Op 1 maart 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak met parketnummer 13/741055-17, waarin de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de PIJ-maatregel van de veroordeelde werd afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de PIJ-maatregel niet meer in het belang van een gunstige ontwikkeling van de veroordeelde is. De veroordeelde, geboren in 1998 en verblijvende in een inrichting voor jeugdigen, was eerder veroordeeld tot de PIJ-maatregel op 21 februari 2018. De maatregel was laatstelijk verlengd op 20 september 2022, maar de rechtbank constateerde dat er sindsdien weinig vooruitgang was geboekt in het PIJ-traject. De rechtbank hield rekening met de omstandigheden binnen de JJI en de frustraties van de veroordeelde over het trage verloop van de behandeling. De rechtbank concludeerde dat de voorwaarden voor verlenging van de PIJ-maatregel niet meer voldaan waren, aangezien de ontwikkeling van de veroordeelde niet meer gebaat was bij een voortzetting van de maatregel. De rechtbank bepaalde dat de PIJ-maatregel met ingang van 6 maart 2023 van rechtswege voorwaardelijk eindigt, met de verplichting dat de veroordeelde zich gedurende de proeftijd aan bepaalde voorwaarden houdt. De rechtbank zal op korte termijn een zitting beleggen om eventuele aanvullende voorwaarden te bespreken.