Op 2 maart 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon aan Polen op basis van een Europees Aanhoudingsbevel (EAB). De vordering tot overlevering werd ingediend door de officier van justitie op 4 januari 2023. De opgeëiste persoon, geboren in Polen in 1984 en zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland, was gedetineerd in een Poolse gevangenis. Tijdens de openbare zitting op 16 februari 2023 was de opgeëiste persoon aanwezig, bijgestaan door zijn raadsman en een tolk.
De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon vastgesteld en het EAB beoordeeld. Dit EAB, uitgevaardigd op 20 december 2021, betreft een vrijheidsstraf van één jaar, waarvan nog vier maanden en 27 dagen resteren. De rechtbank heeft vastgesteld dat het feit waarvoor de overlevering wordt verzocht, ook onder Nederlands recht strafbaar is, namelijk een overtreding van artikel 8, tweede lid, onderdeel a, van de Wegenverkeerswet 1994.
De raadsman heeft betoogd dat de opgeëiste persoon een reëel gevaar van onmenselijke of vernederende behandeling vreest bij overlevering naar Polen, gebaseerd op eerdere ervaringen in de gevangenis. De rechtbank heeft echter geconcludeerd dat er onvoldoende objectieve gegevens zijn om deze vrees te onderbouwen. Gezien de eisen van de Overleveringswet en de afwezigheid van weigeringsgronden, heeft de rechtbank besloten de overlevering toe te staan. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met de voorzitter en twee rechters, en is openbaar uitgesproken.