ECLI:NL:RBAMS:2022:980

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
23 februari 2022
Publicatiedatum
3 maart 2022
Zaaknummer
C/13/714181 / HA RK 22-52
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Wraking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wraking van bestuursrechter A.J. Dondorp door verzoeker na uitspraak in eerdere zaken

In deze zaak heeft de Wrakingskamer van de Rechtbank Amsterdam op 23 februari 2022 een beslissing genomen op het wrakingsverzoek van een verzoeker tegen bestuursrechter A.J. Dondorp. Het verzoek tot wraking werd ingediend na de uitspraak in twee eerdere zaken, waarbij de verzoeker zich niet ontvankelijk verklaard zag. De verzoeker had in brieven van 16 en 18 februari 2022 aangegeven dat hij de rechter wilde wraken, maar had geen zaaksnummer vermeld in zijn eerste brief. In de tweede brief verwees hij naar eerdere uitspraken en stelde hij dat er sprake was van institutionele discriminatie en uitsluiting door het Openbaar Ministerie en de Nationale Politie, die door de bestuursrechter in stand werd gehouden. De Wrakingskamer oordeelde dat de verzoeker niet-ontvankelijk was in zijn wrakingsverzoek, omdat de rechter al op 9 februari 2022 uitspraak had gedaan in de door de verzoeker genoemde zaken. Volgens artikel 8:15 van de Algemene Wet Bestuursrecht kan een verzoek tot wraking alleen worden ingediend tegen een rechter die een zaak in behandeling heeft. Aangezien dit niet het geval was, werd het verzoek afgewezen zonder mondelinge behandeling. De beslissing werd uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier, en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Wrakingskamer

Beslissing op het bij brieven van 16 en 18 februari 2022, schriftelijk gedane en onder rekestnummer C/13/714181 / HA RK 22/52 ingeschreven verzoek van:

[verzoeker] ,

wonende te [woonplaats] ,
verzoeker,
welk verzoek strekt tot wraking van mr. A.J. Dondorp, bestuursrechter, hierna: de rechter.
1. De ontvankelijkheid van het verzoek
1.1.
In de brief van verzoeker, gedateerd 16 februari 2022, staat dat verzoeker de rechter wraakt, maar een zaaksnummer wordt in die brief niet vermeld.
1.2.
In de brief van 18 februari 2022 schrijft verzoeker onder meer:
“2de wraking bestuursrechter A.J. Dondorp – aansprakelijkheid staat Nederland voor foute rechterlijke uitspraak, AMS 20 / 5659 BESLU waarmee institutionele discriminatie en uitsluiting door het Openbaar Ministerie en Nationale Politie – Gelegitimeerd door de Bestuursrechter – in stand wordt gehouden. (…) Ik ben genoodzaakt bestuursrechter A.J. Dondorp in deze te wraken. (…) Ik verzoek om gehoord te worden in de wrakingskamer. Dat geldt ook voor AMS 21 / 03694 waartegen ik eerder mijn beklag heb gedaan.
1.3.
Bij de rechtbank zijn onder zaaknummers AMS 20/5659 en AMS 21/03694 zaken van verzoeker bij de rechter in behandeling geweest. In beide zaken is op 9 februari 2022 einduitspraak gedaan.
1.4.
In artikel 8:15 van de Algemene Wet Bestuursrecht is bepaald dat elk van de rechters die een zaak behandelen op verzoek van een partij kan worden gewraakt, op grond van feiten of omstandigheden waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden.
1.5.
De Wrakingskamer acht verzoeker kennelijk niet-ontvankelijk in het wrakingsverzoek. Nu de rechter reeds op 9 februari 2022 uitspraak heeft gedaan in de door hem genoemde zaken, had de rechter de zaken van verzoeker niet meer in behandeling toen het verzoek bij brieven van 16 en 18 februari 2022 werd gedaan. Een verzoek tot wraking kan alleen gericht zijn tegen een rechter die een zaak in behandeling heeft.
Een mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek kan achterwege blijven.
1.6.
Op grond van het voorgaande wordt beslist als volgt.

BESLISSING

De Wrakingskamer:
 verklaart verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot wraking.
Aldus gegeven door mrs. A.W.J. Ros, voorzitter, M.V. Ulrici en K.A. Brunner, leden en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 23 februari 2022 in tegenwoordigheid van de griffier.
Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open.