Uitspraak
1.Procesverloop
.
Rechtbank Amsterdam
Op 20 februari 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende een verzoek tot het verlenen van een zorgmachtiging, ingediend door de officier van justitie. Het verzoek was gericht op het verlenen van verplichte zorg aan een betrokkene, geboren in 1986, die momenteel verblijft in een zorginstelling te Amsterdam. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling van het verzoek op dezelfde dag gehouden, waarbij de verpleegkundig specialist, de heer N. Jansen, en de advocaat van de betrokkene, mr. R.P.G. van der Weide, aanwezig waren. De officier van justitie was niet ter zitting verschenen, omdat hij geen nadere toelichting op het verzoek nodig achtte.
Tijdens de behandeling heeft de verpleegkundig specialist toegelicht dat de zorgmachtiging noodzakelijk werd geacht om een terugval van de betrokkene te voorkomen, vooral nu hij binnenkort zal doorstromen naar een vervolgherstelkliniek. De betrokkene heeft echter tijdens de zitting gemotiveerd aangegeven dat hij zijn medicatie zal blijven nemen, ook zonder machtiging, en dat hij zich bewust is van zijn situatie. Hij heeft laten zien dat hij therapietrouw is en dat er in het afgelopen jaar geen incidenten zijn geweest.
De rechtbank heeft, na het horen van de betrokkene en de verpleegkundig specialist, geconcludeerd dat de betrokkene voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat hij de zorg vrijwillig zal blijven accepteren. Gezien de stabiliteit van zijn toestand en zijn ziektebesef, heeft de rechtbank het vertrouwen dat hij geen verplichte zorg nodig heeft. Daarom heeft de rechtbank het verzoek tot zorgmachtiging afgewezen. De beschikking is mondeling gegeven door rechter A.K. Mireku en schriftelijk uitgewerkt op 27 februari 2023. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.