ECLI:NL:RBAMS:2023:1249

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
14 februari 2023
Publicatiedatum
6 maart 2023
Zaaknummer
13/305059-20
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onherstelbaar vormverzuim en strafvermindering bij veroordeling voor opzettelijk aanwezig hebben van verboden stoffen en voorbereidingshandelingen

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 14 februari 2023 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het opzettelijk aanwezig hebben van verboden middelen, voorbereidingshandelingen voor het verwerken van deze middelen en het voorhanden hebben van een geluiddemper. De rechtbank heeft vastgesteld dat er onherstelbare vormverzuimen zijn begaan tijdens het voorbereidend onderzoek, met name bij de doorzoeking van de woning van de verdachte. Hierdoor is besloten tot strafvermindering. De verdachte is veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden. De rechtbank heeft de feiten beoordeeld en vastgesteld dat de verdachte op 30 augustus 2019 opzettelijk verschillende verboden middelen aanwezig heeft gehad en voorbereidingshandelingen heeft verricht. Tevens is vastgesteld dat de verdachte een geluiddemper voorhanden had. De rechtbank heeft de bewijsvoering van het Openbaar Ministerie en de verdediging gewogen en geconcludeerd dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten, maar heeft vrijspraak uitgesproken voor medeplegen. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan in overweging genomen bij het bepalen van de straf.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13/305059-20
Datum uitspraak: 14 februari 2023
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] ( [land van herkomst] ) op [geboortedag] 1970,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[adres 1] .

1.Onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 31 januari 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie,
mr. S.W.M. van der Linde, en van wat verdachte en zijn raadsman,
mr. J. van Weers, naar voren hebben gebracht.

2.Beschuldiging

Aan verdachte is – kort gezegd – ten laste gelegd dat hij zich in Amsterdam heeft schuldig gemaakt aan het:
Feit 1: samen met anderen, of alleen, opzettelijk aanwezig hebben van verschillende verboden middelen op 30 augustus 2019.
Feit 2: samen met anderen, of alleen, opzettelijk voorhanden hebben van goederen die bestemd zijn voor het verwerken/afleveren/verstrekken van verboden middelen op 30 augustus 2019.
Feit 3: voorhanden hebben van een geluiddemper op 31 augustus 2019.
De tekst van de volledige tenlastelegging is opgenomen in
bijlage Idie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

3.Waardering van het bewijs

3.1
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat geen sprake is van vormverzuimen in het voorbereidend onderzoek.
Uit de in de woning van verdachte aangetroffen middelen zijn monsters genomen die in het politielaboratorium zijn onderzocht. Daaruit blijkt dat de stoffen en hoeveelheden zoals onder 1 tenlastegelegd wettig en overtuigend bewezen kunnen worden. In totaal gaat het om een gewicht van 17,959 kilogram. Van medeplegen dient partieel vrijspraak te volgen.
Ook feit 2 kan worden bewezen. De in de garage van verdachte aangetroffen goederen waren evident bedoeld om de verboden stoffen die verdachte aanwezig had te verwerken en te verstrekken. Voor medeplegen dient partieel vrijspraak te volgen.
Bij de doorzoeking in het bedrijfspand van verdachte is een geluiddemper voor een vuurwapen aangetroffen. Verdachte moet zich bewust zijn geweest van de geluiddemper en kon daarover beschikken, zodat ook het tenlastegelegde onder 3 kan worden bewezen.
3.2
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat de doorzoeking van het voertuig, het openen van het poststuk en het binnentreden van de woning van verdachte en de daaropvolgende doorzoeking, niet rechtmatig waren. Met het openen van het poststuk van verdachte is het briefgeheim geschonden. Bovendien is aan verdachte te laat de cautie gegeven. Daarmee is sprake van onherstelbare vormverzuimen in het voorbereidend onderzoek die moeten leiden tot bewijsuitsluiting. Als gevolg daarvan dient alles wat tijdens de doorzoeking is aangetroffen te worden uitgesloten van het bewijs, zodat vrijspraak dient te volgen.
Subsidiair heeft de raadsman vrijspraak bepleit van alle feiten, omdat niet duidelijk is hoe de goederen zijn aangetroffen. De middelen die verdachte verkocht via zijn website waren legaal. Voor het verwerken van de bestellingen gebruikte verdachte de gripzakjes en andere verpakkingsmaterialen. Verdachte had geen wetenschap van de aanwezigheid van andere, verboden, middelen in zijn woning.
Verdachte heeft verklaard dat de middelen die in de bakjes in zijn garage zijn aangetroffen geen drugs maar chemicaliën zijn die hij legaal in- en verkocht via de website van zijn bedrijf. Van de tassen met inhoud wist verdachte niet dat die in zijn garage lagen. Deze waren afkomstig van het oude bedrijfspand waar verdachte pakketten inpakte en transporteerde voor een ander bedrijf en mogelijk in zijn garage neergezet door zijn broer toen hij in detentie zat. De apparatuur en verpakkingsmaterialen die in de garage zijn aangetroffen, gebruikte hij voor het verwerken van bestellingen. De geluiddemper die in zijn bedrijfspand is aangetroffen, is niet van hem en lag in een voor klanten vrij toegankelijke ruimte.
3.3
Oordeel van de rechtbank
3.3.1
Inleiding
Op 30 augustus 2019 hielden verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] op [straatnaam] te Amsterdam een voertuig met kenteken [kentekennummer] staande, omdat de bestuurder (de later aangehouden [medeverdachte] ) geen gordel droeg. [medeverdachte] had geen identiteitsbewijs bij zich, waarop verbalisant [verbalisant 1] het voertuig ging doorzoeken. Daarbij trof hij bij de middenconsole een poststuk aan. Hierin bleek een gripzakje te zitten met vermoedelijk verdovende middelen. [medeverdachte] verklaarde dat zowel het voertuig als dit poststuk van een vriend was genaamd [verdachte] (hierna: verdachte). De identiteitskaart van [medeverdachte] zou in de woning van verdachte liggen op het adres [adres 2] , waar [medeverdachte] logeerde. Verbalisanten zijn met [medeverdachte] meegegaan en zijn de woning binnen gegaan. Daar werd ook verdachte aangetroffen. Uiteindelijk is de woning doorzocht en is er naast verpakkingsmateriaal, weegschalen en een sealapparaat, een grote hoeveelheid vermoedelijk verboden materialen/stoffen aangetroffen.
De vragen die voorliggen zijn – kort gezegd – of verdachte al dan niet samen met een ander opzettelijk verboden middelen voorhanden heeft gehad (feit 1) al dan niet samen met een ander voorbereidingshandelingen heeft getroffen voor het verwerken/afleveren/verstrekken van deze verboden middelen (feit 2) en een geluiddemper voorhanden heeft gehad (feit 3). Voordat de rechtbank deze vragen kan beantwoorden, zal zij eerst moeten beoordelen of de doorzoeking van het voertuig van verdachte, het (laten) openen van het poststuk en het binnentreden van de woning van verdachte en de daaropvolgende doorzoeking, rechtmatig zijn geweest.
3.3.2
Vormverzuimen
Blijkens het proces-verbaal van verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] , doorzocht [verbalisant 1] het voertuig op grond van artikel 55b van het Wetboek van Strafvordering (Sv) om de identiteit van [medeverdachte] te kunnen vaststellen. Bij de middenconsole lag een poststuk. Dit poststuk voelde licht aan. Er zat iets in de vorm van een vierkant in. [verbalisant 1] vroeg aan [medeverdachte] of hij het poststuk wilde openen, aan welk verzoek [medeverdachte] gehoor gaf. In het poststuk zat een zwart ondoorzichtig gripzakje. [verbalisant 1] opende het gripzakje en daarin bleek nog een (doorzichtig) gripzakje te zitten met wit poeder, vermoedelijk verdovende middelen. In het voertuig werd geen identiteitskaart van [medeverdachte] aangetroffen.
Verbalisanten [verbalisant 1] , [verbalisant 2] en hun collega [verbalisant 3] gingen daarop mee naar de woning van verdachte. Eenmaal bij de woning aangekomen, liet [medeverdachte] verbalisanten de woning binnen. Op de vraag van verbalisanten of zij mee mochten lopen naar binnen knikte [medeverdachte] ‘ja’.
In de woning bleek onder andere verdachte aanwezig te zijn. Verdachte overhandigde verbalisant [verbalisant 1] op verzoek zijn rijbewijs. Verbalisant [verbalisant 1] trok verdachte na in de politiesystemen en zag dat hij meerdere malen voorkwam vanwege antecedenten op het gebied van de Wet wapens en munitie en de Opiumwet. Vervolgens zagen verbalisanten een BQ Aquaris telefoon (hierna: BQ-telefoon) liggen op een bureau. Ambtshalve weten verbalisanten dat een dergelijke telefoon een encrypted smartphone is die veelal in het criminele circuit wordt gebruikt om te communiceren. Verdachte verklaarde dat dit zijn telefoon was. Daarop deelde [verbalisant 1] verdachte de cautie en zijn recht om een advocaat te consulteren mee en confronteerde hem met het aangetroffen gripzakje met vermoedelijk verdovende middelen afkomstig uit het poststuk uit zijn voertuig. Met toestemming van verdachte zijn verbalisanten vervolgens een rondje door de woning gelopen. Verbalisanten kregen van verdachte geen toestemming om de garage binnen te gaan. Daarvoor hebben zij een machtiging tot binnentreden afgewacht. Verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 3] zijn na het verkrijgen van deze machtiging de garage gaan doorzoeken. Zij troffen daar een stellage aan met meerdere vershoudbakken met daarin wit poeder, brokken, kristallen, bruin poeder, roze poeder en gekleurd poeder. In een aantal tassen in de garage werden verschillende zakjes en potjes, poeders en op cannabis gelijkende kruiden aangetroffen. Ook werden de volgende goederen aangetroffen: een sealapparaat, sealzakken, poststukken, dozen met doorzichtige gripzakken, dozen met zwarte ondoorzichtige gripzakken, weegschalen en dozen met verpakkingsmateriaal.
Beoordeling rechtmatigheid doorzoeking voertuig van verdachte
Op grond van artikel 55b Sv zijn verbalisanten gerechtigd om een persoon die is staande gehouden of aangehouden aan zijn kleding te onderzoeken en ook voorwerpen die hij bij zich draagt of met zich meevoert te onderzoeken als dat noodzakelijk is voor de vaststelling van zijn identiteit. Zoals verbalisanten in hun proces-verbaal van bevindingen hebben beschreven en ook bij de rechter-commissaris hebben verklaard, kon [medeverdachte] na zijn staande houding geen identiteitskaart laten zien. Gelet daarop waren verbalisanten gerechtigd om ook het voertuig waar [medeverdachte] op dat moment in reed (die van verdachte) te doorzoeken ter vaststelling van de identiteit van de bestuurder. De rechtbank oordeelt de doorzoeking van het voertuig op grond van artikel 55b Sv dan ook rechtmatig.
Beoordeling rechtmatigheid openen van het poststuk
Bij de doorzoeking van het voertuig is verbalisant [verbalisant 1] op een poststuk gestuit. Zoals verbalisant [verbalisant 1] in het proces-verbaal van bevindingen heeft beschreven en ook bij de rechter-commissaris preciezer heeft verklaard, heeft hij daarop [medeverdachte] gevraagd het poststuk te openen, aan welk verzoek [medeverdachte] voldeed. De raadsman heeft aangevoerd dat met het openen van het poststuk een grondrecht is geschonden, namelijk het recht op briefgeheim zoals is vastgelegd in artikel 13 van de Grondwet (Gw) en dat daarmee sprake is van een vormverzuim. De rechtbank is van oordeel dat artikel 13 Gw in dit geval niet aan de orde is, omdat het niet gaat om een brief, zodat het briefgeheim dus niet geschonden kan zijn, en [medeverdachte] de envelop bovendien vrijwillig openmaakte. De envelop met inhoud was evenmin een poststuk in de zin van artikel 100 Sv, omdat het hier niet gaat om een stuk dat aan een postvervoerbedrijf of soortgelijke instelling van vervoer is toevertrouwd. De rechtbank oordeelt dat geen sprake is van onrechtmatigheden bij het (laten) openen van het poststuk.
Beoordeling rechtmatigheid binnentreden in de woning van verdachte
Vervolgens blijkt uit het proces-verbaal van bevindingen en uit de getuigenverhoren bij de rechter-commissaris dat verbalisanten [verbalisant 1] , [verbalisant 2] (en hun collega [verbalisant 3] ) op verzoek van [medeverdachte] mee zijn gegaan naar de woning van verdachte. Verbalisanten zijn vervolgens door [medeverdachte] zelf uitgenodigd om mee naar binnen te gaan omdat hij zijn identiteitsbewijs wilde laten zien.
Vooropgesteld moet worden dat een opsporingsambtenaar die een woning wil binnentreden, op grond van artikel 1, eerste lid, van de Algemene wet op het binnentreden (Awbi), verplicht is om zich – voordat hij naar binnen gaat – te legitimeren en mededeling te doen van het doel van binnentreden. De voorschriften zijn ook van toepassing op de situatie waarin men met toestemming van de bewoner wil binnen treden als bedoeld in artikel 1, vierde lid, van de Awbi.
De rechtbank stelt vast dat uit het proces-verbaal van bevindingen niet valt op te maken dat verbalisanten zich voorafgaand aan het binnengaan van de woning van verdachte persoonlijk door middel van een politiepas hebben gelegitimeerd en op dat moment mededeling van hun doel hebben gedaan aan de bewoner van de woning, zijnde verdachte. Daarnaast valt uit het proces-verbaal van bevindingen niet op te maken dat verbalisanten toestemming hebben gevraagd aan verdachte om de woning te betreden. Zij zijn met [medeverdachte] de woning in gegaan, maar [medeverdachte] was niet de bewoner van de woning en verbleef daar tijdelijk. Verbalisanten hadden daarom eerst toestemming aan (in dit geval) verdachte moeten vragen of zij naar binnen mochten. Daarmee is sprake van twee vormverzuimen als bedoeld in artikel 359a Sv. De rechtbank concludeert gelet daarop dat het binnentreden onrechtmatig is geweest. Dat verdachte het, nadat de verbalisanten de reden van hun komst (het vaststellen van de identiteit van [medeverdachte] ) hadden meegedeeld, prima leek te vinden dat verbalisanten in zijn woning waren, maakt dit niet anders en repareert deze vormverzuimen niet omdat de verbalisanten zich toen al fysiek in de woning van verdachte bevonden.
Beoordeling moment van de cautie
Nadat verbalisanten de woning van verdachte hadden betreden, troffen zij ook verdachte aan. Verbalisant [verbalisant 1] is met verdachte in gesprek gegaan en vroeg hem om zijn identiteitsbewijs. Daarop verstrekte verdachte zijn rijbewijs. Vervolgens is [verbalisant 1] in de politiesystemen gaan kijken en ontdekte hij dat verdachte antecedenten had. Hierna zagen verbalisanten een BQ-telefoon liggen, Nadat verdachte verklaarde dat de BQ-telefoon van hem was, is hem de cautie gegeven.
Over de cautieplicht overweegt de rechtbank het volgende. De in artikel 29, tweede lid, Sv opgenomen cautieplicht beoogt een verdachte te behoeden tegen ongewilde medewerking aan zijn eigen veroordeling en heeft alleen betrekking op een verhoorsituatie. Daarbij gaat het om alle vragen aan de verdachte die gaan over zijn betrokkenheid bij een geconstateerd strafbaar feit waarvan hij als verdachte was aangemerkt. Pas op het moment dat verdachte verklaarde dat de BQ-telefoon van hem was, ontstond blijkens het proces-verbaal van bevindingen bij verbalisanten het vermoeden dat verdachte zich mogelijk had schuldig gemaakt aan een strafbaar feit. Daarop is hem de cautie gegeven. Voorafgaand aan het geven van de cautie was nog geen sprake van een verhoorsituatie en zijn verdachte blijkens het dossier geen vragen gesteld over zijn mogelijke betrokkenheid bij strafbare feiten. De rechtbank stelt daarmee vast dat de cautie tijdig is gegeven.
Beoordeling rechtmatigheid doorzoeking
Verbalisanten zijn hierna met toestemming van verdachte door zijn woning gelopen. Zij mochten blijkens het proces-verbaal van bevindingen overal rondkijken van verdachte, maar niet in de garage. Dat hebben verbalisanten toen ook nog niet gedaan. Wel hebben zij een machtiging tot binnentreden van de woning van verdachte aangevraagd. Pas nadat deze machtiging door de rechter-commissaris was verstrekt, zijn verbalisanten in de garage gaan kijken nadat verdachte de deur daarnaartoe voor hen had geopend met de sleutel. Daarmee acht de rechtbank de doorzoeking rechtmatig.
Conclusie
De rechtbank heeft hiervoor vastgesteld dat er bij het binnentreden sprake is geweest van onherstelbare vormverzuimen als bedoeld in artikel 359a Sv. Wat er is gevolgd op dit binnentreden, is niet de vondst van de (vermoedelijk) verboden middelen. Deze zijn namelijk pas ontdekt nadat een doorzoeking plaatsvond waarbij wel een machtiging was verstrekt. Daarbij heeft de rechtbank geen onrechtmatigheden vastgesteld. Omdat het binnentreden aanvankelijk wel onrechtmatig heeft plaatsgevonden, is er in beginsel sprake van een schending van het huisrecht en van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. De rechtsgevolgen van deze onherstelbare vormverzuimen blijken niet uit de wet. De rechtbank beschouwt de schending van voornoemde voorschriften als een zodanig ernstig vormverzuim, dat niet kan worden volstaan met de enkele vaststelling dat onherstelbare vormverzuimen zijn begaan. De rechtbank vindt het in dit geval passend om strafvermindering toe te passen bij de op te leggen straf.
3.3.3
Beoordeling van feit 1
De middelen die in de tassen en plastic bakken afkomstig uit de garage van verdachte zijn aangetroffen, zijn in het laboratorium onderzocht. Het bleek te gaan om een hoeveelheid van in totaal 0,23 kg JWH-018, verschillende hoeveelheden van in totaal 4,16 kg 4-MEC, verschillende hoeveelheden van in totaal 9,609 kg Methylon, verschillende hoeveelheden van in totaal 0,627 kg 4-FA, verschillende hoeveelheden van in totaal 3,03 kg AM-2201, verschillende hoeveelheden van in totaal 0,167 kg Pentedron, 0,12 kg Alfa-PVP, 0,001 kg Methiopropamine, 0,001 kg Methoxetamine en 0,014 kg MDPV. Dit zijn allemaal middelen die vermeld staan op lijst I van de Opiumwet en daarmee verboden zijn.
Verdachte was de eigenaar van de garage behorend bij zijn woning. Hij gebruikte de garage, had er toegang tot en beschikte over de sleutel. Dat verdachte niet zou hebben geweten dat deze verboden middelen in zijn garage aanwezig waren, acht de rechtbank niet aannemelijk. De garage was overzichtelijk en netjes opgeruimd en verdachte kwam er naar eigen zeggen regelmatig om pakketten te maken voor verzending aan klanten. De tassen en bakken waarin de verboden middelen zijn aangetroffen, kunnen de verdachte dus niet zijn ontgaan. Opvallend daarbij is dat de verboden middelen verpakt zaten in dezelfde verpakking als waarin verdachte de ‘legale chemicaliën’ zegt te verpakken. Bovendien waren de in de tassen gevonden spullen volgens zijn eigen verklaring wel van verdachte, namelijk van eerdere bedrijfsactiviteiten. Dat zijn broer de spullen zonder zijn medeweten daar heeft neergelegd acht de rechtbank niet geloofwaardig. De rechtbank passeert dus het verweer op dit punt en stelt vast dat verdachte wetenschap had van en beschikkingsmacht had over de in tassen en bakken aangetroffen verboden materialen in de garage.
De rechtbank vindt feit 1 daarmee bewezen. Wel zal de rechtbank verdachte vrijspreken van medeplegen, omdat de rechtbank niet bewezen vindt dat verdachte dit feit in nauwe en bewuste samenwerking met een of meer medeverdachte(n) heeft gepleegd.
3.3.4
Beoordeling van feit 2
Op grond van de hiervoor beschreven bevindingen van de politie over het aantreffen van een sealapparaat, verpakkingsmaterialen zoals gripzakjes, en weegschalen is de rechtbank van oordeel dat deze goederen dienden voor het verwerken, afleveren en verstrekken van de verboden middelen die in de garage van verdachte zijn aangetroffen. Dergelijke verboden middelen worden over het algemeen in kleinere gebruikershoeveelheden opgedeeld en in gripzakjes verpakt. Verdachte was de eigenaar van de garage behorend bij zijn woning. Hij gebruikte de garage, had er toegang tot en beschikte over de sleutel. Daarmee had hij beschikkingsmacht over de goederen in de garage. Uit concrete feiten en omstandigheden uit het dossier en ook uit zijn eigen verklaring op de zitting volgt dat hij van de aanwezigheid van deze goederen op de hoogte was. Naar eigen zeggen gebruikte hij deze voor de legale handel in chemicaliën.
De rechtbank vindt daarmee bewezen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan het plegen van voorbereidingshandelingen in de zin van de Opiumwet. Wel zal de rechtbank verdachte vrijspreken van medeplegen, omdat de rechtbank niet bewezen vindt dat verdachte dit feit in nauwe en bewuste samenwerking met een of meer medeverdachte(n) heeft gepleegd.
3.3.5
Beoordeling van feit 3
Naar aanleiding van het aantreffen van de verboden middelen in de garage, heeft op 31 augustus 2019 een doorzoeking plaatsgevonden in het bedrijfspand van verdachte, gelegen aan [adres 3] . In een kantoorruimte is in een lade van het bureau een geluiddemper aangetroffen. Deze is nader onderzocht door een wapendeskundige. Het bleek te gaan om een geluiddemper die past op een vuurwapen. Het voorhanden hebben daarvan is verboden.
Verdachte heeft verklaard dat de geluiddemper niet van hem is en deze is aangetroffen in een kantoorruimte die toegankelijk was voor klanten. In deze kantoorruimte zouden gereedschappen liggen en zouden klanten op de computer kunnen zoeken naar auto-onderdelen. De rechtbank vindt deze verklaring niet geloofwaardig. De geluiddemper is in een bureaulade aangetroffen. Verdachte moet zich bewust zijn geweest van de geluiddemper en kon daarover beschikken. De rechtbank vindt gelet hierop bewezen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan feit 3.

4.Bewezenverklaring

De rechtbank acht op grond van de in
bijlage IIopgenomen bewijsmiddelen bewezen dat verdachte:
Feit 1
op 30 augustus 2019 te Amsterdam opzettelijk aanwezig heeft gehad,
- een hoeveelheid JWH-018 met een gewicht van totaal (ongeveer) 0,23 kg en
- een hoeveelheid 4-MEC met een gewicht van totaal (ongeveer) 4,16 kg en
- een hoeveelheid Methylon met een gewicht van totaal (ongeveer) 9,609 kg en
- een hoeveelheid 4-FA met een gewicht van totaal (ongeveer) 0,627 kg en
- een hoeveelheid AM-2201 met een gewicht van totaal (ongeveer) 3,03 kg en
- een hoeveelheid Pentedron met een gewicht van totaal (ongeveer) 0,167 kg en
- een hoeveelheid Alfa-PVP met een gewicht van totaal (ongeveer) 0,12 kg en
- een hoeveelheid Methiopropamine met een gewicht van totaal (ongeveer) 0,001 kg en
- een hoeveelheid Methoxetamine met een gewicht van totaal (ongeveer) 0,001 kg en
- een hoeveelheid MDPV met een gewicht van totaal (ongeveer) 0,014 kg
zijnde JWH-018 en 4-MEC en Methylon en 4-FA en AM-2201 en Pentedron en Alfa-PVP en Methiopropamine en Methoxetamine en MDPV een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I.
Feit 2
op 30 augustus 2019 te Amsterdam om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten het opzettelijk verwerken, afleveren en/of verstrekken van hoeveelheden van een materiaal bevattende 4-MEC en/of Methylon en/of JWH-018 en/of 4-FA en/of Pentedron en/of AM-2201 en/of MDPV en/of Methiopropamine en/of Methoxetamine en/of Alfa-PVP (α-PVP), althans een stof bevattende 4-MEC en/of Methylon en/of JWH-018 en/of 4-FA en/of Pentedron en/of AM-2201 en/of MDPV en/of Methiopropamine en/of Methoxetamine en/of Alfa-PVP (α-PVP) voor te bereiden en/of te bevorderen,
voorwerpen en/of stoffen voorhanden heeft gehand waarvan hij wist dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit, immers heeft hij opzettelijk daartoe:
materialen, te weten een sealapparaat en sealzakken en weegschalen en poststukken en meerdere dozen met gripzakken en meerdere dozen verpakkingsmateriaal, voorhanden gehad.
Feit 3
op 31 augustus 2019 te Amsterdam een wapen als bedoeld in art. 2 lid 1 categorie I onder 3° van de Wet wapens en munitie, te weten een geluiddemper voor vuurwapens, voorhanden heeft gehad.
De taal- en/of schrijffouten die in de tenlastelegging stonden, zijn verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.

5.Strafbaarheid van de feiten

De bewezen verklaarde feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

6.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

7.Motivering van de straf

7.1
Eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaren en 6 maanden.
7.2
Standpunt van de verdediging
De verdediging heeft aangevoerd dat de straf die de officier van justitie heeft gevorderd veel te hoog is en volstaan kan worden met een geheel voorwaardelijke straf.
7.3
Oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van de bewezen verklaarde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte.
Aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft een aanzienlijke hoeveelheid verboden middelen aanwezig gehad die worden gebruikt voor de productie van synthetische drugs, ook wel bekend als designerdrugs. Designerdrugs bestaan vaak uit een mengsel van stoffen waarvan een deel legaal is en een ander deel illegaal. Deze stoffen vormen een bedreiging voor de volksgezondheid en kunnen een zeer verslavende werking hebben. Het gebruik van deze middelen gaat vaak samen met crimineel gedrag. Ook heeft verdachte voorbereidingshandelingen getroffen voor het verwerken en afleveren van deze verboden middelen door in de garage van zijn woning diverse voorwerpen voorhanden te hebben die de voorbereiding van Opiumwetfeiten mogelijk maken. Verdachte heeft enkel oog gehad voor zijn eigen financiële gewin ten koste van de gezondheid van potentiële gebruikers. Daarnaast heeft verdachte een geluidsdemper voorhanden gehad. Verdachte heeft zich daarmee schuldig gemaakt aan ernstige feiten.
De rechtbank heeft bij het bepalen van de op te leggen straf acht geslagen op de oriëntatiepunten voor straftoemeting voor de rechtspraak zoals die zijn afgesproken in het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Het oriëntatiepunt voor het voorhanden hebben van de hoeveelheid verboden middelen die verdachte voorhanden heeft gehad, is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 30 maanden. Voor het voorhanden hebben van een geluiddemper wordt een geldboete genoemd. Er is geen oriëntatiepunt voor het treffen van voorbereidingshandelingen voor het verwerken, afleveren en/of verstrekken van verboden stoffen.
Gelet op de aard en ernst van de feiten is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden volstaan met een andere straf dan een gevangenisstraf.
Persoon van verdachte
De rechtbank heeft kennis genomen van het strafblad van verdachte van 27 december 2022. Hieruit blijkt dat hij eerder is veroordeeld voor soortgelijke delicten. De rechtbank neemt daarom recidive aan en merkt dit aan als strafverzwarend.
Redelijke termijn en strafvermindering wegens vormverzuimen
Verdachte is op 30 augustus 2019 aangehouden en niet in verzekering gesteld. Op 2 december 2020 is aan verdachte door middel van een brief van de officier van justitie kenbaar gemaakt dat hij voor onderhavige feiten zou worden vervolgd. Pas op 31 januari 2023 is de zaak inhoudelijk behandeld, 2 jaar en 2 maanden na de inkennisstelling dat tot verdere vervolging zou worden overgegaan. De redelijke termijn is daarom met 2 maanden overschreden. De rechtbank vindt, gelet op de geringe overschrijding, een strafkorting van 3 maanden passend.
Aan de geconstateerde onherstelbare vormverzuimen heeft de rechtbank het gevolg strafvermindering verbonden. De rechtbank zal de op te leggen gevangenisstraf daarom met nog eens 3 maanden verminderen.
Conclusie
Alles afwegende is de rechtbank van oordeel dat een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden passend is.

8.Beslag

Onder verdachte zijn voorwerpen in beslag genomen zoals vermeld op de beslaglijst die als
bijlage IIIaan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
Verbeurdverklaring
De beslaglijst vermeldt onder nr. 14 en nr. 17 administratie/schriftelijke bescheiden die verdachte toebehoren. Nu met behulp van die voorwerpen het onder 1 en 2 bewezen geachte is begaan en/of voorbereid, worden deze voorwerpen verbeurdverklaard.
Onttrekking aan het verkeer
Op de beslaglijst zijn onder de hierna te noemen nummers verdovende middelen en stoffen opgenomen waarvan een deel is getest maar een deel niet. Ook zijn een geluiddemper, een BQ-telefoon, een sealapparaat, weegschalen en verpakkingsmaterialen op de beslaglijst vermeld. Omdat deze goederen tot het begaan van feit 2 en/of feit 3 zijn vervaardigd of bestemd en zij van zodanige aard zijn dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet of het algemeen belang, worden deze voorwerpen onttrokken aan het verkeer.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen en maatregel zijn gegrond op de artikelen 33, 33a, 36b, 36c 57 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 2, 10 en 10a van de Opiumwet en de artikelen 13 en 55 van de Wet wapens en munitie.

10.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
Feit 1:
handelen in strijd met het in artikel 2, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod;
Feit 2:
een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10, voorbereiden of bevorderen, door voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden of andere betaalmiddelen voorhanden hebben, waarvan hij weet of ernstige reden heeft om te vermoeden dat zij bestemd zijn tot het plegen van dat feit;
Feit 3:
handelen in strijd met artikel 13 lid 1 van de Wet wapens en munitie.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvan
24 (vierentwintig) maanden.
Verklaart verbeurd:
- Nr. 14: 5 STK Administratie (Omschrijving: PL1300-2019184080-5800131)
- Nr. 17: 4 STK Administratie (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801269, 4 ringmap met admin)
Verklaart onttrokken aan het verkeer:
- Nr. 3: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801127, Wit, merk: Poeder)
- Nr. 4: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801128, Wit, merk: Poeder)
- Nr. 5: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801129, Poeder)
- Nr. 6: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801130, onbekende inhoud)
- Nr. 7: 1 STK Weegschaal (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801131, Zwart)
- Nr. 8: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801132, Wit, merk: Poeder)
- Nr. 9: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801133, Wit, merk: Poeder)
- Nr. 10: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801135, Groene blaadjes)
- Nr. 11: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801136, wit, merk: Poeder)
- Nr. 12: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801137, Onbekend)
- Nr. 13: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801138, Kristal)
- Nr. 15: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801424, Wit, merk: Poeder)
- Nr. 16: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801523, Poeder/Kristal)
- Nr. 18: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801259, Wit, merk: Poeder)
- Nr. 19: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801258, onbek. inhoud)
- Nr. 20: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801260, Onbek. inhoud)
- Nr. 21: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801261, Bruin, merk: Poeder)
- Nr. 22: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801262, Onbekend)
- Nr. 23: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801263, Onbekend)
- Nr. 24: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801264, Wit, merk: Poeder)
- Nr. 25: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801266, Wit, merk: Poeder)
- Nr. 26: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801268, Bruin, merk: Poeder)
- Nr. 27: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801270, Bruin, merk: Poeder)
- Nr. 28: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801271, Bruin, merk: Poeder)
- Nr. 29: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801272, Kristallen)
- Nr. 30: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801273, Kristallen)
- Nr. 31: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801275, Kristallen)
- Nr. 32: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801277, Groene korrels)
- Nr. 33: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801278, Bruin, merk: Poeder)
- Nr. 34: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801240, witte, merk: Brokken)
- Nr. 35: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801242, Wit, merk: Poeder)
- Nr. 36: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801245, Wit, merk: Poeder)
- Nr. 37: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801247, Wit, merk: Poeder)
- Nr. 38: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801249, Bruin, merk: Poeder)
- Nr. 39: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801251, wit, merk: poeder)
- Nr. 40: 3 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801235, Wit poeder)
- Nr. 41: 18 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801237, Kristallen)
- Nr. 42: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801241, Wit poeder)
- Nr. 43: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801243, Bruin poeder)
- Nr. 44: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801246, Wit poeder)
- Nr. 45: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801248, Wit poeder)
- Nr. 46: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801250, Wit poeder)
- Nr. 47: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801252, Wit poeder)
- Nr. 48: 1 STK Tas (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801255, verschillende inhoud)
- Nr. 49: 19 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801256, Onbekend)
- Nr. 50: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801187, Onbekend)
- Nr. 51: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801190, Onbekend)
- Nr. 52: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801191, Witte brokken)
- Nr. 53: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801193, wit poeder)
- Nr. 54: 2 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801196, tot. 32 pillen)
- Nr. 55: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801199, Onbekend)
- Nr. 56: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801203, onbekend)
- Nr. 57: 11 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801206, Onbekend)
- Nr. 58: 4 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: Blauwe korrels)
- Nr. 59: 6 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801211, wit poeder)
- Nr. 60: 2 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801214, wit poeder)
- Nr. 61: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801216, Onbekend)
- Nr. 62: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801218, witte brokken)
- Nr. 63: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801220, Kristallen)
- Nr. 64: 9 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801222, Kristallen)
- Nr. 65: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801224, Groene korrels)
- Nr. 66: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801226, Onbekend)
- Nr. 67: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801228, Bruin poeder)
- Nr. 68: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801229, Brokje)
- Nr. 69: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801230, Brokjes)
- Nr. 70: 5 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801183, Onbekend)
- Nr. 71: 5 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801188, Wit poeder)
- Nr. 72: 3 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801185)
- Nr. 73: 6 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801186, Kristallen)
- Nr. 74: 7 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: Witte brokken)
- Nr. 75: 7 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801188, witte brokken)
- Nr. 76: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801194, Onbekend)
- Nr. 77: 10 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801197, wit poeder)
- Nr. 78: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801200, Wit poeder)
- Nr. 79: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801205, Wit poeder)
- Nr. 80: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801208, Wit poeder)
- Nr. 81: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801210, Wit poeder)
- Nr. 82: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801213)
- Nr. 83: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801215, Roze pillen)
- Nr. 84: 3 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801217)
- Nr. 85: 3 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801219, Kristallen)
- Nr. 86: 2 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801221, Geel poeder)
- Nr. 87: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801223, Wit poeder)
- Nr. 88: 8 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801225, wit poeder)
- Nr. 89: 5 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801227, Kristallen)
- Nr. 90: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801163, wit, merk: poeder)
- Nr. 91: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801165, Bruin, merk: Kristallen)
- Nr. 92: 1 STK Zak (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801170, Geur/aroma zakjes)
- Nr. 93: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801171, Groen, merk: Gedroogde blaadjes)
- Nr. 94: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801174, Pillen)
- Nr. 95: 18 STK Zak (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801176, Zwart, merk: Grip zakjes)
- Nr. 96: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801177, Wit, merk: Kristal)
- Nr. 97: 22 STK Zak (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801178, Zwarte grip zakjes)
- Nr. 98: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801180)
- Nr. 99: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801181)
- Nr. 100: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801078, Wit poeder)
- Nr. 101: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801079, Wit poeder)
- Nr.102: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801080, Wit poeder)
- Nr. 103: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801081, Groene blaadjes)
- Nr. 104: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801083, crème, merk: brokken/poeder)
- Nr. 105: 1 STK Weegschaal (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801084, Wit met rood)
- Nr. 106: 1 STK Zak (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801085, doos zwart + doorz)
- Nr. 107: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801086, Bruin poeder)
- Nr. 108: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801087, wit poeder)
- Nr. 109: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801089, Wit poeder)
- Nr. 110: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801053, Witte brokken)
- Nr. 111: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801054, Witte brokken)
- Nr. 112: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801058, Wit poeder)
- Nr. 113: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801059, Groene blaadjes)
- Nr. 114: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801060, wit poeder)
- Nr. 115: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801061, Wit poeder/brok)
- Nr. 116: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801062, Wit poeder)
- Nr. 117: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801063, Wit poeder)
- Nr. 118: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801064, Roze pillen)
- Nr. 119: 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2019184080-5801065, Wit poeder/brok)
- Nr. 1: 1 STK Telefoontoestel (Omschrijving: G5800107, BQ)
- Nr. 2 1 STK Geluidsdemper (Omschrijving: G5800130)
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de veroordeelde in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Dit vonnis is gewezen door
mr. N.J. Koene, voorzitter,
mrs. M. Smit en C.F.J. Heemskerk, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L. van Breukelen, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 14 februari 2023.