ECLI:NL:RBAMS:2023:1326
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep inzake de intrekking van een maatregel op basis van de Participatiewet
In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam, gedateerd 9 maart 2023, wordt het beroep van eiser beoordeeld. Eiser had bezwaar gemaakt tegen een maatregel die hem was opgelegd met een primair besluit van 22 november 2021, waarbij zijn bijstandsuitkering met 100% werd verlaagd voor een periode van één maand. Dit besluit was genomen omdat eiser niet zou hebben meegewerkt aan een proces dat kon leiden tot een baan. Eiser heeft vervolgens een aantal stappen ondernomen, waaronder het indienen van een beroep wegens het niet tijdig beslissen op zijn bezwaar.
Op 15 juli 2022 heeft verweerder het bezwaar gedeeltelijk gegrond verklaard en de maatregel gematigd naar een verlaging van 30% voor de duur van één maand, uitgesmeerd over tien maanden. Later, op 13 oktober 2022, heeft verweerder het bestreden besluit herzien en het bezwaar van eiser gegrond verklaard, waardoor de maatregel werd ingetrokken. Eiser heeft een verzoek ingediend voor schadevergoeding, omdat hij zich onrechtmatig behandeld voelde door verweerder.
De rechtbank heeft echter geoordeeld dat eiser geen belang meer had bij het beroep, aangezien verweerder hem volledig tegemoet was gekomen met het herzieningsbesluit. De rechtbank heeft verder vastgesteld dat eiser geen onderbouwing heeft gegeven voor de gestelde schade en daarom niet in aanmerking komt voor schadevergoeding. Ook is er geen sprake van een rechterlijke dwangsom, omdat er geen verplichting was opgelegd aan verweerder die niet werd nagekomen. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat de zaak niet inhoudelijk werd beoordeeld. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten.