werd [gedaagde] veroordeeld tot betaling van achterstallige huur en proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/728791 / KG ZA 23-56 IHJK/MvG
Vonnis in kort geding van 8 maart 2023
in de zaak van
de stichting
STICHTING PERMENS,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres bij dagvaarding van 8 februari 2023,
advocaat mr. L.L.M.M. Smeets te Amsterdam,
tegen
de stichting
STICHTING CENTRALE ADMINISTRATIE VOOR VOORZIENINGEN OP HET GEBIED VAN DE GEZONDHEIDS- EN WELZIJNSZORG,
gevestigd te Amsterdam,
in haar hoedanigheid van bewindvoerder van
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. A. Hashem Jawaheri te Amsterdam.
Eiseres zal hierna Stichting perMens worden genoemd. Gedaagde zal hierna de bewindvoerder en/of [gedaagde] worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Tijdens de mondelinge behandeling op 20 februari 2023 heeft Stichting perMens de vordering toegelicht. Mr. Hashem Jawaheri heeft namens [gedaagde] verweer gevoerd. Stichting perMens heeft producties in het geding gebracht. Aanvankelijk was vonnis bepaald op 6 maart 2023. Aan partijen is vervolgens bericht dat vonnis wordt gewezen op 8 maart 2023.
1.2.
Bij de mondelinge behandeling waren aanwezig:
- aan de zijde van Stichting perMens: [naam 1] , ambulant begeleider en zorgcoördinator, [naam 2] , medewerker Zorg en Overlast bij Stadgenoot, met mr. Smeets;
- aan de zijde van [gedaagde] : mr. A. Hashem Jawaheri.
2. De feiten
2.1.
Stichting perMens is een zorginstelling die als missie heeft om de cirkel van afhankelijkheid, onmacht en uitsluiting van haar cliënten te doorbreken door hen te begeleiden om op een duurzame wijze zelfstandig te kunnen wonen en leven.
2.2.
In 2015 is Stichting perMens gestart met het begeleiden van [gedaagde] . In de beginfase van de zorgverlening was [gedaagde] woonachtig in een zo geheten herstartstudio aan de [locatie] , die hij huurde van Stichting perMens.
2.3.
Stichting perMens huurt van Woningbouwvereniging Stadgenoot de woning aan de [adres] (hierna: de woning). Het betreft een zogeheten omklapwoning: een woning die in eerste instantie door Stichting perMens aan de cliënt in het kader van de (woon)begeleiding wordt onderverhuurd, waarbij de begeleiding stap voor stap wordt afgeschaald, met de bedoeling dat de cliënt volledig zelfstandig in de woning gaat wonen en de huurovereenkomst tussen Stichting perMens en Stadgenoot ‘omklapt’ op naam van de cliënt.
2.4.
Op grond van een op 1 april 2020 tussen (de rechtsvoorganger van) Stichting perMens en [gedaagde] gesloten “
Onderhuurovereenkomst zelfstandige woonruimte als onderdeel van zorg- en dienstverlening Stichting Volksbond Streetcornerwork” verhuurt Stichting perMens vanaf die dag de woning aan [gedaagde] . In deze overeenkomst is, voor zover van belang, het volgende bepaald:

Partijen nemen het volgende in aanmerking:
(…)
Verhuurder heeft uitdrukkelijk niet tot doel als reguliere verhuurder woningen te verhuren.
Alleen in het kader van deze zorg- en dienstverlening stelt verhuurder woonruimte ter beschikking, waarbij het zorgelement te allen tijde voorop staat, hetgeen door huurder ondubbelzinnig wordt onderkend.
(…)
Door de woonruimte gecombineerd met zorg- en dienstverlening aan te bieden, biedt verhuurder de mogelijkheid aan cliënt / huurder om met deze zorg- en dienstverlening zelfstandig te wonen.
Huurder heeft zorg- en dienstverlening nodig in het dagelijkse leven. In verband met landelijke ontwikkelingen zal deze zorg- en dienstverlening geregeld worden in een aparte met verhuurder ondertekende overeenkomst zorg- en dienstverlening, zie bijlage 2.
(…)
In de relatie tussen huurder en verhuurder zal het zorgelement overheersend zijn. De zorg- en dienstverlening door verhuurder en het in huur geven van de woonruimte zijn onverbrekelijk met elkaar verbonden. De onderhuurovereenkomst zal derhalve worden beëindigd wanneer de overeenkomst zorg- en dienstverlening eindigt.
(…)
Huurder onderschrijft de redelijkheid van bovenstaande en is bereid het gehuurde onder deze voorwaarden te huren. (…).”
2.5.
Partijen hebben op 6 april 2020 een overeenkomst zorg- en dienstverlening getekend, die per 1 april 2020 is ingegaan. In deze overeenkomst is vastgelegd dat Stichting perMens de overeenkomst kan opzeggen als een of meer voor [gedaagde] uit de overeenkomst voortvloeiende verplichtingen niet of niet behoorlijk door hem worden nagekomen, of als sprake is van een andere gewichtige reden, zoals het plegen van een strafbaar feit door [gedaagde] .
2.6.
De begeleiding door Stichting perMens heeft zich vooral gericht op de ondersteuning in het vinden van dagbesteding, het afbouwen van methadongebruik en het op afstand houden van onstabiele contacten.
2.7.
Stichting perMens ontvangt sinds maart 2021 klachten van met name één omwonende over door [gedaagde] veroorzaakte overlast. De klachten gaan er over dat verslaafde personen zich ophouden in of rond de woning en over geluidsoverlast (in de nachtelijke uren).
2.8.
Bij brieven van 14 april en 22 juli 2022 heeft Stichting perMens [gedaagde] een eerste respectievelijk tweede waarschuwing gegeven. In deze brieven staat, samengevat, dat [gedaagde] moeilijk te begeleiden is, hij begeleidingsafspraken herhaaldelijk niet nakomt en hij moeilijk meewerkt in het oplossen van overlastklachten.
2.9.
Bij brief van 6 oktober 2022 heeft Stichting perMens [gedaagde] een derde en laatste waarschuwing gegeven. In die brief staat, samengevat, dat hij moet stoppen met het veroorzaken van overlast, bij gebreke waarvan Stichting perMens de zorgovereenkomst zal beëindigen. In de brief staat uitgelegd dat dit betekent dat ook de onderhuurovereenkomst zal eindigen en daarmee voor [gedaagde] het recht op het gebruik van de woning ook zal eindigen.
2.10.
Op 24 oktober 2022 is de voordeur van de woning van [gedaagde] in brand gestoken. Hij heeft hiervan op 25 oktober 2022 aangifte gedaan bij de politie. Stichting perMens heeft aan [gedaagde] een zogenaamde time-out gegeven waarbij hij tijdelijk is overgeplaatst naar de herstartstudio aan de [locatie] . Gedurende de time-out mocht [gedaagde] niet in de woning aanwezig zijn. Hier heeft hij zich niet aan gehouden.
2.11.
Bij brief van 24 november 2022 heeft Stadgenoot, voor zover van belang, het volgende geschreven aan Stichting perMens:

Overlast/brand/drugsdelicten
Uw cliënt veroorzaakt veel problemen. Deze zijn drugs-gerelateerd. Er komen veel
junks/drugsgebruikers bij de heer [gedaagde] over de vloer. Zo blijkt uit verklaringen van diverse
omwonenden (woonachtig op meerdere adressen). Uit hun verklaringen blijkt onder meer dat;
- er wordt gedeald en drugs gebruikt in de woning;
- er veel wordt gevochten in en bij de woning door uw cliënt en door zijn bezoek;
- er wordt veel geschreeuwd;
- er wordt met voorwerpen gegooid;
- om de haverklap wordt er op ramen gebonkt door personen die op bezoek komen bij uw
cliënt. Soms kloppen bezoekers ook op de ramen van omwonenden;
- uw cliënt en zijn bezoek uiten bedreigingen naar omwonenden toe;
- regelmatig komt er politie bij uw cliënt over de vloer; en
- er is tot twee keer toe sprake geweest van brand/brandstichting bij de woning van uw
cliënt (op 11januari 2022 en recent, op 25 oktober 2022).
De overlast vindt zowel overdag als diep in de nacht plaats.
De overlast heeft een grote impact op de buurt; omwonenden – huurders van Stadgenoot – voelen zich niet meer veilig, slapen slecht en zijn angstig.
Sommatie
Gezien het bovenstaande sommeer ik uw organisatie namens Stadgenoot om de heer
[gedaagde] onder te brengen op een ander adres en om de woning vervolgens leeg en ontruimd
en vrij van gebruik en gebruiksrechten aan Stadgenoot op te leveren. Het is niet mogelijk
om een nieuwe cliënt in de woning onder te brengen. De omwonenden hebben de laatste
tijd te veel last gehad van agressief en overlast-gevend gedrag. Stadgenoot wil nu grip
hebben op de toewijzing van de woning (zij wil zelf een bewoner uitzoeken die passend is
voor de woning). Een bewoner waarvan Stadgenoot de overtuiging heeft dat deze zich niet
schuldig zal maken aan overlast-gevend gedrag. (…)”.
2.12.
Bij brief van 29 november 2022 heeft Stichting perMens de overeenkomst zorg- en dienstverlening en de onderhuurovereenkomst met [gedaagde] opgezegd tegen 29 december 2022, omdat het [gedaagde] ondanks meerdere waarschuwingen en een laatste kans niet is gelukt zijn gedrag te verbeteren en hij tijdens de time-out toch in de woning is geweest. Vanwege de feestdagen is de einddatum van de overeenkomsten verzet naar 16 januari 2023.
2.13.
Op 14 februari 2023 zijn twee medewerkers van Stichting perMens langs geweest in de Orteliusstraat om te spreken met omwonenden. Drie omwonenden wilden geen verklaring afleggen. Een omwonende heeft anoniem verklaard veel overlast te ondervinden van junkachtige types en zich hierdoor minder veilig te voelen. Een andere omwonende heeft anoniem verklaard dat er veel junks aan de deur van [gedaagde] komen en dat zij ’s nachts aanbellen bij [gedaagde] waardoor de nachtrust wordt verstoord. Verder verklaart deze omwonende sinds de brand bij [gedaagde] met kleren aan te slapen, zodat hij/zij snel weg kan. Nog een andere omwonende die wel haar naam heeft genoemd heeft als volgt verklaard:
“Ik ben woest en dat weet hij (249). Hij is zo’n nare man, hij licht ze op. Ik heb laatst een gesprek gehad met een verslaafde die mij vertelde dat hij bij de buurman naar binnen gaat en dan geld moet geven en dat hij over een uur terug moet komen. Vervolgens komt hij na een uur terug en dan is de buurman er niet. Dan ontstaat ruzie en wanhoop waardoor de verslaafden overal gaan aanbellen en overlast veroorzaken. Ik snap het wel dat zijn deur in de fik is gezet, hij licht ze op! En die verslaafden zijn ziek hè, hij misbruikt ze gewoon. En dat er mensen in de straat zijn die gaan verhuizen hierom, daar kan ik niet bij met mijn hoofd. (…)”.
2.14.
[naam 2] , medewerker Zorg en Overlast bij Stadgenoot, heeft tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat in het weekend van 18 en 19 februari 2023 politie aan de deur is geweest bij [gedaagde] .

3.Het geschil

3.1.
Stichting perMens vordert samengevat - de bewindvoerder ( [gedaagde] ) te veroordelen:
I. om op straffe van een dwangsom de woning te ontruimen en ontruimd te houden, bij gebreke waarvan Stichting perMens wordt gemachtigd de ontruiming zelf te bewerkstelligen zo nodig met behulp van de sterke arm en op kosten van de bewindvoerder ( [gedaagde] );
II. tot betaling € 649,83 per maand tot en met de dag van de ontruiming;
III. in de proces- en nakosten, beide vermeerderd met wettelijke rente.
3.2.
Stichting perMens stelt hiertoe het volgende. Uitsluitend in het kader van de zorgverlening en begeleiding door Stichting perMens heeft [gedaagde] de woning toebedeeld gekregen. De overeenkomst van perMens met [gedaagde] is een gemengde overeenkomst, vanwege de twee elementen: verzorging en bewoning. In de tussen partijen gesloten overeenkomst staat vermeld dat de zorgverlening het overheersende element is. [gedaagde] komt daarom geen beroep op huurbescherming toe. [gedaagde] stelt zich niet begeleidbaar op. Hij is te kwetsbaar en/of onvoldoende weerbaar gebleken om de aanloop van drugsgebruikers in zijn woning een halt toe te roepen. Hiervan ondervinden omwonenden al langere tijd overlast. De overlastmeldingen houden aan en zijn van dien aard dat Stadgenoot de huurovereenkomst met Stichting perMens niet wil voortzetten. Stichting perMens heeft [gedaagde] tevergeefs gewaarschuwd dat als de overlast niet zou stoppen, hij de woning zal moeten verlaten. Door opzegging van de overeenkomst zorg- en dienstverlening is ook de onderhuurovereenkomst geëindigd. Stichting perMens zal zich ervoor inspannen om een alternatieve plek voor [gedaagde] te vinden.
3.3.
[gedaagde] heeft het volgende verweer gevoerd. Stichting perMens heeft geen spoedeisend belang. De overlast is maanden geleden gestopt. [gedaagde] veroorzaakte zelf geen overlast. Die werd veroorzaakt door derden die bij hem op bezoek kwamen, toen zijn broer tijdelijk bij hem inwoonde. Zij broer was terminaal ziek en is in oktober/november 2022 overleden. De overlast gevende bezoekers waren vrienden van zijn broer. [gedaagde] probeert deze personen nu uit zijn woning te weren en zij komen steeds minder vaak langs. [gedaagde] ziet zichzelf als hulpverlener en biedt hulp een derden die bij hem langskomen. Het is steeds dezelfde persoon geweest die over [gedaagde] heeft geklaagd. Dat is zijn buurman en die mag hem niet. Met de andere omwonenden heeft [gedaagde] normaal contact. [gedaagde] heeft van Stichting perMens onvoldoende steun gekregen om de problemen op te lossen. Ook heeft Stichting perMens hem onvoldoende geholpen bij het vinden van een dagbesteding.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
In een kort geding is een vordering tot ontruiming slechts toewijsbaar indien voldoende aannemelijk is dat de bodemrechter de vordering eveneens toewijst en indien van de eisende partij niet kan worden gevergd dat zij de uitkomst van een bodemprocedure afwacht.
4.2.
De tussen partijen gesloten onderhuurovereenkomst en de als bijlage aan die overeenkomst gehechte overeenkomst van zorg- en dienstverlening vormen een gemengde overeenkomst. Deze overeenkomsten kunnen niet los van elkaar worden gezien en dienen als één geheel van samenhangende verbintenissen te worden beschouwd, waarbij de afspraken omtrent de begeleiding naar zelfstandig wonen de essentie van de rechtsverhouding tussen Stichting perMens en [gedaagde] vormen. De woning is door Stichting perMens aan [gedaagde] buiten de reguliere woonruimteverdeling om verhuurd om het gezamenlijke doel van partijen, het zelfstandig bewonen van de woning door [gedaagde] , te kunnen bereiken. In de onderhuurovereenkomst staat nadrukkelijk dat [gedaagde] zorg- en hulpverlening nodig heeft, die is verbonden aan het in huur geven van de woning en dat de onderhuurovereenkomst wordt beëindigd wanneer de overeenkomst van zorg- en dienstverlening eindigt. Het voorgaande betekent dat [gedaagde] zich niet kan beroepen op huurbescherming en dat indien de begeleidingsovereenkomst eindigt ook de onderhuurovereenkomst eindigt.
4.3.
De woning waarin [gedaagde] woont is een zogenaamde omklapwoning. De woning wordt verhuurd met het oog op de zorg of dienstverlening en is een middel om het doel (zelfstandig wonen) te kunnen bereiken. Als [gedaagde] laat zien dat hij zelfstandig kan wonen, wordt de tussen Stichting perMens en Stadgenoot gesloten huurovereenkomst omgezet op naam van [gedaagde] (‘omgeklapt’ naar rechtstreekse verhuur). Een omklapwoning is de laatste fase van een begeleidingstraject uit de maatschappelijke opvang en begeleid wonen naar zelfstandig wonen.
4.4.
Uit hetgeen partijen hebben aangevoerd en aan stukken hebben overgelegd, is gebleken dat [gedaagde] niet in staat is zelfstandig in de woning te wonen. Voorshands is voldoende aannemelijk dat [gedaagde] (en zijn bezoek) overlast en hinder heeft veroorzaakt aan andere omwonenden. Het lukt [gedaagde] niet om mensen die daar niets te zoeken hebben, uit de woning te weren. Dit komt mede doordat [gedaagde] zichzelf als hulpverlener ziet waardoor ongewenste bezoekers juist naar de woning toekomen. Weliswaar heeft voornamelijk de directe buurman van [gedaagde] geklaagd bij Stichting perMens, maar uit het buurtonderzoek van Stichting perMens en de brief van Stadgenoot volgt dat ook andere omwonenden ernstige overlast ondervinden van [gedaagde] en zijn bezoek. Dat de overlast alleen speelde toen zijn broer tijdelijk bij hem inwoonde is door Stichting perMens gemotiveerd betwist en door [gedaagde] niet onderbouwd. Voorshands wordt geoordeeld dat Stichting perMens die overeenkomst terecht heeft opgezegd tegen (uiteindelijk) 16 januari 2023. Dat betekent dat ook de onderhuurovereenkomst per die datum is geëindigd.
4.5.
[gedaagde] vindt zelf ook dat hij meer zorg nodig heeft. Het verweer van [gedaagde] dat Stichting perMens hem onvoldoende heeft begeleid bij het weren van mensen in zijn woning en bij het vinden van een dagbesteding, gaat echter niet op. De ambulant begeleider van Stichting perMens, een medewerker van Stadgenoot en de wijkagent hebben [gedaagde] geprobeerd te helpen bij het terugdringen van de overlast. Ook heeft de ambulant begeleider aan [gedaagde] meerdere voorstellen gedaan voor een dagbesteding en hiervoor folders aan hem gegeven. In deze fase van het zorgtraject – de laatste stap naar volledige zelfstandigheid – is het aan [gedaagde] om vervolgens zelf actie te ondernemen. Gelet op het karakter van een omklapwoning, hoeft van Stichting perMens niet te worden verwacht dat zij [gedaagde] een langdurig en intensief begeleidingstraject aanbiedt.
4.6.
Stichting perMens heeft een spoedeisend belang bij de ontruimingsvordering. Voorshands is aannemelijk dat omwonenden aanhoudend ernstige overlast van [gedaagde] ondervinden en zich door hem en zijn bezoekers onveilig voelen.
4.7.
Bij deze stand van zaken is voldoende aannemelijk dat de bodemrechter een vordering tot ontruiming zal toewijzen. De gevraagde voorziening zal dan ook worden toegewezen, met dien verstande dat de ontruimingsdatum op uiterlijk 22 maart 2023 wordt bepaald. Dit betekent niet dat [gedaagde] op straat zal komen te staan. Als hij de woning verlaat, zal hij naar verwachting (omdat Stichting perMens zich daarvoor zal inspannen) snel terecht kunnen op een opvanglocatie, waar hij intensievere zorg zal kunnen krijgen.
4.8.
Aan de veroordeling zal een dwangsom worden verbonden. Stichting perMens heeft er belang bij dat [gedaagde] een prikkel heeft tot nakoming van dit vonnis. [gedaagde] zal geen nadeel ondervinden van de dwangsom als hij de woning ‘vrijwillig’ verlaat. Wel zal de dwangsom worden gemaximeerd.
4.9.
Stichting perMens vordert ook betaling van [gedaagde] van € 649,83 per maand tot en met de dag dat hij de woning daadwerkelijk heeft verlaten. Deze vordering is door [gedaagde] niet weersproken en zal dus ook worden toegewezen.
4.10.
[gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De proceskosten aan de zijde van Stichting perMens worden begroot op € 132,29 aan dagvaardingskosten, € 676,00 aan griffierecht en € 1.079,00 aan salaris advocaat. De nakosten en de gevorderde wettelijke rente worden toegewezen op de wijze zoals in de beslissing gemeld.
4.11.
De veroordelingen worden uitgesproken tegen de bewindvoerder, maar kunnen ook tegen [gedaagde] worden tenuitvoergelegd.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt de bewindvoerder ( [gedaagde] ) om na betekening van dit vonnis uiterlijk op 22 maart 2023 de woning aan de [adres] met de zijnen en het zijne te ontruimen en te verlaten, en door afgifte van de sleutels en in behoorlijke staat ter vrije en algehele beschikking van Stichting perMens te stellen en vervolgens verlaten en ontruimd te houden, welke ontruiming zo nodig door de deurwaarder kan worden bewerkstelligd met behulp van de sterke arm conform het in artikel 555 ev. jo 444 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering bepaalde, op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag of gedeelte daarvan waarop niet aan deze veroordeling wordt voldaan, tot een maximum van € 5.000,00 is bereikt,
5.2.
veroordeelt de bewindvoerder ( [gedaagde] ) om, indien hij niet vrijwillig aan deze veroordeling tot ontruiming voldoet en Stichting perMens de ontruiming met inschakeling van een gerechtsdeurwaarder bewerkstelligt, aan Stichting perMens de kosten van de ontruiming te voldoen op vertoning van en conform de specificatie van die kosten in het proces-verbaal van ontruiming,
5.3.
veroordeelt de bewindvoerder ( [gedaagde] ) tot betaling van € 649,83 per maand (inclusief servicekosten) tot en met de dag dat [gedaagde] de woning heeft verlaten of daaruit wordt ontruimd,
5.4.
veroordeelt de bewindvoerder ( [gedaagde] ) in de proceskosten, aan de zijde van Stichting perMens tot op heden begroot op € 1.887,29, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na betekening van dit vonnis,
5.5.
veroordeelt de bewindvoerder ( [gedaagde] ) in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 173,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat betekening van dit vonnis heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 90,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf veertien dagen na betekening van dit vonnis,
5.6.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.7.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.H.J. Konings, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M.F. van Grootheest, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 8 maart 2023. [1]

Voetnoten

1.type: MvG