ECLI:NL:RBAMS:2023:1197

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
27 januari 2023
Publicatiedatum
2 maart 2023
Zaaknummer
13/256854-22
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor het voorhanden hebben van een omgebouwd (gas)pistool en munitie, het opzettelijk aanwezig hebben en het vervoeren en afleveren van verdovende middelen

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 27 januari 2023 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het voorhanden hebben van een omgebouwd pistool en munitie, alsook van het opzettelijk aanwezig hebben en het vervoeren en afleveren van verdovende middelen. De rechtbank heeft het vonnis gewezen na een terechtzitting op 13 januari 2023, waar de officier van justitie, mr. N. Levinshon, en de raadsman van de verdachte, mr. R.B. Schmidt, hun standpunten naar voren hebben gebracht. De verdachte, geboren in 1995, heeft op de zitting bekend dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 6 oktober 2022 in Amsterdam een omgebouwd pistool en munitie voorhanden heeft gehad, evenals aanzienlijke hoeveelheden harddrugs, waaronder amfetamine en MDMA. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 210 dagen, waarvan 133 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar en de verplichting tot het volgen van een ambulante behandeling. Daarnaast is er een taakstraf van 180 uren opgelegd. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, de persoonlijke omstandigheden van de verdachte en het advies van de reclassering, die een laag recidiverisico inschatte. De rechtbank heeft ook de verbeurdverklaring van de in beslag genomen voorwerpen bevolen, die in verband staan met de bewezen verklaarde feiten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13/256854-22
Datum uitspraak: 27 januari 2023
Vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1995,
wonende op het adres: [adres verdachte] .

1.Onderzoek ter terechtzitting

Dit vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 13 januari 2023.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie
mr. N. Levinshon en van wat verdachte en zijn raadsman mr. R.B. Schmidt naar voren hebben gebracht.

2.Beschuldiging

Aan verdachte is – kort gezegd – ten laste gelegd dat hij zich, samen met anderen, of alleen, heeft schuldig gemaakt aan het:
Feit 1: voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie op 6 oktober 2022 in Amsterdam;
Feit 2: opzettelijk verkopen/afleveren/verstrekken/vervoeren, in elk geval opzettelijk aanwezig hebben van harddrugs in de periode van 1 augustus 2022 tot en met 6 oktober 2022 in Amstelveen;
Feit 3: opzettelijk verkopen/afleveren/verstrekken/vervoeren, in elk geval opzettelijk aanwezig hebben van harddrugs op 6 oktober 2022 te Amsterdam.
De tekst van de volledige tenlastelegging is opgenomen in
bijlage Idie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.

3.Waardering van het bewijs

3.1
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie heeft zich – onder verwijzing naar het op schrift gestelde requisitoir – op het standpunt gesteld dat kan worden bewezen dat verdachte een vuurwapen en munitie voorhanden heeft gehad (feit 1). Voor het medeplegen van dit feit is geen bewijs, zodat in zoverre daarvan vrijspraak moet volgen. Ook kan worden bewezen dat verdachte opzettelijk amfetamine en MDMA aanwezig heeft gehad en vervoerd in de periode van 4 oktober 2022 tot en met 6 oktober 2022 (feit 2). Deze drugs zijn in de woning van verdachte aangetroffen en hij heeft verklaard dat hij deze op 4 of 5 oktober 2022 in huis kreeg. Voor het medeplegen van dit feit is geen bewijs, zodat verdachte daarvan moet worden vrijgesproken. Tot slot kan worden bewezen dat verdachte op 6 oktober 2022 samen met medeverdachte [medeverdachte] drugs heeft vervoerd en verstrekt (feit 3).
3.2
Standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat voor feit 1 en feit 2 geen veroordeling kan volgen voor medeplegen. Voor feit 2 kan alleen tot een bewezenverklaring worden gekomen van de periode 4 tot en met 6 oktober 2022 en het vervoeren en opzettelijk aanwezig hebben van de drugs en voor feit 3 kan een bewezenverklaring volgen voor enkel het afleveren, vervoeren en opzettelijk aanwezig hebben van de drugs. Voor het overige heeft de raadsman geen bewijsverweren gevoerd.
Verdachte heeft op de terechtzitting alle hem ten laste gelegde feiten bekend.
3.3
Oordeel van de rechtbank
Feiten en omstandigheden
Op 6 oktober 2022 zag een verbalisant op de Frieslandstraat in Amsterdam een Mercedes staan met kenteken [kentekennummer] . In dit voertuig zaten twee personen. De bestuurder bleek later verdachte te zijn. De bijrijder stapte uit het voertuig en had een plastic tas van Albert Heijn bij zich. De bijrijder haalde een zwart T-shirt uit de tas en gaf dat aan verdachte. Vervolgens liep de bijrijder met de plastic tas naar een scooter en reed daarop weg. Verbalisant ging de scooterrijder volgen. De scooterrijder stopte in de Groningenstraat en gaf daar de plastic tas over aan een persoon die later medeverdachte [medeverdachte] bleek te zijn. [medeverdachte] liep met de tas weg in de richting van de Buitenveldertselaan. Verbalisant verzocht [medeverdachte] te blijven staan, waarop [medeverdachte] wegrende en de plastic tas van Albert Heijn weggooide. Uiteindelijk kon [medeverdachte] worden aangehouden.
Diezelfde dag is de woning van verdachte op het adres [adres verdachte] doorzocht. In de tv-kast werd een vuurwapen gevonden inclusief houder en patronen. In een tas rechts naast de tv-kast zijn oranje pillen aangetroffen en ook in de vriezer werden twee zakjes met vermoedelijk verdovende middelen ontdekt.
Feit 1
Het in de woning van verdachte aangetroffen vuurwapen is onderzocht. Dit bleek een omgebouwd gaspistool te zijn van het merk Zoraki, model M906 met kaliber 9mm P.A.K. (omgebouwd naar 7.65mm Browning). Dit pistool was voorzien van een uitneembaar patroonmagazijn. Daarin zaten patronen van kaliber 7.65 mm Browning die geschikt bleken om met het pistool verschoten te worden.
De rechtbank acht bewezen dat verdachte zich aan het hem onder 1 ten laste gelegde heeft schuldig gemaakt. De rechtbank kan niet vaststellen dat verdachte dit feit samen met een ander heeft gepleegd, zodat verdachte van medeplegen wordt vrijgesproken.
Feit 2
De in de woning van verdachte aangetroffen verdovende middelen zijn door een laboratorium onderzocht. In de tas die naast de tv-kast stond zat een plastic zakje (goednummer 6244285) met 483 tabletten bevattende MDMA. De zakjes uit de vriezer bleken 72,4 gram amfetamine (goednummer 6244339) en 7,70 gram amfetamine (goednummer 6244585) te bevatten.
De rechtbank acht bewezen dat verdachte op 6 oktober 2022 de hem onder 2 ten laste gelegde hoeveelheden harddrugs opzettelijk voorhanden heeft gehad. De rechtbank kan een langere pleegperiode niet vaststellen en ook blijkt niet dat verdachte dit feit samen met een ander heeft gepleegd, zodat verdachte in zoverre wordt vrijgesproken.
Feit 3
In de plastic tas van Albert Heijn zijn meerdere verdovende middelen aangetroffen. Deze zijn door het laboratorium getest. Allereerst zat in de tas een sealbag (goednummer 6244232) met daarin 50 pillen MDMA. In een andere sealbag (goednummer 6244235) zaten 50 tabletten 2C-B. Ook werden verschillende envelopjes aangetroffen. In 70 envelopjes (goednummer 6244223) bleek in totaal 63,2 gram wit poeder en brokjes te zitten en deze substanties bleken cocaïne te bevatten. In 25 envelopjes (goednummer 6244224) werd in totaal 25,2 gram vuilwit poeder en brokjes aangetroffen met amfetamine.
Uit de bewijsmiddelen volgt dat verdachte deze Albert Heijn tas met daarin de genoemde verdovende middelen in nauwe en bewuste samenwerking met anderen in een auto en vervolgens met een scooter heeft vervoerd en uiteindelijk bij medeverdachte [medeverdachte] heeft afgeleverd. De rechtbank acht het onder 3 ten laste gelegde en het medeplegen daarvan daarmee bewezen.
4. Bewezenverklaring
De rechtbank volstaat voor de feiten 1, 2 en 3 met een opgave van de bewijsmiddelen op grond van artikel 359, derde lid tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering (Sv), omdat de verdachte dat wat de rechtbank bewezen verklaart duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend en de raadsman daarvan geen vrijspraak heeft bepleit.
De rechtbank acht op grond van de in
bijlage IIopgenomen bewijsmiddelen bewezen dat verdachte:
Feit 1:
op 6 oktober 2022 te Amsterdam
- een wapen van categorie III, onder 1 van de Wet wapens en munitie, te weten een pistool, van het merk Zoraki, type M906, kaliber 9mm P.A.K. (omgebouwd naar 7.65mm Browning), zijnde een vuurwapen in de vorm van een pistool en
- munitie van categorie III van de Wet wapens en munitie, te weten patronen van het kaliber 7.65 mm Browning, voorhanden heeft gehad.
Feit 2:
op 6 oktober 2022 te Amstelveen opzettelijk aanwezig heeft gehad,
- 72,4 gram amfetamine (goednummer 6244339) en
- 7,70 gram amfetamine (goednummer 6244585) en
- 483 tabletten MDMA (goednummer 6244285).
Feit 3:
op 6 oktober 2022 te Amsterdam tezamen en in vereniging met anderen, opzettelijk
heeft afgeleverd en vervoerd,
- 25,2 gram amfetamine (goednummer 6244224) en
- 50 tabletten MDMA (goednummer 6244232) en
- 50 tabletten 2C-B (goednummer 6244235) en
- 63,2 gram cocaïne (goednummer 6244223).
De taal- en/of schrijffouten die in de tenlastelegging stonden, zijn verbeterd. Verdachte is hierdoor niet in zijn verdediging geschaad.

5.Strafbaarheid van de feiten

De bewezen verklaarde feiten zijn volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

6.Strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

7.Motivering van de straf

7.1
Eis van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte voor de feiten zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 210 dagen, met aftrek van voorarrest, waarvan 133 dagen voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren met daaraan gekoppeld als bijzondere voorwaarden: een meldplicht en een ambulante behandeling. Daarnaast vordert zij de oplegging van een taakstraf voor de duur van 180 uren.
7.2
Standpunt van de raadsman
De raadsman heeft bepleit dat in strafmatigende zin rekening moet worden gehouden met het feit dat ten aanzien van het vuurwapen geen sprake was van vol opzet maar voorwaardelijk opzet. Verdachte heeft het vuurwapen niet gezien.
Er is vrees voor represailles. Verdachte heeft zijn leven een positieve wending gegeven. Het is niet opportuun om verdachte voor een korte, kale detentie zoals de officier van justitie heeft gevorderd, terug te sturen naar de gevangenis. In plaats daarvan kan volstaan worden met een gevangenisstraf die gelijk is aan de duur van het voorarrest en een forse voorwaardelijke gevangenisstraf of de oplegging van een taakstraf. Als het wapen niet was omgebouwd, was het bij een gaspistool gebleven en zou een lager uitgangspunt gelden.
7.3
Oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst de bewezen verklaarde feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Aard en ernst van de feiten
Verdachte heeft een vuurwapen en munitie voorhanden gehad en heeft samen met anderen drugs vervoerd en afgeleverd en ook drugs opzettelijk in zijn woning aanwezig gehad. Het ging om niet geringe hoeveelheden drugs die voor de handel en verdere verspreiding bestemd waren en een niet geringe straatwaarde vertegenwoordigden. Harddrugs zijn niet alleen schadelijk voor de gezondheid van de gebruikers daarvan, maar de handel daarin gaat ook gepaard met (grof) (vuurwapen)geweld. De rechtbank vindt het dan ook zorgwekkend dat in de woning van verdachte een vuurwapen met bijbehorende munitie is aangetroffen.
De rechtbank heeft bij het bepalen van de op te leggen straf acht geslagen op de oriëntatiepunten voor straftoemeting voor de rechtspraak zoals die zijn afgesproken in het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS). Het oriëntatiepunt voor het voorhanden hebben van een pistool in een woning is een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 4 maanden en voor de munitie wordt een geldboete genoemd. Als oriëntatiepunt voor de hoeveelheid harddrugs die verdachte heeft vervoerd geldt een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 6 weken en voor de hoeveelheid harddrugs die verdachte opzettelijk aanwezig heeft gehad een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 2 maanden.
Persoonlijke omstandigheden
De rechtbank heeft acht geslagen op het strafblad van verdachte van 24 november 2022. Hieruit blijkt dat verdachte niet eerder is veroordeeld voor soortgelijke feiten.
Ook heeft de rechtbank kennis genomen van het reclasseringsrapport van 22 december 2022 betreffende verdachte. Hieruit volgt dat het risico op recidive wordt ingeschat als laag. De reclassering adviseert de oplegging van een (deels) voorwaardelijke straf met als bijzondere voorwaarden een meldplicht en een ambulante behandeling door de Forensisch Ambulante Zorg (FAZ) van Inforsa of een soortgelijke zorgverlener. De reclassering ziet motivatie voor gedragsverandering bij verdachte. De oplegging van een gevangenisstraf zou negatieve consequenties hebben voor het werk, de huisvesting en het behandelproces van verdachte.
Verdachte heeft op de terechtzitting verklaard dat hij gemotiveerd is om mee te werken met de reclassering en open staat voor het ondergaan van een behandeling. Ook heeft hij verklaard dat hij zijn leven en positieve wending wil geven. Hij heeft een baan gevonden, zijn financiële problemen opgelost, is gestopt met drugsgebruik en wil samenwonen met zijn vriendin.
Conclusie
Alles afwegende vindt de rechtbank de oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van 210 dagen met aftrek van de tijd die verdachte in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, waarvan 163 dagen voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren, passend en nodig. Dit betekent dat verdachte niet terug hoeft naar de gevangenis zodat de positieve wending die hij zijn leven tijdens de schorsing van de voorlopige hechtenis heeft gegeven, niet wordt doorkruist. Aan het voorwaardelijke strafdeel worden de volgende bijzondere voorwaarden verbonden: een meldplicht en een ambulante behandeling. Daarnaast legt de rechtbank verdachte een taakstraf op voor de duur van 180 uren. Als verdachte deze taakstraf niet of niet voldoende verricht, zal vervangende hechtenis worden toegepast van 90 dagen.

8.Beslag

Onder verdachte zijn de voorwerpen in beslag genomen zoals vermeld op de beslaglijst onder
bijlage IIIbij dit vonnis die geldt als hier ingevoegd.
Verbeurdverklaring
De voorwerpen onder de nummers 1 tot en met 38 behoren aan verdachte toe.
Nu met betrekking tot en/of met behulp van die voorwerpen het onder 2 en 3 bewezen verklaarde is begaan en/of voorbereid, worden deze voorwerpen verbeurdverklaard.

9.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 33, 33a, 47 en 57 van het Wetboek van Strafrecht, de artikelen 2 en 10 van de Opiumwet en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.

10.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is weergegeven.
Verklaart niet bewezen wat aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1:
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid 1, van de Wet wapens en munitie en het feit begaan met betrekking tot een vuurwapen van categorie III
en
handelen in strijd met artikel 26, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
Ten aanzien van feit 2:
handelen in strijd met het in artikel 2, onder C, van de Opiumwet gegeven verbod;
Ten aanzien van feit 3:
medeplegen van handelen in strijd met een in artikel 2, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte,
[verdachte], daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
210(tweehonderdtien)
dagen.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Beveelt dat een gedeelte, groot
163(honderddrieënzestig)
dagen, van deze gevangenisstraf niet tenuitvoergelegd zal worden, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een
proeftijdvan
2(twee)
jarenvast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit.
De tenuitvoerlegging kan ook worden gelast indien de veroordeelde gedurende de proeftijd de hierna vermelde bijzondere voorwaarden niet naleeft.
Stelt als bijzondere voorwaarden:
1.
Meldplicht
Veroordeelde meldt zich binnen drie dagen na het ingaan van de proeftijd bij zijn toezichthouder van Reclassering Inforsa op het adres [locatie] . Veroordeelde blijft zich melden op afspraken met de reclassering, zo vaak en zolang de reclassering dat nodig vindt.
2.
Ambulante behandeling
Veroordeelde laat zich behandelen door de FAZ van Inforsa of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. De behandeling start zodra veroordeelde is uitgenodigd voor zijn eerste behandelafspraak. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Veroordeelde houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de
behandeling.
Geeft aan de reclassering de opdracht als bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht toezicht te houden op de naleving van de voorwaarden en de veroordeelde ten behoeve daarvan te begeleiden.
Voorwaarden daarbij zijn ook dat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit medewerking zal verlenen aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage aanbiedt;
- medewerking verleent aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c, zesde lid, van het Wetboek van Strafrecht, daaronder begrepen de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclassering zo vaak en zolang als de reclassering dit noodzakelijk acht.
Veroordeelt verdachte daarnaast ook tot een
taakstrafvan
180(honderdtachtig)
uren, met bevel, voor het geval dat de verdachte de taakstraf niet naar behoren heeft verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast van 90 (negentig) dagen.
Verklaart verbeurd:
  • 4 STK Weegschaal - (Omschrijving: PL1300-2022211533-6244297) (nr. 1)
  • 1 STK Fust - (Omschrijving: PL1300-2022211533-6244305) (nr. 2)
  • 1 STK Fust - (Omschrijving: PL1300-2022211533-6244368) (nr. 3)
  • 1 STK Fust - (Omschrijving: PL1300-2022211533-6244368) (nr. 4)
  • 19 STK Enveloppe (Omschrijving: PL1300-2022211533-6244379) (nr. 5)
  • 17 STK Poeder (Omschrijving: PL1300-2022211533-G6244303) (nr. 6)
  • 3 STK Mes (Omschrijving: PL1300-2022211533-G6244313) (nr. 7)
  • 1 STK Fust (Omschrijving: PL1300-2022211533-G6244314-487,5g) (nr. 8)
  • 92 STK Pil (Omschrijving: PL1300-2022211533-G6244324, Groen, merk: Kamagra) (nr. 9)
  • 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2022211533-G6244326-32g, Cocaine crack) (nr. 10)
  • 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2022211533-G6244327-103.8g, Heroine) (nr. 11)
  • 35 STK Pil (Omschrijving: PL1300-2022211533-G6244328, Oxycodon) (nr. 12)
  • 238 STK Pil (Omschrijving: PL1300-2022211533-G6244329) (nr. 13)
  • 2 STK Pil (Omschrijving: PL1300-2022211533-G6244330, Diazepam) (nr. 14)
  • 21 STK Pil (Omschrijving: PL1300-2022211533-G6244332, Tramadol) (nr. 15)
  • 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2022211533-G6244333-63.5g) (nr. 16)
  • 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2022211533-G6244337-24g) (nr. 17)
  • 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2022211533-G6244340, Lsd) (nr. 18)
  • 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2022211533-G6244343-21,6g, Roze) (nr. 19)
  • 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2022211533-G6244344-13,7g) (nr. 20)
  • 2 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2022211533-G6244346-14,2g) (nr. 21)
  • 3 STK Pil (Omschrijving: PL1300-2022211533-G6244349, Groen, merk: Kamagra) (nr. 22)
  • 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2022211533-G6244350-23g) (nr. 23)
  • 1 STK Fust (Omschrijving: PL1300-2022211533-G6244364-529,3 g, Sealbag) (nr. 24)
  • 1 STK Fust (Omschrijving: PL1300-2022211533-G6244365, Sealbag) (nr. 25)
  • 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2022211533-G6244374-1,17g, Wit) (nr. 26)
  • 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2022211533-G6244375-9,6g, Wit/Bruin) (nr. 27)
  • 17 STK Medicijn (Omschrijving: PL1300-2022211533-G6244376) (nr. 28)
  • 8 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2022211533-G6244377, Roze en oranje) (nr. 29)
  • 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2022211533-G6244378-7,72g) (nr. 30)
  • 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2022211533-G6244380-2,8g, Wit) (nr. 31)
  • 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2022211533-G6244381-4,11g, Wit) (nr. 32)
  • 33 10 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2022211533-G6244238-24,6g, Wit) (nr. 33)
  • 11 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2022211533-G6244251-16,5g) (nr. 34)
  • 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2022211533-G6244285, oranje) (nr. 35)
  • 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2022211533-G6244331) (nr. 36)
  • 2 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2022211533-G6244339) (nr. 37)
  • 1 STK Verdovende Middelen (Omschrijving: PL1300-2022211533-G6244585) (nr. 38)
Heft ophet – geschorste – bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door
mr. A.H.E. van der Pol, voorzitter,
mrs. F.W. Pieters en F.J. Lourens rechters,
in tegenwoordigheid van mr. L. van Breukelen, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 27 januari 2023.
[(...)]