Op 2 maart 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon aan Polen op basis van een Europees Aanhoudingsbevel (EAB). De vordering tot overlevering was ingediend door de officier van justitie en betreft een vrijheidsstraf van één jaar die aan de opgeëiste persoon is opgelegd door de Regionale Rechtbank in Wrocław-Śródmieście. De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon vastgesteld en geconstateerd dat hij de Poolse nationaliteit heeft. Tijdens de zitting op 16 februari 2023 heeft de opgeëiste persoon verklaard dat zijn personalia correct zijn en is hij bijgestaan door zijn raadsman en een tolk.
De raadsman heeft betoogd dat de opgeëiste persoon niet op de hoogte was van de adresinstructie en dat hij in zijn afwezigheid is veroordeeld, wat in strijd zou zijn met zijn verdedigingsrechten. De officier van justitie heeft echter gesteld dat de opgeëiste persoon op de hoogte was van het proces en afstand heeft gedaan van zijn recht om aanwezig te zijn. De rechtbank heeft vastgesteld dat de opgeëiste persoon op de hoogte was van de verplichtingen met betrekking tot adreswijzigingen en dat hij de instructie heeft ondertekend. Hierdoor oordeelt de rechtbank dat de overlevering geen schending van de verdedigingsrechten oplevert.
De rechtbank heeft verder vastgesteld dat de feiten waarvoor de overlevering wordt verzocht, zijn opgenomen in bijlage 1 van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn die aan de overlevering in de weg staan. De rechtbank heeft daarom besloten de overlevering toe te staan, conform de eisen van de OLW. De uitspraak is gedaan door de voorzitter en twee rechters, en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze beslissing.