ECLI:NL:RBAMS:2023:1264

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
15 maart 2023
Publicatiedatum
7 maart 2023
Zaaknummer
C/13/713752 / HA ZA 22-137
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdeling van de nalatenschap van een overleden vader tussen erfgenamen met betrekking tot onroerend goed en bankrekeningen

In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam is behandeld, gaat het om de verdeling van de nalatenschap van de overleden vader van partijen, waarbij de erfgenamen, bestaande uit twee broers en een zus, niet tot overeenstemming zijn gekomen over de verdeling van een perceel grond en bankrekeningen. De vader overleed op 21 mei 2017 en had in zijn testament zijn kinderen benoemd tot erfgenamen. De nalatenschap omvat een perceel grond met verschillende kavels en een aantal bankrekeningen. De partijen hebben geprobeerd om tot een verdeling te komen, maar zijn er niet in geslaagd om overeenstemming te bereiken. De rechtbank heeft de vorderingen van de eiseres, die in conventie vorderde om medewerking te verlenen aan de verdeling, toegewezen. De rechtbank heeft bepaald dat de notaris mr. L. Ploeg de verdeling zal begeleiden en dat de kosten van de notaris door alle partijen gezamenlijk gedragen worden. De rechtbank heeft de kavels verdeeld, waarbij de eiseres de kavels 5, 6, 7 en 8 toebedeeld kreeg, terwijl de overige kavels aan de gedaagden werden toegewezen. Tevens is bepaald dat de gezamenlijke bankrekeningen gelijk verdeeld worden. De rechtbank heeft de kosten van de procedure gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. De uitspraak is gedaan op 15 maart 2023.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/713752 / HA ZA 22-137
Vonnis van 15 maart 2023
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats] ,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
advocaat mr. C. Boussidi te Amsterdam,
tegen

1.[gedaagde 1] ,

wonende te [woonplaats] ,
2.
[gedaagde 2],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagden in conventie,
eisers in reconventie,
advocaat mr. J.N.T. van der Linden te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eiseres] , [gedaagde 1] en [gedaagde 2] worden genoemd. [gedaagde 1] en [gedaagde 2] zullen hierna gezamenlijk als [gedaagden] worden aangeduid.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 17 januari 2022 met producties;
  • conclusie van antwoord tevens eis in reconventie met producties;
  • het tussenvonnis van 28 september 2022, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald;
  • conclusie van antwoord in reconventie, tevens wijziging van eis in conventie met producties;
  • de antwoordakte wijziging eis met één productie van de zijde van [gedaagden] ;
  • de brief met overlegging producties 20 t/m 22 van de zijde van [gedaagden] ;
  • het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 13 december 2022 en de daarin genoemde stukken.
1.2.
Op de mondelinge behandeling is partijen met hun instemming nog de tijd gegeven om zelf overeenstemming te bereiken. Voor het geval dat niet mocht lukken (welk geval zich heeft voorgedaan), is reeds bij gelegenheid van de mondelinge behandeling het vonnis bepaald op heden.
2. De feiten
2.1.
Partijen zijn broers en zus en erfgenaam van de nalatenschap van hun vader [erflater] . Op 21 mei 2017 is de vader van partijen overleden. De vader van partijen was ten tijde van zijn overlijden ongehuwd en niet geregistreerd als partner in de zin van artikel 1:80 Burgerlijk Wetboek (hierna: BW).
2.2.
Bij testament van 9 oktober 1980 heeft de vader van partijen over zijn nalatenschap beschikt, waarbij hij zijn kinderen heeft benoemd tot enig erfgenaam, ieder voor een gelijk deel. Partijen hebben de nalatenschap beneficiair aanvaard.
2.3.
Tot de nalatenschap behoort een perceel grond met (gedeeltelijk verhuurde) opstallen, gelegen aan de [adres 1] , kadastraal bekend als gemeente [gemeente] , sectie [sectie + nummer] (hierna: het perceel). Een deel van de nalatenschap, waaronder effecten en banksaldi, is reeds tussen partijen verdeeld. Het perceel grond en het saldi op de zakelijke betaal- en spaarrekening is nog niet verdeeld.
2.4.
Bovengenoemd perceel betreft een smal en diep perceel, een voormalige tuinderij die in de loop der jaren gefaseerd een andere invulling en gebruikssituatie heeft gekregen. Het perceel ligt achter de woonbebouwing aan de [locatie] en is toegankelijk via een overpad over de belendende percelen [perceel 1] en [perceel 2] . Het perceel is verdeeld in
9 kavels (hierna: kavel 1 t/m 9) met verschillende gebruiksfuncties en verschillende bestemmingen. Het perceel is vanaf de [locatie] als volgt verkaveld:
2.5.
Kavel 1 is een kleine strook tuingrond van ca. 92 m2 aangrenzend aan een perceel waarop [gedaagde 1] woont en dat in gebruik is bij [gedaagde 1] als tuin. Kavel 2 is een onbebouwd terrein van ca. 425 m2, met woonbestemming. Kavel 3 is een terrein van ca. 560 m2 met een recent opgerichte, nog niet geheel afgebouwde, loods.
2.6.
Kavel 4 is een terrein van ca. 450 m2 met als opstal een loods uit 2013. Het terrein en de loods is in gebruik als werkplaats voor autoservice, met een huuropbrengst van
€ 8.400,00 per jaar.
2.7.
Kavel 5 is een terrein van ca. 500 m2 met als opstal een loods en een woonwagen. De loods is opgericht door de huurder, te weten de eigenaar van de woonwagen. Het betreft een huurovereenkomst voor een standplaats van een woonwagen. Een schriftelijke vaststelling is er niet. De huuropbrengst bedraagt thans € 3.120,00 per jaar.
2.8.
Kavel 6 is een terrein van ca. 620 m2 en was tot voor kort in gebruik als standplaats voor een woonwagen met bijgebouwen. De huurder van kavel 6 is recent overleden, zodat de huurovereenkomst is geëindigd.
2.9.
Kavel 7 is een terrein van ca. 500 m2 met een woonwagen en bijgebouwen. Bij leven van de vader van partijen woonde [eiseres] al op dit perceel. Na overlijden van vader is [eiseres] op dit perceel blijven wonen.
2.10.
Kavel 8 is een terrein van ca. 265 m2 met daarop een loods. De kavel is in gebruik als autoreparatiebedrijf met een huur van € 10.920,00 per jaar.
2.11.
Kavel 9 is de grootste kavel van het perceel met ca. 5.430 m2 met daarop twee loodsen. Het terrein wordt gebruikt als autosloperij. De toegangspoort tot het terrein bevindt zich op een ander perceel. De gebruikers en bezoekers van dat perceel kunnen alleen over de percelen van [gedaagden] hun perceel bereiken. De huidige huur bedraagt € 22.360,00 per jaar. De woning van [gedaagde 2] grenst direct aan de toegangsweg tot perceel 9.
2.12.
In opdracht van [gedaagden] heeft H. Weidema van WTM makelaars Badhoevedorp (hierna: WTM) een taxatie van het perceel uitgevoerd. Het taxatierapport d.d. 31 januari 2022 vermeldt de volgende geschatte markthuurwaardes en de volgende marktwaardes per kavel:
Marktwaarde v.o.n.
Kavel 1
€ 21.620,00
Kavel 2
€ 250.000,00
Kavel 3
€ 281.250,00
Kavel 4
€ 140.150,00
Kavel 5
€ 118.625,00
Kavel 6
€ 132.500,00
Kavel 7
€ 132.500,00
Kavel 8
€ 125.880,00
Kavel 9
€ 370.604,00
Totaal
€ 1.573.132,00
2.13.
Partijen hebben geprobeerd tot een verdeling van de nalatenschap te komen, maar hebben geen overeenstemming kunnen bereiken.

3.Het geschil

in conventie

3.1.
[eiseres] vordert bij vonnis – samengevat na eiswijziging – voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. veroordeling van [gedaagden] tot medewerking te verlenen aan de verdeling van de gemeenschap waarin de erven deelgenoot zijn, met benoeming van notaris mr. L. Ploeg van Ploeg notariaat ( [adres 2] ) althans een van haar kantoorgenoten, met het recht van vervanging, ten overstaan van wie de verdeling zal plaatsvinden en daarbij te bepalen dat de kosten van de notaris voor rekening van [eiseres] en [gedaagden] komen ieder voor 1/3 deel;
II. veroordeling van [gedaagde 1] en/of [gedaagde 2] tot het afleggen van rekening en verantwoording met betrekking tot het beheer van de gemeenschap alsmede de verkoop van de effectenportefeuille, vanaf 21 mei 2017 tot aan de dag der verdeling, op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag voor ieder dag dat [gedaagden] in gebreke blijft aan deze veroordeling te voldoen en [gedaagde 1] en/of [gedaagde 2] te veroordelen tot betaling aan de gemeenschap van de som die blijkens de rekening en verantwoording aan de boedel toekomt;
III. op de voet van artikel 3:185 BW te gelasten dat de nalatenschap zo wordt verdeeld dat aan [eiseres] wordt toegedeeld (waarbij de nummers van de kavels zoals omschreven in het taxatierapport van WTM, productie 1 bij conclusie van antwoord, worden aangehouden):
1. kavel 7, 8 en 9 en een overbedelingsschuld van € 104.607,00; of
2. kavel 7 en 9 en een onderbedelingsvordering van € 21.273,00;
en dat aan [gedaagden] wordt toegedeeld de overige kavels met verrekening van de over- of onderbedeling;
IV. te bepalen dat de gezamenlijke rekeningen met nummers [rekeningnummer 1] en [rekeningnummer 2] , na betaling door [gedaagden] van hetgeen zij krachtens het in dezen te wijzen vonnis verschuldigd zijn en nadat rekening en verantwoording is afgelegd toekomt aan [eiseres] en [gedaagden] , ieder voor 1/3 deel;
V. te bepalen dat indien [gedaagden] niet binnen vijf dagen na een daartoe strekkend verzoek van de notaris hun medewerking verlenen aan het passeren van de benodigde (verdelings)akte, welke verdelingsakte mede inhoudt verdeling van de gezamenlijke bankrekening, het in dezen te wijzen vonnis in de plaats zal treden van dat deel van de notariële akte, waarin [gedaagden] hun medewerking verlenen;
VI. een of meer onzijdige personen ex artikel 3:181 BW dan wel een of meer dwangvertegenwoordigers ex artikel 3:300 lid 1 BW te benoemen om [gedaagden] te vertegenwoordigen in het geval zij niet alle noodzakelijke medewerking verlenen om de verdeling van de nalatenschap effectueren en te bepalen dat de kosten van de onzijdig persoon of dwangvertegenwoordiger ten laste komen van de onwillige [gedaagden] ;
subsidiair:
VII. op de voet van artikel 3:185 BW de wijze van verdeling vast te stellen of zelf de
verdeling vast te stellen;
in alle gevallen:
VIII. [gedaagden] te veroordelen in de proceskosten.
3.2.
Aan haar vordering legt [eiseres] , kort samengevat, ten grondslag dat zij graag wil blijven wonen in haar woonwagen op kavel 7. Een van de belangrijkste redenen hiervoor is de verstoorde relatie met haar broers. Als [eiseres] moet verhuizen naar kavel 2 worden [gedaagde 1] en zijn vrouw haar buren. Daarbij geldt dat zij goede contacten heeft met haar huidige buren achterin het perceel en kavel 7 in een rustige omgeving ligt, waar zij veel waarde aan hecht. Verder geldt dat haar woonwagen niet simpelweg (zonder kosten en risico’s) verhuisd kan worden en zij niet meer over een garage voor haar twee klassieke auto’s beschikt als zij moet verhuizen. [eiseres] wenst anderzijds over kavels te beschikken waarop verhuurde objecten staan, zodat zij over inkomsten beschikt.
3.3.
[gedaagden] voert gemotiveerd verweer. Het verweer strekt tot niet-ontvankelijk verklaring van [eiseres] in haar vordering, dan wel tot afwijzing van de vordering, met veroordeling van [eiseres] in de kosten van het geding. [gedaagden] maakt tevens bezwaar tegen de gevorderde uitvoerbaarheid bij voorraad.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
in reconventie
3.5.
[gedaagden] vordert bij vonnis voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. de verdeling van het perceel kadastraal bekend gemeente [gemeente] (Noord-Holland),
sectie [sectie + nummer] vast te stellen, waarbij aan [eiseres] wordt toebedeeld het deel genaamd kavel 2 in het taxatierapport, en de overige delen aan [gedaagden] (gezamenlijk), onder de aan laatstgenoemden op te leggen verplichting tot het doen van een betaling aan [eiseres] wegens overbedeling van € 278.333,00 althans een verdeling en/of betalingsverplichting door een in goede justitie te bepalen;
II. [eiseres] te gebieden om binnen 14 dagen na het te wijzen vonnis
medewerking te verlenen aan het ten overstaan van een notaris te verlijden, overeenkomstig het te wijzen vonnis conform vordering I., akte van verdeling, op straffe van een dwangsom van € 10.000,00 per dag of gedeelte van een dag dat zij in gebreke is medewerking te verlenen, met een maximum van € 300.000,00, dan wel een in goede justitie te bepalen dwangsom en termijn;
III. [eiseres] , indien en voorzover de vast te stellen verdeling van het perceel 1300 leidt tot toedeling van de kavel 7 aan [gedaagden] , te gebieden om binnen 6 maanden na het te wijzen vonnis voormelde kavel 7 leeg en ontruimd aan [gedaagden] op te leveren, zulks op straffe van een dwangsom van € 10.000,00 per dag of gedeelte van een dag dat zij geen uitvoering geeft aan het te wijzen gebod, met een maximum van € 300.000,00, dan wel een in goede justitie te bepalen ander gebod en/of dwangsom;
IV. [eiseres] te veroordelen in de proceskosten.
3.6.
Aan zijn vordering legt [gedaagden] , kort samengevat, het volgende ten grondslag. Volgens [gedaagden] is bovengenoemde verdeling billijk te noemen omdat ze tegemoet komt aan enerzijds de belangen van partijen, maar anderzijds ook de belangen van de overige betrokken partijen, met name de huurders van de kavels. Door [eiseres] kavel 2 toe te wijzen, wordt in ieder geval voorkomen dat zij dakloos zou worden. Door verhuizing woont zij daarbij meer aan de voorzijde van het terrein, en niet meer naast de (vieze) autosloperij en het autoreparatiebedrijf. Eventuele herontwikkelingen van de overige kavels zal haar evenmin belasten. Bovenal wordt met deze toedeling van kavel 2 uitvoering gegeven aan de afspraken die zijzelf maakte met [gedaagden] Het was immers – voor het overlijden van haar man – de wens van [eiseres] om te verhuizen naar kavel 2 en daarom zijn kavel 2 en 3 daarop ingericht door partijen. Omdat de reden voor het gebruik van de loods op kavel 3 is weggevallen heeft [eiseres] geen belang meer bij toedeling aan haar van die kavel. Het beheer en onderhoud van de overige kavels zal blijvend door [gedaagden] geschieden.
[gedaagde 2] heeft bovendien ook een persoonlijk belang bij de door [gedaagden] gewenste verdeling, omdat de gebruikers van het kavel 9 allemaal over zijn terrein, naar en van de [locatie] komen en gaan. Als hij eigenaar/verhuurder blijft, samen met [gedaagde 1] , kan hij zelf afspraken maken met de gebruikers/huurders, om zo de overlast tot een minimum te beperken. Tot slot benadrukt [gedaagden] het persoonlijk belang van [gedaagde 2] om huurinkomsten te verkrijgen, nu hij vervroegd met pensioen is gegaan.
3.7.
[eiseres] voert verweer, welke samenvalt met de stellingen die zij aan haar vorderingen in conventie ten grondslag heeft gelegd.
3.8.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

in conventie en in reconventie

4.1.
De in conventie en reconventie door partijen ingenomen stellingen en de daarop gebaseerde vorderingen lenen zich voor een gezamenlijke beoordeling.
Verdeling perceel [sectie + nummer]
4.2.
Niet in geschil is dat het gehele perceel met de kavels 1 t/m 9 aan partijen gezamenlijk toebehoren. Derhalve is sprake van een (beperkte) gemeenschap van goederen. In zaken als onderhavige geldt tot uitgangspunt dat partijen niet gehouden zijn om in een onverdeelde gemeenschap te blijven. Artikel 3:178 BW bepaalt dat ieder der deelgenoten in beginsel te allen tijde verdeling van een gemeenschappelijk goed kan vorderen. Tussen partijen is niet in geschil dat verdeling wenselijk is. Omdat partijen niet langer in onverdeeldheid wensen te blijven zal de rechtbank overgaan tot verdeling.
4.3.
Bij de beoordeling van de verdeling neemt de rechtbank de taxatiewaardes van WTM zoals opgenomen bij conclusie van antwoord onder productie 1 als uitgangspunt nu [eiseres] bereid is om deze taxatiewaardes aan te houden en deze door [gedaagden] naar voren is gebracht. Dit betekent dat de rechtbank uitgaat van een totale waarde van het perceel van € 1.573.132,00 en aldus een ieder een waarde van € 524.377,00 toekomt. De rechtbank ziet aanleiding allereerst de verdeling van kavel 7 te behandelen.
Kavel 7 en ten aanzien van het in reconventie onder III. gevorderde
4.4.
De rechtbank is met [eiseres] van oordeel dat van haar niet kan worden gevergd tegen haar zin te verhuizen naar perceel 2. Niet in geschil is dat [eiseres] al vele jaren woonachtig is op kavel 7. Op de mondelinge behandeling heeft [eiseres] desgevraagd nogmaals aangegeven niet te willen verhuizen naar perceel 2 en zij graag in haar woning op de huidige locatie wil blijven. De in het verleden gemaakte afspraak om naar perceel 2 te verhuizen, die [gedaagden] aanvoert en [eiseres] betwist, doet daaraan niet af. Wat daar ook van zij, de huidige wens van [eiseres] om te blijven op kavel 7, weegt zwaarder dan de wens van [gedaagden] om aan [eiseres] kavel 2 toe te bedelen, al is het maar omdat de verdeling nu gerealiseerd zal worden. Dit betekent dat kavel 7 aan [eiseres] zal worden toebedeeld.
4.5.
Toewijzing van kavel 7 aan [eiseres] brengt met zich mee dat [eiseres] niet gehouden is tot ontruiming van kavel 7. Het in reconventie gevorderde onder III. wordt daarom afgewezen.
Kavel 9
4.6.
Met [gedaagden] is de rechtbank van oordeel dat kavel 9 aan [gedaagden] dient te worden toebedeeld. Het staat immers vast dat gebruikers en bezoekers van dit perceel over de percelen van [gedaagden] komen en gaan. Daarbij geldt dat [gedaagde 2] onmiddellijk naast de toegangsweg naar kavel 9 woont en hij er hierdoor belang bij heeft dat hij de regie houdt over de bestemming van de kavel. De aangevoerde belangen van [eiseres] wegen hiertegen niet op, nu [eiseres] eveneens de beschikking krijgt over percelen met ontwikkelplannen en percelen toebedeeld krijgt waaruit huurinkomsten kunnen komen. Daarbij geldt dat haar belang bij kavel 9 weinig concreet is. Dit betekent dat kavel 9 aan [gedaagden] zal worden toebedeeld.
Overige kavels
4.7.
Aangezien geen van partijen bezwaar heeft gemaakt tegen toewijzing van kavel 1 aan [gedaagden] zal de rechtbank dienovereenkomstig beslissen. Ten aanzien van de overige kavels (2, 3, 4, 5, 6 en 8) worden kavels 5, 6 en 8 toebedeeld aan [eiseres] en de overige kavels (2, 3 en 4) aan [gedaagden] Redengevend hiervoor is dat alle partijen hiermee over – met uitzondering van kavel 9 – aaneengesloten kavels beschikken en alle partijen hiermee over inkomsten uit huuropbrengsten kunnen beschikken en ontwikkelingsmogelijkheden hebben. Daarbij geldt dat deze verdeling de rechtbank het meest billijk acht aangezien alle partijen op deze manier ongeveer 1/3 van het perceel toekomt. Ook geldt dat partijen hiermee ongeveer evenveel (marktconforme) huurinkomsten kunnen genereren. Tot slot zorgt een andere verdeling voor mogelijke (praktische) problemen, zoals het vestigen van het recht van overpad en de aanleg van bijvoorbeeld parkeer- en nutsvoorzieningen.
4.8.
De rechtbank zal derhalve de kavel 5, 6, 7 en 8 toedelen aan [eiseres] en de overige kavels aan [gedaagden] onder de verplichting voor [gedaagden] om aan [eiseres] te vergoeden een bedrag van € 14.869,00 (= € 524.377,00 -/- € 509.508,00 (totaal waardes kavels 5 t/m 8) aan onderbedeling. Dit betekent dat de in 3.1 onder III. en de in 3.5 onder I. weergegeven vorderingen voor afwijzing gereed liggen en de rechtbank aldus op grond van het in conventie subsidiair gevorderde zelf de verdeling zal vaststellen.
Verdeling zakelijke betaal- en spaarrekening
4.9.
[eiseres] vordert daarnaast verdeling van de zakelijke betaal- en spaarrekening. Hiertegen is geen verweer gevoerd, zodat dit toewijsbaar is. Het gevorderde in 3.1 onder IV zal dan ook worden toegewezen.
Het bevel tot verdeling
4.10.
Op grond van artikel 3:178 BW juncto artikelen 677 e.v. Rv zal de rechtbank partijen bevelen tot verdeling ten overstaan van een notaris over te gaan.
Aanwijzing notaris, kosten notaris, benoeming onzijdig persoon, indeplaatsstelling en dwangsom
4.11.
Tegen de benoeming van de door [eiseres] genoemde notaris en de afhandeling van de kosten is door [gedaagden] geen bezwaar gemaakt. De rechtbank zal dienovereenkomstig beslissen en de door [eiseres] voorgestelde notaris aanwijzen. De kosten van de notaris komen voor rekening van [eiseres] en [gedaagden] ieder voor 1/3 deel. Nu beide partijen vragen om verdeling ziet de rechtbank geen aanleiding een onzijdig persoon ex artikel 3:181 BW juncto 677 lid 1 en 2 Rv te benoemen. Oplegging van een dwangsom ten aanzien van de vorderingen acht de rechtbank eveneens niet passend en geboden. Hierbij wordt opgemerkt dat de gevraagde indeplaatsstelling van dit vonnis zal worden toegewezen, nu alle partijen hierbij baat kunnen hebben en hiermee de (over en weer) gevraagde medewerking kan worden ondervangen.
Afleggen rekening en verantwoording
4.12.
De vordering tot het afleggen van rekening en verantwoording over het beheer van de gemeenschap alsmede de verkoop van de effectenportefeuille zal de rechtbank afwijzen. Ten eerste omdat partijen alle drie erfgenaam en vereffenaar zijn en dus op elk evenzeer een verplichting tot rekening en verantwoording ligt. Slechts voor zover aan [gedaagde 1] een volmacht is verleend is hij voor de uitvoering van zijn volmacht tot verantwoording verplicht. [gedaagden] heeft bij conclusie van antwoord een uitgebreide reactie gegeven waaruit blijkt dat reeds rekening en verantwoording is afgelegd. Een concreet verzoek om nadere informatie is daarna niet gekomen. Gesteld noch gebleken is welke informatie [eiseres] nog nodig heeft om een vollediger beeld te krijgen.
Slotsom verdeling van de nalatenschap
4.13.
Het voorgaande leidt ertoe dat (het onverdeeld gebleven deel van) de nalatenschap van vader als volgt zal worden verdeeld:
(i) van de beschikbare banksaldi op de zakelijke betaalrekening en de zakelijke spaarrekening komt aan zowel [eiseres] als [gedaagde 1] en [gedaagde 2] ieder 1/3 deel toe, te vermeerderen met de nadien eventueel vervallen rente;
(iii) kavels 5, 6, 7 en 8 van het perceel gelegen aan de [locatie] , kadastraal bekend gemeente [gemeente] (Noord-Holland), sectie [sectie + nummer] , worden toebedeeld aan [eiseres] ;
(iv) de overige kavels van het perceel gelegen aan de [locatie] , kadastraal bekend gemeente [gemeente] (Noord-Holland), sectie [sectie + nummer] worden toebedeeld aan [gedaagden] onder de verplichting tot vergoeding van een bedrag wegens overbedeling aan [eiseres] van € 14.869,00. [gedaagde 2] en [gedaagde 1] dienen ieder de helft van dit bedrag aan [eiseres] te voldoen;
(v) de notariskosten komen voor rekening van [eiseres] , [gedaagde 1] en [gedaagde 2] ieder voor 1/3 deel.
Proceskosten
4.14.
In een procedure als de onderhavige is het, gelet op de erfrechtelijke aspecten en de omstandigheid dat partijen familie van elkaar zijn, gebruikelijk de kosten te compenseren in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Uitvoerbaarheid bij voorraad
4.15.
[gedaagden] heeft bij conclusie van antwoord de rechtbank verzocht een eventueel veroordelend vonnis niet uitvoerbaar bij voorraad te verklaren. Zij hebben daartoe aangevoerd dat een uitvoerbaarheid bij voorraad uitspreken van een dergelijk vonnis inhoudende een verdeling die [gedaagden] onwelgevallig is, betekent dat delen van het onderhavige perceel in het kadaster op naam van [eiseres] en [gedaagden] worden geregistreerd, waarna er bevoegdelijk rechtshandelingen ten aanzien van de registergoederen kunnen worden verricht, met name het bouwen van nieuwe loodsen en het aangaan van nieuwe huurovereenkomsten. Dit kan onomkeerbare gevolgen hebben die niet kunnen worden teruggedraaid indien en voorzover het gerechtshof in een eventueel te voeren hoger beroepsprocedure [gedaagden] in het gelijk zal stellen.
4.16.
[eiseres] heeft daartegenover niet onderbouwd belang te hebben bij een uitvoerbaarheid bij voorbaat. De rechtbank zal de veroordeling niet uitvoerbaar bij voorraad verklaren.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
veroordeelt [eiseres] en [gedaagden] tot medewerking aan de verdeling van de gemeenschap waarin de erven deelgenoot zijn, met benoeming van mr. L. Ploeg van Ploeg notariaat ( [adres 2] ) te Amsterdam, als notaris althans een van haar kantoorgenoten, met het recht van vervanging, ten overstaan van wie de verdeling zal plaatsvinden en daarbij te bepalen dat de kosten van de notaris voor rekening van [eiseres] , [gedaagde 1] en [gedaagde 2] komen ieder voor 1/3 deel,
5.2.
beveelt partijen over te gaan tot verdeling van de tussen hen bestaande gemeenschap op de in rechtsoverwegingen 4.2 tot en met 4.13 beschreven wijze en aldus aan [eiseres] wordt toebedeeld het deel bekend als kavel 5, 6, 7 en 8 in het taxatierapport, en de overige delen aan [gedaagden] gezamenlijk, onder de aan laatstgenoemde op te leggen verplichting tot het doen van een betaling van € 14.869,00 aan [eiseres] wegens overbedeling,
5.3.
bepaalt dat de saldi op de gezamenlijke rekeningen met nummer [rekeningnummer 1] en [rekeningnummer 2] , toekomt aan [eiseres] , [gedaagde 1] en [gedaagde 2] ieder voor 1/3 deel,
5.4.
bepaalt dat indien [eiseres] of [gedaagden] niet binnen vijf dagen na een daartoe strekkend verzoek van de notaris hun medewerking verlenen aan het passeren van de benodigde (verdelings)akte, welke akte mede inhoudt verdeling van de gezamenlijke bankrekeningen, dit vonnis in de plaats zal treden van dat deel van de notariële akte, waarin partijen hun medewerking verlenen,
5.5.
compenseert de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt, en,
5.6.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.H. van Voorst Vader, rechter, bijgestaan door mr. M.M. de Keizer, griffier en in het openbaar uitgesproken op 15 maart 2023. [1]

Voetnoten

1.type: