ECLI:NL:RBAMS:2022:8828
Rechtbank Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot verlenging van de ontruimingstermijn in huurzaak
In deze zaak heeft de besloten vennootschap Cleofa B.V. een verzoek ingediend bij de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam om de ontruimingstermijn van een gehuurde bedrijfsruimte te verlengen. Cleofa huurt sinds 1 maart 2017 een bedrijfsruimte in Amsterdam en heeft te maken met een huurachterstand. De huurovereenkomst is opgezegd door de verhuurder, Stichting Achmea Dutch Residential Fund, met ingang van 1 maart 2022. Cleofa heeft verzocht om de ontruiming uit te stellen tot 1 maart 2023, omdat zij thuiszorg verleent en het gehuurde als kantoor en ontmoetingsplek gebruikt. Cleofa stelt dat zij door de coronamaatregelen minder cliënten had en dat zij nu in staat is om de huurachterstand in te lopen. Achmea heeft echter verweer gevoerd en betoogd dat haar belang bij ontruiming zwaarder weegt dan dat van Cleofa, gezien de aanhoudende huurachterstand en het feit dat Cleofa al eerder een kans heeft gekregen om de huur te betalen.
De kantonrechter heeft de belangen van beide partijen afgewogen. Cleofa's argumenten over de impact van de ontruiming op haar zorgverlening werden niet als voldoende onderbouwd beschouwd. De rechter oordeelde dat de belangen van Achmea bij ontruiming op een vastgestelde datum zwaarder wegen, vooral gezien de herhaalde huurachterstanden van Cleofa. Het verzoek van Cleofa om de ontruimingstermijn te verlengen werd afgewezen, en de ontruiming werd vastgesteld op 1 januari 2023. Cleofa werd veroordeeld in de proceskosten van Achmea.