Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[eiseres] , te Uithoorn, eiseres,
Procesverloop
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- herroept het primaire besluit, bepaalt dat eiseres € 214,01 per maand moet
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 7 februari 2022 uitspraak gedaan in een beroep van eiseres, woonachtig te Uithoorn, tegen een besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiseres had bezwaar gemaakt tegen de vastgestelde aflossingscapaciteit van € 492,- per maand, zoals vastgesteld in het primaire besluit van 9 maart 2021. Het bestreden besluit, dat het bezwaar ongegrond verklaarde, volgde op 20 juli 2021. Tijdens de zitting op 7 februari 2022 was eiseres aanwezig, maar verweerder was afwezig met bericht van verhindering.
De rechtbank oordeelde dat de aflossingscapaciteit van eiseres niet goed was gemotiveerd door verweerder. Eiseres had eerder, op 11 december 2021, een aflossingscapaciteit van € 214,01 per maand voorgesteld, gebaseerd op haar maandinkomen van € 1563,13. De rechtbank vond het onduidelijk hoe de verhoging naar € 492,- gerechtvaardigd kon worden, vooral omdat het inkomen van eiseres slechts licht was gestegen.
De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en herstelde de aflossingscapaciteit op € 214,01 per maand. Tevens werd verweerder opgedragen het betaalde griffierecht van € 49,- aan eiseres te vergoeden. De uitspraak biedt eiseres de mogelijkheid om haar financiële situatie beter te beheren, en de rechtbank heeft zelf in de zaak voorzien om een snelle en duidelijke oplossing te bieden.