Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
in de hoofdzaak
- de dagvaarding van 23 april 2021, met producties;
- de conclusie van antwoord van Veenboer, met producties;
- de conclusie van antwoord van de verzekeraars, met producties;
- het tussenvonnis van 19 januari 2022 waarin de mondelinge behandeling is bepaald;
- de akte overlegging aanvullende producties van de verzekeraars;
- de akte houdende overlegging producties van Veenboer;
- de akte houdende overlegging aanvullende producties van YCH;
- de op 18 mei 2022 ingekomen akte houdende producties van YCH ten behoeve van de mondelinge behandeling;
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 24 mei 2022 en de daarin genoemde stukken;
- de akte uitlating namens YCH;
- de akte houdende eiswijziging namens YCH;
- de akte houdende antwoord op eiswijziging van Veenboer;
- de akte uitlaten productie en reactie wijziging van eis van de verzekeraars;
- het e-mailbericht van de griffier aan partijen van 28 juni 2022 met onder meer een verduidelijking van de stukken die aan het dossier zijn toegevoegd.
- het tussenvonnis van 28 juli 2021, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald, en de daarin genoemde stukken;
- de akte overlegging aanvullende producties van de verzekeraars;
- akte houdende overlegging producties van Veenboer;
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 24 mei 2022 en de daarin genoemde stukken;
- het e-mailbericht van de griffier aan partijen van 28 juni 2022 met onder meer een verduidelijking van de stukken die aan het dossier zijn toegevoegd;
- de rolberichten van partijen van 8 juni 2022.
2.De feiten
in de hoofdzaak
to the best of its knowledgeprovided all information relating to the Shares, Group Companies, the Property and the Business that is or may reasonably be expected to be of interest to a Purchaser of the Shares, and to the Seller’s knowledge the Disclosed Information is true and accurate in all respects.”
3.Het geschil
in de hoofdzaak
- voor recht verklaart dat zij op grond van de artikelen 8.1 en 8.2 van de verzekeringsovereenkomst en artikel 7:962 BW subrogeren in de schadevergoedingsvordering van YCH op Veenboer nadat de verzekeraars het bedrag waartoe zij in de hoofdzaak mochten worden veroordeeld, aan YCH hebben betaald,
- Veenboer veroordeelt tot betaling aan hen van al hetgeen waartoe zij als gedaagden in de hoofdzaak jegens YCH mochten worden veroordeeld, althans aan YCH zullen hebben betaald,
- Veenboer veroordeelt in de proceskosten en de nakosten van de vrijwaring, vermeerderd met rente.
fraud and wilful misconduct” in de zin van artikel 8.1 van de verzekeringsovereenkomst. Dit heeft tot gevolg dat de verzekeraars, na betaling van het bedrag waarin zij veroordeeld mochten worden, op grond van de artikelen 8.1 en 8.2 van de verzekeringsovereenkomst en artikel 7:962 BW subrogeren in de schadevergoedingsvordering van YCH jegens Veenboer.