Op 3 februari 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam een tussenuitspraak gedaan in een zaak betreffende de uitvoering van een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) dat was uitgevaardigd door de Regional Court in Piotrków Trybunalski, Polen. De zaak betreft de opgeëiste persoon, geboren in 1985 in Polen, die zonder vaste woon- of verblijfplaats in Nederland is gedetineerd. De rechtbank heeft de vordering tot overlevering behandeld op een openbare zitting op 20 januari 2022, waarbij de officier van justitie, mr. C.L.E. McGivern, aanwezig was, evenals de raadsman van de opgeëiste persoon, mr. R.A. Kaarls, en een tolk in de Poolse taal.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de identiteit van de opgeëiste persoon juist is, maar er zijn twijfels over de kennisgeving van het proces dat heeft geleid tot het vonnis waarvoor de overlevering wordt verzocht. De raadsman heeft betoogd dat de overlevering moet worden geweigerd omdat niet duidelijk is of de opgeëiste persoon op de hoogte was van de rechtszaak. De officier van justitie daarentegen stelt dat de opgeëiste persoon een adresinstructie heeft ontvangen en dat het aan hemzelf te wijten is dat hij niet op de hoogte was.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat het EAB strekt tot de tenuitvoerlegging van een vonnis, terwijl de verdachte niet in persoon is verschenen bij het proces dat tot die beslissing heeft geleid. De rechtbank heeft daarom besloten het onderzoek te heropenen en te schorsen, zodat nadere informatie kan worden verkregen van de uitvaardigende justitiële autoriteit. De zaak moet opnieuw op zitting worden gebracht voor het verstrijken van de beslistermijn op 2 maart 2022, en de rechtbank heeft bevolen de oproeping van de opgeëiste persoon en een tolk in te stellen voor een nog vast te stellen datum.