ECLI:NL:RBAMS:2023:1069
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen opgelegde boete wegens schending van de inlichtingenplicht in het kader van de kinderbijslag
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 21 februari 2023 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een alleenstaande moeder uit België, en de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank. Eiseres ontving kinderbijslag op grond van de Algemene Kinderbijslagwet (AKW) en heeft in september 2020 doorgegeven dat zij met haar kinderen naar België was verhuisd. Na deze melding heeft verweerder de kinderbijslag beëindigd en vastgesteld dat eiseres te veel kinderbijslag had ontvangen. Verweerder legde daarop een boete op van € 2.435,48 wegens schending van de inlichtingenplicht. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, stellende dat er geen benadelingsbedrag was en dat de boete onevenredig was gezien haar persoonlijke omstandigheden, waaronder psychische en fysieke gezondheidsklachten en een precaire financiële situatie.
De rechtbank heeft de zaak behandeld op 8 februari 2023 en heeft de verklaringen van eiseres en haar hulpverleners in overweging genomen. De rechtbank oordeelde dat de opgelegde boete onevenredig was, gezien de omstandigheden van eiseres, en dat zij geen voordeel had gehad van de schending van de inlichtingenplicht. De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd en de boete op nihil gesteld. Tevens is verweerder veroordeeld tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten van eiseres. De uitspraak is openbaar gedaan en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.