ECLI:NL:RBAMS:2023:1330

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
6 maart 2023
Publicatiedatum
9 maart 2023
Zaaknummer
729778 / FA RK 23.1119
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beroep tegen crisismaatregel op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 6 maart 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker beroep heeft ingesteld tegen een door de burgemeester van Amsterdam opgelegde crisismaatregel. Deze maatregel was genomen op 24 januari 2023, en verzoeker heeft op 10 februari 2023 beroep aangetekend. De rechtbank heeft vastgesteld dat de burgemeester de crisismaatregel op goede gronden heeft genomen, gebaseerd op een medische verklaring van een onafhankelijke psychiater die oordeelde dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. Verzoeker betwistte de proportionaliteit van de maatregel en de juistheid van de medische verklaring, maar de rechtbank oordeelde dat de burgemeester mocht vertrouwen op de deskundigheid van de psychiater. De rechtbank heeft het beroep van verzoeker ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De beschikking is mondeling gegeven door rechter M. van der Kaay en schriftelijk uitgewerkt op 8 maart 2023.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht Team Familie & Jeugd
zaaknummer / rekestnummer: C/13/729778 / FA RK 23/1119
kenmerk: VCM/IND/99006
Beschikking van 6 maart 2023naar aanleiding van het beroep ex artikel 7:6 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz) tegen een crisismaatregel van de burgemeester van de gemeente Amsterdam en het verzoek om schadevergoeding ex artikel 10:12 Wvggz van:
[verzoeker]
,
geboren op [geboortedatum] 1959 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] ,
verblijvende te Amsterdam, Arkin, [locatie] ,
hierna te noemen: verzoeker,
advocaat: mr. R.M.G. Sussenbach te Amsterdam.

1.Procesverloop

Bij verzoekschrift, ingekomen op 10 februari 2023 heeft verzoeker beroep ingesteld tegen de
door de burgemeester van de gemeente Amsterdam op 24 januari 2023 jegens hem opgelegde
crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel d.d. 24 januari 2023.
Vervolgens heeft de rechtbank op 23 februari 2023 aanvullende gronden van mr. R.M.G. Sussenbach ontvangen met als bijlage een aanvulling van verzoeker op zijn op 10 februari 2023 ingestelde beroep.
Tijdens de mondelinge behandeling heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- verzoeker;
- bovengenoemde advocaat;
- gemachtigde van de burgemeester/gemeente Amsterdam, de heer R. Verduijn.

2.De feiten

2.1.
Op grond van artikel 7:6 lid 1 Wvggz kan verzoeker door middel van een schriftelijk en gemotiveerd verzoek binnen drie weken na de dag waarop de burgemeester de crisismaatregel heeft genomen, bij de rechter beroep instellen tegen de crisismaatregel.
2.2.
Op 24 januari 2023 is door de burgemeester een crisismaatregel genomen ten aanzien van verzoeker. Verzoeker heeft op 10 februari 2023 beroep ingesteld tegen deze crisismaatregel. Het beroep is derhalve tijdig ingesteld.
2.3.
De officier van justitie heeft op 24 januari 2023 de rechtbank verzocht om een voortzetting van de crisismaatregel. Dit verzoek is bij beschikking van 26 januari 2023 van deze rechtbank toegewezen voor de duur van drie weken.

3.Beroep

3.1.
De advocaat stelt namens verzoeker dat de opgelegde crisismaatregel disproportioneel is en derhalve ten onrechte is afgegeven. Verzoeker is van mening dat de medische verklaring die ten grondslag ligt aan de beschikking onvoldoende en onjuiste informatie bevat over het onmiddellijk dreigend nadeel. Ook is het onjuist dat verzoeker manisch psychotisch zou zijn geweest. Hij sprak normaal, gedroeg zich niet dysfoor en maakte bij het AMC bezwaar tegen toediening van de dwangmedicatie. Verzoeker benadrukt dat zijn handicap als gevolg van verkeerde medicatie het er niet gemakkelijker op maakt nu hij daardoor ook slecht(er) verstaanbaar is.
Op grond van artikel 10:12 Wvggz verzoekt verzoeker om vergoeding van de schade.

4.Verweer

4.1.
De burgemeester heeft verweer gevoerd en zich op het standpunt gesteld dat er op moment van beoordeling sprake was van onmiddellijk dreigend nadeel en van een ernstig vermoeden dat dit nadeel voortvloeit uit een psychische stoornis. De crisismaatregel is opgelegd op basis van een medische verklaring van een (onafhankelijke) psychiater die geoordeeld heeft dat op dat moment sprake was van een onmiddellijk dreigend ernstig nadeel en van een ernstig vermoeden dat dit nadeel werd veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis. Er was geen reden te twijfelen aan het oordeel van de onafhankelijke psychiater. Bovendien is het verzoek voortzetting crisismaatregel bij beschikking van 26 januari 2023 van de rechtbank Amsterdam toegewezen wat maakt dat de beschikking crisismaatregel van de burgemeester van Amsterdam gerechtvaardigd was.

5.Beoordeling

5.1.
Gelet op artikel 7:1, eerste lid, onder a Wvggz moet er sprake zijn van een onmiddellijk dreigend ernstig nadeel ten aanzien van een persoon alvorens de burgemeester een crisismaatregel mag nemen. Artikel 7:1, eerste lid, onder d Wvggz bepaalt dat de crisissituatie zo ernstig moet zijn dat een procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht. Verzoeker stelt dat aan deze vereisten niet werd voldaan, hetgeen wordt betwist door de burgemeester.
De rechtbank dient te beoordelen of de burgemeester een crisismaatregel kon nemen op basis van onder meer bovengenoemde criteria.
5.2.
Uit de stukken blijkt dat aan verzoeker op 24 januari 2023 een crisismaatregel is opgelegd op basis van een medische verklaring van een (onafhankelijke) psychiater die geoordeeld heeft dat op dat moment sprake was van een onmiddellijk dreigend ernstig nadeel en van een ernstig vermoeden dat dit nadeel werd veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis. Omdat er sprake was van verzet kon naar het oordeel van de psychiater het ernstig nadeel slechts worden weggenomen door het nemen van de crisismaatregel. De burgemeester mocht vertrouwen op de deskundigheid en de medische verklaring van de psychiater, waarin gemotiveerd is opgenomen dat van een ernstig nadeel en een psychische stoornis in de zin van de Wvggz sprake was. De rechtbank heeft geen aanleiding aan te nemen dat het voorgaande anders zou zijn, hetgeen ook steun vindt in het gegeven dat op 26 januari 2023 door deze rechtbank in het kader van de voortzetting van de crisismaatregel is geoordeeld dat (nog steeds) sprake was een onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, vermoedelijk voortkomend uit een psychische stoornis.
5.3.
De rechtbank is van oordeel dat de burgemeester, dan wel de gemandateerde wethouder, de crisismaatregel op grond van artikel 7:1 Wvggz op goede gronden kon nemen en dat daarbij de wettelijke bepalingen in acht zijn genomen. Het beroep van verzoeker is daarom ongegrond.
5.4.
Nu het beroep tegen de crisismaatregel ongegrond is, is er geen plaats voor het toekennen van schadevergoeding. Dat verzoek wordt afgewezen.

3.Beslissing

De rechtbank:
verklaart het beroep tegen de crisismaatregel van 24 januari 2023 ongegrond;
wijst af het verzoek tot schadevergoeding.
Deze beschikking is op 6 maart 2023 mondeling gegeven door mr. M. van der Kaay, rechter en in het openbaar uitgesproken bijgestaan door J. Koomen als griffier, en op 8 maart 2023 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.