Op 2 maart 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) uitgevaardigd door de regionale rechtbank in Poznań, Polen. De vordering tot overlevering was ingediend door de officier van justitie en betreft een vrijheidsstraf van één jaar die aan de opgeëiste persoon was opgelegd. De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon vastgesteld en de procedure is behandeld op een openbare zitting op 16 februari 2023, waarbij de opgeëiste persoon werd bijgestaan door zijn raadsman en een tolk.
De raadsman voerde aan dat de opgeëiste persoon niet op de hoogte was van de veroordeling en dat hij niet in persoon was gedagvaard. De rechtbank heeft echter vastgesteld dat de opgeëiste persoon op 23 mei 2017 in persoon is gedagvaard en dat de informatie in het EAB betrouwbaar is. De rechtbank oordeelde dat de weigeringsgrond van artikel 12 van de Overleveringswet (OLW) niet van toepassing is, omdat de opgeëiste persoon op de hoogte was van de rechtszaak en de dagvaarding correct was uitgevoerd.
De rechtbank heeft verder vastgesteld dat de overlevering kan worden toegestaan, omdat het feit waarvoor de overlevering wordt verzocht, ook naar Nederlands recht strafbaar is. De rechtbank concludeert dat er geen weigeringsgronden zijn en dat de overlevering moet worden toegestaan. De uitspraak is gedaan door de voorzitter en twee rechters, en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze beslissing.