ECLI:NL:RBAMS:2023:1181

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
21 februari 2023
Publicatiedatum
2 maart 2023
Zaaknummer
C/13/726880 /FA RK 22/7898
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gezamenlijke belasting van gezag over minderjarige door moeder en tante na overlijden van vader

Op 21 februari 2023 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de gezamenlijke belasting van het gezag over een minderjarige. De verzoeksters, de moeder en haar zus (de tante), hebben gezamenlijk verzocht om het gezag over de minderjarige, geboren op [geboortedatum 1] 2012, te delen. De moeder heeft een affectieve relatie gehad met de vader van het kind, die op 23 oktober 2019 is overleden aan de gevolgen van een geweldsmisdrijf. Sinds de dood van de vader heeft de tante de moeder bijgestaan in de zorg voor het gezin en met name voor de minderjarige. De tante verblijft sinds 15 juli 2022 onafgebroken bij de moeder en heeft een belangrijke rol in de opvoeding van de minderjarige, die een warme band met haar heeft.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft, omdat de minderjarige zijn gewone verblijfplaats in Nederland heeft. Op basis van artikel 1:253t van het Burgerlijk Wetboek kan de rechtbank op gezamenlijk verzoek van de met het gezag belaste ouder en een ander die in een nauwe persoonlijke betrekking tot het kind staat, hen gezamenlijk met het gezag belasten. De rechtbank heeft geen gegronde vrees dat de belangen van het kind verwaarloosd zouden worden, aangezien er geen andere ouder is om rekening mee te houden na het overlijden van de vader.

De rechtbank heeft geoordeeld dat het in het belang van de minderjarige is dat de gedeelde verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding wordt geformaliseerd. De beschikking bepaalt dat de moeder en de tante gezamenlijk met de uitoefening van het gezag over de minderjarige worden belast. De rechtbank heeft de griffier opgedragen deze beslissing op te nemen in het gezagsregister en verklaart de beschikking uitvoerbaar bij voorraad. Het meer of anders verzochte is afgewezen.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht
zaaknummers / rekestnummers: C/13/726880 / FA RK 22/7898
Beschikking van 21 februari 2023
in de zaak van:
[de moeder] ,
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: de moeder
en
[de tante],
wonende te [woonplaats] ,
hierna te noemen: de tante,
hierna gezamenlijk te noemen verzoeksters,
advocaat mr. J.J.M. Kleiweg te Amsterdam.

1.Het verloop van de procedure

De rechtbank heeft kennisgenomen van de ingekomen stukken, waaronder:
- het verzoekschrift van verzoeksters met bijlagen van 9 december 2022, binnengekomen op 16 december 2022.
De mondelinge behandeling heeft vervolgens plaatsgevonden met gesloten deuren op 6 februari 2023.
Gehoord zijn: verzoeksters en hun advocaat. De tante is bijgestaan door een tolk Russisch.

2.De feiten

De moeder heeft lange tijd een affectieve relatie gehad met [de vader] , hierna te noemen de vader. Uit die relatie is geboren het nu nog minderjarige kind:
[minderjarige],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 1] 2012,
hierna te noemen [minderjarige] .
De moeder is belast met het gezag over [minderjarige] en hij woont bij haar.
De vader is op 23 oktober 2019 overleden aan de gevolgen van een geweldsmisdrijf.

3.Het verzoek

De moeder heeft haar zus, de tante, gevraagd haar bij te staan omdat het zorgen voor haar gezin, het draaiend houden van het restaurant en het trauma als gevolg van de dood van de vader haar teveel dreigden te worden. De tante is vanaf 24 oktober 2019 een aantal keren voor een korte periode naar Nederland gekomen om de moeder te ondersteunen. Sinds 15 juli 2022 verblijft de tante onafgebroken bij de moeder om haar bij te staan. De tante draagt samen met de moeder de zorg voor het gezin en met name de zorg voor [minderjarige] . De tante brengt [minderjarige] naar school en sport en haalt hem op. [minderjarige] heeft een warme band met de tante. De moeder weet dat de tante er voor [minderjarige] en haar oudere zoon [naam zoon] (geboren [geboortedatum 4] 2005) zal zijn als haar iets mocht overkomen. De moeder wil daarom gezamenlijk met de tante worden belast met het gezag over [minderjarige] .
De tante wil graag gezamenlijk met de moeder het gezag over [minderjarige] uitoefenen. Zij helpt [minderjarige] met school en sinds zij dat doet, zijn de schoolresultaten van [minderjarige] flink verbeterd. De tante heeft een aanvraag voor een permanente verblijfsvergunning gedaan en is in afwachting van haar inburgeringsexamen. De tante heeft zelf een volwassen zoon, voor wie zij niet meer hoeft te zorgen. Dat stelt haar in staat voor [minderjarige] te zorgen en de moeder te helpen, zolang dat nodig is. Dat is voor de moeder, de tante en voor [minderjarige] van groot belang. In de praktijk oefenen de moeder en de tante nu al gezamenlijk het gezag over [minderjarige] uit. Zij overleggen met elkaar wat er nodig is en zij zorgen er samen voor dat het gezin blijft draaien.

4.De beoordeling

De Nederlandse rechter heeft rechtsmacht, omdat [minderjarige] zijn gewone verblijfplaats in Nederland
heeft. Nederlands recht is van toepassing.
Op grond van artikel 1:253t, eerste en tweede lid, van het BW kan de rechtbank op gezamenlijk verzoek van de met het gezag belaste ouder en een ander dan de ouder die in een nauwe persoonlijke betrekking tot het kind staat, hen gezamenlijk met het gezag over de kinderen belasten. Dit verzoek
wordt afgewezen indien gegronde vrees bestaat dat bij inwilliging de belangen van het kind zouden worden verwaarloosd. Van mogelijke belangen van een andere ouder als bedoeld in lid 2 en lid 3 van het genoemde artikel is vanwege het overlijden van de vader geen sprake.
Het verzoek is door de moeder en de tante gezamenlijk gedaan. Daarnaast hebben de verzoeksters gemotiveerd dat zij in de praktijk gezamenlijk de verantwoordelijkheid voor de verzorging en opvoeding van [minderjarige] dragen en dat de tante in een nauwe persoonlijke betrekking tot [minderjarige] staat. De rechtbank vindt het in het belang van [minderjarige] dat die gedeelde verantwoordelijkheid wordt geformaliseerd, zodat de juridische situatie met de feitelijke situatie in overeenstemming wordt gebracht. Daarnaast zal dit voor de moeder rust geven, in de wetenschap dat de tante voor [minderjarige] kan blijven zorgen als de moeder onverhoopt iets overkomt.
Daarom wordt als volgt beslist.

5.De beslissing

De rechtbank:
- bepaalt dat
[de moeder], geboren op [geboortedatum 2] 1971 en
[de tante], geboren op [geboortedatum 3] 1974, gezamenlijk met de uitoefening van het gezag over
[minderjarige], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum 1] 2012, worden belast, voor zover de bevoegdheid daartoe niet door een eerdere rechterlijke beslissing is uitgesloten;
- draagt de griffier op aantekening van deze gezagsbeslissing te laten opnemen in het gezagsregister;
- verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst het meer of anders verzochte af.
Deze beschikking is gegeven door de rechter mr. V. Zuiderbaan, tevens kinderrechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van mr. G. Veldman, griffier, op 21 februari 2023. [1]

Voetnoten

1.Voor zover tegen de beschikking hoger beroep openstaat kan dit via een advocaat worden ingesteld bij het Gerechtshof te Amsterdam (IJdok 20 / Postbus 1312, 1000 BH).