ECLI:NL:RBAMS:2023:125

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
16 januari 2023
Publicatiedatum
16 januari 2023
Zaaknummer
13/305902-21 (onderzoek Chakwo I)
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in drugszaken met betrekking tot 2060 kilo cocaïne

Op 16 januari 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het medeplegen van het aanwezig hebben van 2060 kilo cocaïne. Het onderzoek vond plaats in het kader van het zogenaamde onderzoek Chakwo I. De rechtbank heeft de zaak behandeld op tegenspraak, waarbij de verdachte en zijn raadsman hun verweer hebben gevoerd. De officieren van justitie, mrs. J.H. van der Meij en A.C. Kramer, hebben hun vordering gepresenteerd, waarbij zij stelden dat er voldoende bewijs was voor de betrokkenheid van de verdachte bij de drugshandel. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren. Ondanks de aanwijzingen van georganiseerde drugshandel, zoals chatberichten en camerabeelden, was er geen overtuigend bewijs dat de verdachte opzettelijk cocaïne had vervoerd of aanwezig had gehad. De rechtbank heeft daarom de verdachte vrijgesproken van alle tenlastegelegde feiten. Tevens is het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven en zijn de in beslag genomen telefoons aan de verdachte geretourneerd.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Parketnummer: 13.305902.21 [verdachte]
Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13/305902-21 (onderzoek Chakwo I)
Datum uitspraak: 16 januari 2023
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren op [geboortedag] 1995 te [geboorteplaats] ,
zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland.

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen op 29 en 30 november 2022, 1 en 2 december 2022 en 2 januari 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officieren van justitie mrs. J.H. van der Meij en A.C. Kramer (hierna steeds gezamenlijk aangeduid als: officier van justitie), en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. B.A. Huijgen naar voren hebben gebracht.
De rechtbank heeft de zaak tegen verdachte gelijktijdig maar niet gevoegd behandeld met de zaken tegen de medeverdachten [medeverdachte 1] , [medeverdachte 2] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 4] , [medeverdachte 5] , en [medeverdachte 6] .

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is – na wijziging op de zitting van 29 november 2022 – ten laste gelegd dat
primair
hij in of omstreeks de periode van 4 november 2021 tot en met 8 november 2021 te Voorschoten en/of Den Haag en/of Amsterdam, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, opzettelijk heeft vervoerd en/of opzettelijk aanwezig heeft gehad, ongeveer 2060 kilogram cocaïne, in elk geval een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of een of meer ander(e) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, zijnde cocaïne en/of dat/die ander(e) middel(en) (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet;
subsidiair
hij in of omstreeks de periode van 4 november 2021 tot en met 8 november 2021 te Voorschoten en/of Den Haag en/of Amsterdam en/of Bussum en/of Hilversum, in elk geval in Nederland, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen, te weten
- het opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen,
- het opzettelijk telen, bereiden, bewerken, verwerken, verkopen, afleveren, verstrekken en/of vervoeren, en/of
- het opzettelijk vervaardigen
van ongeveer 2060 kilogram cocaïne, in elk geval een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne en/of een of meer ander(e) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, zijnde cocaïne en/of dat/die ander(e) middel(en) (een) middel(en) als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens het vijfde lid van artikel 3a van die wet
- een of meer ander(en) heeft getracht te bewegen om dat/die feit(en) te plegen en/of om daarbij behulpzaam te zijn en/of
- zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen,
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad,
waarvan hij, verdachte en/of zijn mededader(s), wist(en) of ernstige reden had(den) om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit,
immers heeft/hebben hij, verdachte, en/of zijn mededader(s)
- met één of meerdere mededader(s) telefonisch en/of via chatberichten en/of spraakberichten contacten onderhouden en/of informatie uitgewisseld en/of afspraken gemaakt over het vervoeren en/of afleveren van die cocaïne en/of dat/die ander(e) middel(en), en/of
- de beschikking gehad over een of meerdere loods(en)/woning(en)/garage(s) op/aan het [adres 1] , de [adres 2] , de [adres 3] , de [adres 4] , de [adres 5] , de [adres 6] , de [adres 7] , de [adres 8] en/of de [adres 9] en/of
-
een of meerdere telefoon(s) met chatberichten en/of spraakberichten en/of foto’s en/of adressen en/of instructies en/of aanwijzingen over het transport en/of vervoer van die cocaïne en/of dat/die ander(e) middel(en) en/of
- een of meerdere rol(len) (zwarte) tape en/of huishoudfolie en/of een of meerdere vacumeermachine(s) en/of een of meerdere handschoen(en) en/of een of meerdere (keuken)weegscha(a)l(en) en/of een of meerdere vacuümzak(ken) en/of een of meerdere gripzakje(s) en/of
- een of meerdere dozen met in elke doos tien, althans een of meerdere cocaïnetester(s) en/of
- een of meerdere koffer(s) en/of shopperbag(s) en/of (rug)tas(sen) en/of
- een of meer token(s), althans (een) betaalmiddel(en) en/of
- een of meer voertuig(en) (te weten een Volkswagen Polo gekentekend [kenteken] , een Mercedes Vito gekentekend [kenteken] , een Mercedes Benz gekentekend [kenteken] , een Mini Cooper gekentekend [kenteken] , een Volkswagen Crafter gekentekend [kenteken] en/of een Renault Traffic gekentekend [kenteken] H, een Peugeot 308 gekentekend [kenteken] , een Peugeot 308 gekentekend [kenteken] , een Citroën C1 gekentekend [kenteken] en/of een Renault Megane) en/of
- een of meerdere tag(s)/transponder(s) van/voor één of meer parkeergarage(s)
voorhanden gehad.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten staan, zijn deze verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

3.Vrijspraak

3.1.
Het standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft zich, overeenkomstig het door haar op schrift gestelde requisitoir, op het standpunt gesteld dat bewezen kan worden verklaard dat verdachte het tenlastegelegde feit heeft begaan en heeft daartoe, kort samengevat, het volgende aangevoerd.
De officier van justitie heeft gewezen op onder andere chatberichten in, en locatiegegevens van de aangetroffen telefoons, aangetroffen afbeeldingen van tokens, GPS-gegevens van de betrokken voertuigen, camerabeelden en de onderlinge contacten tussen de verdachten. Ook heeft de officier van justitie gewezen op de gebeurtenissen op 8 december 2021 waarbij in dezelfde loods in Voorschoten een grote partij cocaïne is aangetroffen. Alle feiten en omstandigheden wijzen op de grootschalige en georganiseerde handel in cocaïne en kunnen tot geen andere conclusie leiden dan dat er 4 november 2021 cocaïne dan wel een ander middel als bedoeld in lijst I van de Opiumwet is vervoerd. Uit de bewijsmiddelen blijkt dat verdachte wist dat er verdovende middelen werden vervoerd en dat hij zich in de periode van 4 tot en met 8 november 2021 in georganiseerd verband bezig hield met de handel in verdovende middelen. Verdachte was betrokken bij het vervoer van 600 kilogram cocaïne met de Mercedes Vito en het uitladen daarvan bij de [adres 3] . Verdachte heeft samen met de medeverdachten bewust en nauw samengewerkt in de uitvoering van het vooraf gemaakte plan. Bewezen kan worden dat verdachte betrokken is geweest bij het vervoeren in vereniging van een hoeveelheid van 600 kilogram cocaïne. Subsidiair dienen de handelingen aangemerkt te worden als voorbereidingshandelingen.
3.2.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft overeenkomstig zijn pleitnotities integrale vrijspraak bepleit. Hij heeft daartoe - samengevat - het volgende aangevoerd.
Niet kan worden vastgesteld dat verdachte opzettelijk een hoeveelheid verdovende middelen heeft vervoerd en/of aanwezig heeft gehad, dan wel betrokken is geweest bij de voorbereidingshandelingen daartoe. Verdachte is niet in Voorschoten geweest, hij heeft geen cocaïne onder zich gehad en evenmin kan worden vastgesteld dat sprake is van een nauwe en bewuste samenwerking met (één van) de medeverdachten. Subsidiair heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat partiële vrijspraak dient te volgen voor de pleegperiode na 4 november 2021 en voor de hoeveelheid cocaïne voor zover deze meer dan 600 kilogram bedraagt.
3.3.
Het oordeel van de rechtbank
De rechtbank leidt uit de inhoud van het dossier de volgende gang van zaken af.
Op 4 november 2021 omstreeks 07.00 uur zijn drie bussen, een Volkswagen Crafter, een Renault Trafic en een Mercedes Vito, vanuit een loods in Voorschoten richting Amsterdam gereden. Door middel van camerabeelden, GPS, informatie van transponders waarmee parkeergarages konden worden geopend en telefoons van verdachten is de gebruikte route achteraf in kaart gebracht.
De Mercedes Vito komt op 4 november 2021 om 07.52 uur aan bij de garage aan de [adres 3] en vertrekt daar omstreeks 08.45 uur.
De VW Crafter komt om 07.58 uur aan bij de garage aan de [adres 2] en rijdt niet de ondergrondse garage in, kennelijk omdat de bus te hoog is. Na een aantal minuten vertrekt de VW Crafter.
Omstreeks 11.45 uur komt de Mercedes Vito aan bij de garage aan de [adres 2] . Op het moment dat de bus in de garage staat is beelden van de garage is te zien dat een aantal mannen de garagedeur forceert en dat één man een wapen richt op [medeverdachte 1] . Vervolgens rennen de mannen weg waarop de bus, met daarin [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] en [medeverdachte 3] de garage uit rijdt.
Om 12.21 uur komt de Mercedes Vito aan bij de garage aan de [adres 3] en rijdt na korte tijd weg.
Later die middag worden de verdachten [medeverdachte 2] , [medeverdachte 1] , [medeverdachte 3] , [medeverdachte 5] en [medeverdachte 4] aangehouden. De verdachte wordt op 9 november 2021 aangehouden en verdachte [medeverdachte 6] wordt op 8 februari 2022 aangehouden.
Op de telefoons die bij de verdachten in beslag zijn genomen zijn meerdere chatberichten aangetroffen. In die berichten staat onder ander dat in de drie bussen in totaal 2060 meegenomen moet worden waarvan 200 voor een andere groep is. Ook worden foto’s van tokens verstuurd en wordt gesproken over verschillende geldbedragen. Op diezelfde dag hebben er doorzoekingen plaatsgevonden in de verschillende woningen, waarbij naast ongeveer 68 kilogram cocaïne op de [adres 2] , ook verpakkingsmateriaal is aantroffen.
De medeverdachte [medeverdachte 5] heeft de woning aan de [adres 2] gehuurd en de huur werd contant betaald. De Mercedes Vito is in de nacht van 4 november 2021 gehuurd door medeverdachte [medeverdachte 2] . De VW Crafter is op 3 november 2021 gehuurd door de partner van de medeverdachte [medeverdachte 6] .
Hoewel het er gelet op de onderzoeksbevindingen – waaronder de inhoud van de chatgesprekken, foto’s van onder meer van tokens, de huur van de verschillende woningen en busjes, camerabeelden en de aanwezigheid van een wapen – alle schijn van heeft dat er op 4 november 2021 vanuit Voorschoten illegale middelen zijn opgehaald, dat deze zijn verdeeld over diverse voertuigen en vervolgens zijn vervoerd, blijkt naar het oordeel van de rechtbank uit het dossier onvoldoende dat het om cocaïne dan wel een ander middel als bedoeld in lijst van I van de Opiumwet ging. Dat er op de [adres 2] cocaïne is aangetroffen en een maand later in dezelfde loods in Voorschoten een partij cocaïne is onderschept, maakt dit niet anders. Hieruit kan niet met een voor een bewezenverklaring vereiste zekerheid worden afgeleid dat op 4 november 2021 vanuit Voorschoten eveneens cocaïne werd vervoerd of aanwezig heeft gehad.
Van de “2060” die op 4 november 2021 in Voorschoten zouden zijn opgehaald, is geen spoor aangetroffen. In de gebruikte voertuigen zijn geen (sporen van) verdovende middelen aangetroffen. Het adres [adres 3] is pas later uit onderzoek bekend geworden. Uit de camerabeelden van de bij dat pand behorende garage en telefoongegevens kan worden afgeleid dat op 4 november 2021 in de vroege ochtend verdachten [medeverdachte 2] , [verdachte] en [medeverdachte 5] daar aanwezig waren en dat verdachte met iemand anders zware goederen met een karretje vanuit de garage naar de bovengelegen woning bracht. Verdachte heeft verklaard in die woning te verblijven. Bij doorzoeking van de woning zijn geen (sporen van) verdovende middelen aangetroffen. Naar een aantal andere adressen is geen nader onderzoek gedaan. Niet is vastgesteld dat de in de woning aan de [adres 2] aangetroffen 68 pakketten cocaïne afkomstig zijn uit/aanwezig zijn geweest in een van de genoemde voertuigen op 4 november 2021.
Verdachte zal daarom worden vrijgesproken van hetgeen hem primair ten laste is gelegd.
De rechtbank is voorts van oordeel dat voor het subsidiair ten laste gelegde evenmin een bewezenverklaring kan volgen. Hoewel vast staat dat er verschillende voertuigen zijn gehuurd, woningen ter beschikking zijn gesteld en dat tijdens de doorzoekingen op de verschillende adressen voorwerpen en attributen zijn aangetroffen, zoals genoemd in de tenlastelegging, kan niet met voldoende zekerheid de conclusie worden getrokken dat deze bestemd waren voor het voorbereiden van Opiumwetdelicten zoals tenlastegelegd, nu niet, zoals hierover is overwogen, buiten redelijke twijfel vaststaat dat het ging om cocaïne dan wel een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I. Dat het er weliswaar, zoals hierboven reeds overwogen, alle schijn van heeft dat deze voorwerpen en middelen bestemd waren voor illegale activiteiten en dat het bepaald niet uit te sluiten is dat het ging om grootschalige harddrugshandel, is voor een bewezenverklaring van het tenlastegelegde onvoldoende.
Verdachte zal dan ook worden vrijgesproken van het subsidiair ten laste gelegde.

4.Beslag

Onder verdachte zijn, blijkens de beslaglijst van 24 oktober 2022, de volgende voorwerpen in beslag genomen:
1. STK Telefoontoestel, zwart Apple (6122149)
2. 1 STK Telefoontoestel, wit Samsung Duos (6122151)
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de onder de nummers 1 en 2 in beslaggenomen voorwerpen dienen te worden verbeurd verklaard. De verdediging heeft zich niet uitgelaten over het beslag.
De rechtbank oordeelt als volgt.
Retour rechthebbende
De onder nummer 1 en 2 in beslaggenomen voorwerpen, toebehorende aan verdachte, dienen aan hem te worden geretourneerd, nu deze voorwerpen niet in relatie staat tot enig strafbaar feit, althans daarvan is uit het onderzoek niet gebleken.

5. Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart het ten laste gelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij.
Heft op het – geschorste – bevel tot voorlopige hechtenis.
Gelast de teruggave aan verdachte van:
1. STK Telefoontoestel, zwart Apple (6122149)
2. 1 STK Telefoontoestel, wit Samsung Duos (6122151)
Dit vonnis is gewezen door
mr. G. Oldekamp, voorzitter,
mrs. C.P.E. Meewisse en S. Djebali, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. K.M.H. Stikkers, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 16 januari 2023.