ECLI:NL:RBAMS:2023:144

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
17 januari 2023
Publicatiedatum
17 januari 2023
Zaaknummer
71/063953-22
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling belastingambtenaar voor computervredebreuk en vrijspraak voor witwassen

Op 17 januari 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak tegen een belastingambtenaar, die werd beschuldigd van computervredebreuk en witwassen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan computervredebreuk door onbevoegd gebruik te maken van systemen van de Belastingdienst. Dit gebeurde in de periode van 1 augustus 2020 tot en met 11 juli 2022, waarbij de verdachte gegevens heeft geraadpleegd die niet werkgerelateerd waren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, ondanks zijn geheimhoudingsplicht, gegevens heeft opgevraagd van familieleden en anderen, en deze informatie heeft gedeeld met derden, waaronder personen die betrokken zijn bij criminele activiteiten.

De rechtbank heeft echter de beschuldiging van witwassen van 920.000 euro, dat in de woning van de verdachte werd aangetroffen, niet bewezen geacht. De verdachte heeft verklaard niet op de hoogte te zijn geweest van het geld dat achter plinten in zijn keuken was verstopt. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte wist dat het geld daar lag, en sprak hem vrij van deze aanklacht.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 180 uren voor de computervredebreuk, met inachtneming van de omstandigheden waaronder de feiten zijn gepleegd en de impact op de integriteit van de Belastingdienst. De uitspraak benadrukt het belang van integriteit binnen overheidsinstanties en de gevolgen van misbruik van vertrouwelijke informatie.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Parketnummer: 71.063953.22 [verdachte]
Afdeling Publiekrecht
Team Strafrecht
Parketnummer: 71/063953-22
Datum uitspraak: 17 januari 2023
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1969,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres [adres] , [woonplaats] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 3 januari 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie mr. J. Plooij en van wat verdachte en zijn raadsvrouw mr. W. Drummen naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is – kort gezegd – ten laste gelegd dat hij zich heeft schuldig gemaakt aan
Feit 1
het witwassen van 920.000 euro op 11 juli 2022 in Amsterdam
Feit 2
computervredebreuk in de periode van 1 augustus 2020 tot en met 11 juli 2022 in Nederland.
De tekst van de integrale tenlastelegging is opgenomen in een bijlage die aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

3.Waardering van het bewijs

3.1
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van beide feiten.
3.2
Standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft vrijspraak bepleit voor feit 1 (witwassen) omdat verdachte niet wist dat het onder zijn keukenblok aangetroffen geld daar lag. Er is allerminst sprake van een speciaal geprepareerde ruimte, maar juist van een ruimte die in al onze huizen aanwezig is en waarvan het een feit van algemene bekendheid is dat het overgrote deel van de gebruikers er nauwelijks of geen zicht op hebben. Over feit 2 (computervredebreuk) kan worden vastgesteld dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan computervredebreuk omtrent de bevragingen van [naam 1] , enkele familieleden van verdachte en [naam 2] . Voor de overige bevragingen bevat het dossier geen bewijs dat sprake is geweest van onbevoegd gebruik van de informatie waar verdachte toegang tot had.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
Inleiding [1]
In februari 2022 heeft de Rijksrecherche de beschikking gekregen over het proces-verbaal van bevindingen uit het onderzoek 26Pandora. Uit dit onderzoek is naar voren gekomen dat er op 28 augustus 2020 in een conversatie tussen twee accounts van de versleutelde berichtendienst Sky ECC een aantal afbeeldingen is gedeeld. In deze conversatie wordt gesproken over een ambtenaar die kentekens kan natrekken en die tegen betaling van ‘10k' op basis van een Burgerservicenummer (BSN) wereldwijd iedereen kan natrekken. In deze conversatie worden ook afbeeldingen getoond die afkomstig zijn uit de systemen Beheer van Relaties (hierna: BVR) en Klantbeeld van de Belastingdienst. De afbeeldingen bevatten de naam van de tenaamgestelde van kenteken [kenteken] en persoonsgegevens van [naam 1] . Vanuit de loggingen van de Belastingdienst bleek dat de bevragingen waren gedaan door gebruikersnaam [gebruikersnaam] op 28 augustus 2020, twee uur voor het delen ervan in voornoemde Sky ECC conversatie. De gebruikersnaam behoort toe aan verdachte. [2] Op 11 juli 2022 heeft er vervolgens een doorzoeking plaatsgevonden in de woning van verdachte. In de keuken achter de plinten van de keukenkasten werden vijf geldkistjes aangetroffen met daarin totaal € 920.000,- aan contant geld. [3]
Computervredebreuk (feit 2)
Verdachte is sinds april 2007 werkzaam als ambtenaar bij de Belastingdienst Amsterdam. Hij heeft op 10 april 2007 de ambtsbelofte afgelegd en de verklaring tot geheimhoudingsverplichting ondertekend. [4] Verdachte controleert als veldtoetser belastingaangiften. [5] Bij het opstarten van de computer door een medewerker van de Belastingdienst verschijnt in relatie tot de fiscale geheimhouding ex artikel 67 van de Algemene Wet inzake Rijksbelastingen automatisch de volgende waarschuwing in beeld:
‘Waarschuwing! Gebruik is alleen toegestaan voor geautoriseerde, expliciet door de organisatie vastgestelde doeleinden. Gebruik wordt gelogd, misbruik wordt gestraft.’ [6]
Verder is op alle medewerkers van de Belastingdienst de Gedragscode Integriteit Rijk van toepassing. In deze gedragscode is een paragraaf opgenomen met betrekking tot het zorgvuldig omgaan met informatie. De uitgangspunten voor het omgaan met informatie zijn onder meer: deel informatie voor zover je die hoort te delen, bewaak de vertrouwelijkheid van informatie en gebruik doelgebonden informatie alleen voor het doel waarvoor die is verstrekt. [7] In de brochure ‘Een integere Belastingdienst – Basiswaarden, regels en procedures’ wordt een aanvulling op voornoemde gedragscode gegeven met betrekking tot een aantal specifieke kernwaarden en normen. In deze brochure staat met betrekking tot de geheimhoudingplicht onder meer vermeld dat een belastingdienstmedewerker alleen informatie mag raadplegen voor zover dat nodig is voor zijn of haar werk. Het lekken van vertrouwelijke informatie, anderen daartoe toegang geven, informatie gebruiken voor nevenwerkzaamheden, systemen raadplegen voor privézaken of uit nieuwsgierigheid, ziet de werkgever als een ernstige integriteitsschending. Verder vermeldt de brochure dat het niet de bedoeling is dat belastingdienstmedewerkers posten behandelen en/of fiscale informatie inzien van personen uit de directe omgeving van de betreffende medewerker zoals familie, vrienden, kennissen en buurtgenoten. [8]
Bij de Belastingdienst zijn de loggegevens van Klantbeeld gevorderd voor het gebruikersaccount van verdachte over de periode januari 2020 tot en met maart 2022 en over de periode april 2022 tot en met juli 2022. De loggingen van verdachte in Klantbeeld van de periode januari 2020 tot en met juli 2020 waren niet meer beschikbaar ten tijde van het vorderen van de gegevens. [9] De loggegevens geven inzicht in de door verdachte bekeken personen en/of bedrijven. Verder zijn bij de Belastingdienst de volgende gegevens van verdachte opgevraagd; rooster, urenverantwoording en in- en uitlogmomenten op zijn account en werkopdrachten. [10]
Bevragingen broer, ex-schoonvader en [naam 2]
Uit de loggegevens blijkt dat verdachte op 9 en 11 februari 2021 in de applicatie Klantbeeld bevragingen heeft gedaan met betrekking tot zijn ex-schoonvader en het pensioenfonds waaruit zijn ex-schoonvader inkomsten ontvangt. Op 12 februari 2021 hebben er door verdachte, eveneens in de applicatie Klantbeeld, bevragingen plaatsgevonden met betrekking tot zijn broer, [naam broer] . [11] Verder blijkt uit foto’s die zijn aangetroffen op de telefoon van verdachte dat hij op 27 juni 2022 in de applicatie BVR gegevens heeft opgevraagd van [naam 2] . [12] Verdachte heeft op de zitting erkend dat hij voornoemde bevragingen heeft verricht en dat deze voor privédoeleinden waren en dat hij daarom niet bevoegd was om deze bevragingen te verrichten. [13]
Bevragingen [naam 1] [14]
Van de drie afbeeldingen die in de eerder genoemde Sky ECC conversatie zijn gedeeld, zijn er twee afkomstig uit het systeem Klantbeeld en één uit het systeem BVR. Uit een afbeelding uit BVR blijkt dat in dat systeem is gezocht naar de tenaamgestelden van het kenteken [kenteken] . Op de twee afbeeldingen uit Klantbeeld zijn persoonsgegevens te zien van onder meer [naam 1] . Het is zeer waarschijnlijk dat eerst in het systeem BVR is gezocht op de tenaamgestelden van het kenteken [kenteken] , omdat in Klantbeeld niet op kenteken kan worden gezocht. Dit kan mede worden verondersteld omdat uit de politiesystemen blijkt dat de namen van de drie (rechts)personen op de afbeelding uit BVR, de drie laatste tenaamgestelden van het voertuig zijn. Ten tijde van de bevraging stond voornoemd kenteken op naam van [naam 1] en waarschijnlijk is vervolgens in het systeem Klantbeeld gezocht naar [naam 1] . [15]
Uit loggingen van de Belastingdienst blijkt dat in de periode tussen 1 augustus 2020 en 29 augustus 2020 één bevraging is gedaan in relatie tot [naam 1] . [16] Deze bevraging vond plaats op 28 augustus 2020 om 12:30 uur onder de gebruikersnaam van verdachte. Om 12:27 uur is met de gebruikersnaam vanaf een extern ip-adres ingelogd op het systeem van de Belastingdienst. Om 12:30 uur zijn in Klantbeeld de gegevens van het BSN van [naam 1] geraadpleegd. [17] De bevragingen zijn gedaan op de zakelijke (Belastingdienst-werkplek) laptop (met configuratienummer: [nummer] ) van verdachte. [18]
Op 28 augustus 2020 om 14:30 uur zijn de drie afbeeldingen door Sky-account [account] gestuurd naar Sky-account [account] . Gebruiker van Sky-account [account] is geïdentificeerd als [naam 3] (hierna: [naam 3] ). Gebruiker van Sky-account [account] is geïdentificeerd als [naam 4] (hierna: [naam 4] ). [19]
Dezelfde drie afbeeldingen zijn op 28 augustus 2020 vanaf 13:12 uur door [naam 3] gestuurd naar Sky-account [account] . [20] Gebruiker van dit account [account] is geïdentificeerd als [naam 5] (hierna: [naam 5] ). [21] Uit een Sky conversatie op 27 augustus 2020 tussen [naam 3] en [naam 5] ontstaat het vermoeden dat [naam 3] een afspraak had met [naam 1] , dat [naam 1] naar de afspraak is gekomen in een voertuig met kenteken [kenteken] en dat [naam 3] het kenteken heeft genoteerd en het kenteken zal laten natrekken. [22] Op 28 augustus 2020 geeft [naam 3] aan [naam 5] aan dat ze op basis van een ‘sofionummer’ mensen kunnen natrekken en beschrijft [naam 3] dat ze iemand in Den Haag hebben zitten. [23]
Uit onderzoek naar de persoon van [naam 3] , [naam 5] en [naam 4] is het vermoeden ontstaan dat de bevraging kennelijk afkomstig was van (een lid van) een criminele organisatie die zich bezighoudt met internationale handel van verdovende middelen en witwassen. [24] Verdachte heeft verklaard dat hij de namen [naam 3] en [naam 4] niet kent. Ook de naam [naam 1] zegt hem niks. [25]
Naast het feit dat de bevragingen zijn verricht vanaf de laptop en met de gebruikersnaam van verdachte, is er ook een link tussen verdachte en de bevragingen via [naam 6] (hierna: [naam 6] ). [naam 6] is gebruiker van het Sky ECC account [account] . [26] Dit account kan worden aangemerkt als regelmatig contact van het account dat in gebruik is bij [naam 3] . Zij zitten samen in zestien verschillende groepchats. In september 2021 is [naam 6] gecontroleerd toen hij in een voertuig reed dat op naam stond van verdachte. [27] Verdachte heeft verklaard dat [naam 6] een goede vriend van hem was en vaak bij hem thuis kwam.
Volgens verdachte heeft mogelijk iemand anders op zijn computer en met zijn gebruikersnaam en wachtwoord ingelogd en de bevragingen verricht. [28] De rechtbank vindt die geopperde verklaring niet aannemelijk. Gelet op al het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het niet anders kan dan dat verdachte de bevragingen van [naam 1] heeft verricht. Verdachte was hiertoe niet bevoegd omdat de geraadpleegde informatie kennelijk bestemd was voor criminele doeleinden van anderen en derhalve niet werkgerelateerd was.
Overige bevragingen in de periode augustus 2020 tot en met juli 2022
Naast de hierboven besproken privébevragingen en de bevragingen omtrent [naam 1] resteren de overige bevragingen die zijn verricht in de periode augustus 2020 tot en met juli 2022 zoals opgesomd in het dossier. [29]
Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij bevoegd was om de systemen van de Belastingdienst te raadplegen als hij door mensen werd gebeld, zolang hij maar geen informatie aan derden verstrekte, maar alleen aan de personen die hem belden. Hij werd hiervoor zowel op zijn werknummer als op zijn privénummer gebeld. Veelal waren het mensen uit de Marokkaanse gemeenschap die hem om hulp vroegen. [30] Bij de politie heeft hij verklaard dat hij mensen helpt die het moeilijk vinden om rechtstreeks met de Belastingtelefoon te bellen of als ze er bij de Belastingtelefoon niet doorheen komen. Hij geeft alleen de informatie door die mensen ook krijgen wanneer zij met de belastingtelefoon bellen. Verdachte heeft verklaard dat het een ‘grijs gebied’ betreft en dat hij niet weet of het niet mag. [31] Een aantal bevragingen kon verdachte zich nog herinneren en van een aantal bevragingen kende hij de naam van de bevraagde persoon of entiteit niet of kon hij zich die naam niet herinneren. [32]
De rechtbank stelt vast dat verdachte alle bevragingen zoals opgesomd in de betreffende processen-verbaal van bevindingen heeft verricht en dat hij hiertoe niet bevoegd was. In de periode van 25 september 2020 tot en met 13 januari 2021 heeft verdachte, naast de bevragingen omtrent zijn ex-schoonvader en zijn broer, negen bevragingen verricht. Uit het betreffende proces-verbaal lijken de bevragingen niet werkgerelateerd te zijn omdat ze niet kunnen worden verklaard vanuit de werkzaamheden van verdachte voor de Belastingdienst. [33] In de periode van 14 april 2022 tot en met 8 juli 2022 heeft verdachte, naast de bevraging van [naam 2] , eveneens negen bevragingen verricht. Ook voor deze bevragingen geldt dat zij niet werkgerelateerd lijken te zijn omdat zij evenmin kunnen worden verklaard vanuit de werkzaamheden van verdachte voor de Belastingdienst. [34] Verder is een aantal van deze bevragingen verricht op vreemde tijdstippen. Zo is er onder meer een bevraging verricht in de nacht van 8 op 9 december 2020 en op nieuwjaarsdag 2021. [35]
Dat verdachte niet bevoegd was om deze bevragingen te verrichten en vervolgens de geraadpleegde informatie door te geven aan anderen volgt uit zijn geheimhoudingsplicht en de hiervoor reeds besproken Gedragscode Integriteit Rijk die van toepassing op alle belastingdienstmedewerkers. Bovendien staat in de eveneens hiervoor besproken brochure dat een belastingdienstmedewerker alleen informatie mag raadplegen voor zover dat nodig is voor zijn of haar werk. Verondersteld mag worden dat verdachte van de inhoud van deze documenten op de hoogte was. Op 24 januari 2022 heeft verdachte met zijn leidinggevende [naam leidinggevende] een plangesprek gevoerd. Tijdens dit plangesprek is het onderwerp integriteit aan bod gekomen. De Gedragscode Integriteit Rijk met de digitale vindplaats is benoemd alsmede de aanvulling die het ministerie van Financiën geeft op die gedragscode. [36] Deze gesprekken, waarbij integriteit een terugkerende onderwerp is, worden jaarlijks gevoerd met medewerkers van de Belastingdienst. [37]
Valse sleutel
Voor alle bevragingen geldt dat deze zijn verricht met behulp van een valse sleutel aangezien verdachte de bevragingen vanuit zijn functie als medewerker van de Belastingdienst heeft gedaan en zijn gebruikersnaam en wachtwoord heeft gebruikt bij het inzien van en delen van gegevens uit dossiers, waartoe hij niet bevoegd was.
Witwassen (feit 1)
De rechtbank vindt het tenlastegelegde witwassen niet bewezen. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken. De rechtbank overweegt hierover het volgende.
Door de omstandigheden waaronder het geld is aangetroffen en de hoogte van het bedrag vindt de rechtbank dat er een zeer ernstig vermoeden is dat het geld van misdrijf afkomstig is. In de woning is een grote hoeveelheid contant geld aangetroffen, € 920.000,-. Dit bedrag bestaat uit door elastiek gebundelde bankbiljetten in coupures van 200 euro, 100 euro en 50 euro, verdeeld over vijf geldkistjes. De geldkistjes waren verdeeld over drie tassen die zijn aangetroffen achter de plinten van de keukenkastjes in de woning van verdachte.
De rechtbank stelt vast dat het geld in de keuken achter de plinten verstopt lag en derhalve aan het zicht was onttrokken. Deze zaak is daarmee anders dan de door de officier van justitie aangehaald uitspraken waarin het gaat om voorwerpen die zijn aangetroffen in kasten en waarbij als uitgangspunt is gehanteerd dat een bewoner geacht wordt te weten wat zich in die woning bevindt. Verdachte heeft verklaard dat hij niet wist dat het geld daar lag. Uit het dossier blijkt dat ook anderen de beschikking hadden over een sleutel van de woning van verdachte. Het dossier bevat geen bewijs dat verdachte wel wetenschap had van het geld in zijn woning .

4.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in rubriek 3.3 vervatte bewijsmiddelen bewezen dat verdachte
op tijdstippen in de periode van 1 augustus 2020 tot en met 11 juli 2022 in Nederland, telkens opzettelijk en wederrechtelijk in een of meer delen van geautomatiseerde werken, namelijk in een of meer delen van servers van de Belastingdienst waarop de systemen “BVR” en “Klantbeeld” zich bevonden, is binnengedrongen met behulp van valse sleutels, namelijk door onbevoegd gebruik te maken van een gebruikersnaam en wachtwoord en door zich met een gebruikersnaam en wachtwoord toegang te verschaffen tot servers van de Belastingdienst (waarop informatie was geplaatst) met een ander doel dan waarvoor hem die gebruikersnaam en dat wachtwoord ter beschikking stonden en waarvoor hem die toegang was toegestaan, en (vervolgens) gegevens die waren opgeslagen en overgedragen door middel van delen van die geautomatiseerde werken waarin hij zich wederrechtelijk bevond, voor zichzelf en/of anderen heeft overgenomen, namelijk door telkens bevragingen te doen in voornoemde systemen van de Belastingdienst.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

5.De strafbaarheid van het feit

Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

7.Motivering van de straf

7.1
Strafeis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de door hem onder 1 en 2 bewezen geachte feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan 12 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaren.
7.2
Strafmaatverweer van de verdediging
Bij een bewezenverklaring van feit 2 heeft de raadsvrouw verzocht om aan verdachte een straf conform het voorarrest op te leggen.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte was als ambtenaar werkzaam bij de Belastingdienst. Ondanks zijn strikte geheimhoudingsplicht is hij gericht gaan zoeken in de hem uit hoofde van zijn functie ter beschikking staande en voor hem toegankelijke systemen van de Belastingdienst. De door hem geraadpleegde informatie heeft hij voor zichzelf gebruikt en met anderen gedeeld. Het gaat om een groot aantal bevragingen over een langere periode. Een klein aantal bevragingen had betrekking op de privékring van verdachte, maar het overgrote deel van de bevragingen zijn gedaan voor mensen die contact zochten met verdachte of met hem in contact werden gebracht. Daarbij is ook door verdachte bevraagde informatie terechtgekomen bij personen die diep in het criminele milieu zitten. De systemen van de Belastingdienst geven toegang tot informatie over het leven van miljoenen Nederlanders. De overheid en de samenleving moet erop kunnen vertrouwen dat een belastingambtenaar daar integer en uiterst zorgvuldig mee om gaat. Verdachte heeft dit vertrouwen ernstig geschaad en daarmee ook het vertrouwen in de Belastingdienst. De rechtbank rekent verdachte dit zeer aan.
Bij het bepalen van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de straffen die in vergelijkbare zaken worden opgelegd.
De rechtbank heeft acht geslagen op het uittreksel uit de Justitiële Documentatie (het strafblad) van verdachte van 12 oktober 2022. Hieruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor een strafbaar feit.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het door reclasseringswerker J. Huijbers opgestelde reclasseringsadvies van Reclassering Nederland van 5 oktober 2022. Hierin is, zakelijk weergegeven, gerapporteerd dat risicoverhogende factoren niet zijn vast te stellen. De reclassering kan haar conclusies hierover enkel baseren op hetgeen verdachte en referenten hierover vertellen en dat is positief van aard. Het voorgaande is eveneens van toepassing op beschermende factoren. Verdachte toont zich responsief ten aanzien van het reclasseringstoezicht. Hij lijkt in staat om zijn eigen zaken te behartigen. De reclassering ziet geen aanknopingspunten voor behoefte aan interventies met betrekking tot bepaalde leefgebieden. De reclassering schat het risico op recidive als laag.
Verder heeft de rechtbank kennisgenomen van de e-mail van 20 december 2022, opgesteld door A. Wolthers van Reclassering Nederland. Hierin staat vermeld, zakelijk weergegeven, dat de delict-beleving van verdachte niet is veranderd sinds het rapport van oktober 2022. Verdachte is geschrokken van de situatie en het heeft effect op zijn psychosociaal functioneren. Hij ondervindt hierdoor veel stress en slaapproblemen. Verdachte heeft goed contact met zijn familie. Zijn dochters wonen (deels) bij hem en hij heeft een aantal goede vrienden waar hij op kan terugvallen. Verdachte blijkt niet altijd even weerbaar wanneer het aankomt op verzoeken van de gemeenschap. Hij geeft aan graag te willen leren hier sterker in te worden. De werkgever van verdachte heeft bij brief van 29 november 2022 aangeven de arbeidsovereenkomst te zullen ontbinden en hiervoor een ontbindingsprocedure op te zullen gaan starten. De reclassering ziet geen aanknopingspunten voor het opleggen van bijzondere voorwaarden.
Alles afwegende zal de rechtbank overgaan tot oplegging van een taakstraf van 180 uren, met aftrek van voorarrest. Daarbij zal de rechtbank bepalen dat voor elke dag dat verdachte in voorarrest heeft gezeten twee uur taakstraf zal worden afgetrokken.

8.Beslag

Onder verdachte is 920.000 euro in beslaggenomen. De rechtbank zal hiervan de bewaring ten behoeve van de rechthebbende gelasten.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 9, 22c, 22d, 138ab van het Wetboek van Strafrecht.

10.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het onder 1 ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte het onder 2 ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
Feit 2
computervredebreuk, terwijl de dader vervolgens gegevens die zijn opgeslagen, en worden overgedragen door middel van het geautomatiseerd werk waarin hij zich wederrechtelijk bevindt, voor zichzelf of een ander overneemt
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een
taakstrafvan
180 (honderdtachtig) uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 90 (negentig) dagen, met bevel dat de tijd die door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van deze straf geheel in mindering zal worden gebracht naar de maatstaf van 2 (twee) uren per dag.
Gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van:
142800 EUR (omschrijving: OI2970-20220016_35657)
63400 EUR (omschrijving: OI2970-20220016_35658)
525900 EUR (omschrijving: OI2970-20220016_35659)
98450 EUR (omschrijving: OI2970-20220016_35660)
78800 EUR (omschrijving: OI2970-20220016_35661)
4100, chemisch behandeld geld door FO, omgewisseld bij DNB (omschrijving: OI2970-20220016_35663)
2200, chemisch behandeld geld door FO, omgewisseld bij DNB (omschrijving: OI2970-20220016_35666)
1550, chemisch behandeld geld door FO, omgewisseld bij DNB (omschrijving: OI2970-20220016_35665)
1200, chemisch behandeld geld door FO, omgewisseld bij DNB (omschrijving: OI2970-20220016_35662)
1600, chemisch behandeld geld door FO, omgewisseld bij DNB, (omschrijving: OI2970-20220016_35664)
Dit vonnis is gewezen door
mr. P.P.C.M. Waarts, voorzitter,
mrs. J.M.R. Vastenburg en J. van Zijl, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. M. Madiol, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 17 januari 2023.

Voetnoten

1.Voor zover niet anders vermeld, wordt in de hierna volgende voetnoten telkens verwezen naar bewijsmiddelen die zich in het aan deze zaak ten grondslag liggende dossier met nummer 20220016 (onderzoek ‘Zossen’) bevinden, volgens de in dat dossier toegepaste nummering. Tenzij anders vermeld, gaat het daarbij om processen-verbaal, in de wettelijke vorm opgemaakt door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren.
2.Proces-verbaal van verdenking verdachte [verdachte] (inclusief bijlagen) (p. 10393-10416), p. 10393-10396.
3.Proces-verbaal van verdenking witwassen (incl. bijlagen) (p. 11463-11481), p. 11463 en 11464.
4.Een geschrift zijnde een Verslag van Beëdiging, p. 1008; een geschrift zijnde een Verklaring Geheimhoudingsverplichting, p. 1009.
5.Proces-verbaal van verhoor getuige [naam leidinggevende] (p. 10497-10501), p. 10498.
6.Proces-verbaal van bevindingen fiscale geheimhoudingsplicht (incl. bijlagen) (p. 10041-10097), p. 10041 onderaan en p. 10042 bovenaan.
7.Zie voetnoot 6, p. 10059, 2e alinea.
8.Zie voetnoot 4, p. 10080 en 10081.
9.Proces-verbaal van bevindingen bevragingen Klantbeeld januari 2020 – maart 2022 (incl. bijlagen p. 10892-10907) p. 10892 en 10893; proces-verbaal van bevindingen bevragingen Klantbeeld april 2022-juli 2022 (incl. bijlagen) (p. 10919-11111), p. 10919.
10.Zie voetnoot 9, p. 10893 en p. 10920.
11.Zie voetnoot 9, p. 10897-10898.
12.Proces-verbaal van bevindingen bevraging BVR (incl. bijlagen, p. 11253-11260), p. 11254-11255.
13.Proces-verbaal van de zitting van 3 januari 2023.
14.Proces-verbaal van bevindingen bevraging [naam 1] 28 augustus 2020 (incl. bijlagen) (p. 10658-10848).
15.Zie voetnoot 14, p. 10669.
16.In het proces-verbaal staat ‘in de periode tussen 1 augustus 2020 en 28 augustus 2020’. De rechtbank begrijpt dat dit moet zijn ‘in de periode tussen 1 augustus 2020 en 29 augustus 2020’.
17.Zie voetnoot 14, p. 10669 onderaan en p. 10670 bovenaan.
18.Zie voetnoot 14, p. 10671
19.Zie voetnoot 14, p. 10668.
20.Zie voetnoot 14, p. 10663.
21.Zie voetnoot 14, p. 10811
22.Zie voetnoot 14, p. 10661 en 10662.
23.Zie voetnoot 14, p. 10664.
24.Zie voetnoot 14, p. 10665.
25.Zie voetnoot 13.
26.Zie voetnoot 14, p. 10737.
27.Zie voetnoot 14, p. 10670 onderaan.
28.Zie voetnoot 13.
29.P. Zie voetnoot 9, 10892 e.v., p. 10919 e.v., proces-verbaal van bevindingen bevraging BVR (incl. bijlagen) (p. 11191-11218), p. 11191 e.v.
30.Zie voetnoot 13.
31.Proces-verbaal van verhoor verdachte (p. 11397-11407), p. 11400 laatste 3 alinea’s en 11401 1e alinea
32.Zie voetnoot 13.
33.Zie voetnoot 9, p. 10892 e.v.
34.Zie voetnoot 9, p. 10919.
35.Zie voetnoot 9, p. 10895 en 10896.
36.Geschrift, zijnde een Verslag personeelsgesprek 24 januari 2022 (p. 10130-10135), p. 10133.
37.Zie voetnoot 5, p. 10499.