Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
1.De procedure
- de dagvaarding van 23 december 2020, met producties,
- de conclusie van antwoord aan de zijde van de verzekeraar, met producties,
- de conclusie van antwoord aan de zijde van de bank, met producties,
- het tussenvonnis van 29 september 2021, waarbij een mondelinge behandeling is gelast,
- het proces-verbaal van mondelinge behandeling van 3 februari 2022 met daarin genoemde stukken,
- de brieven van de verzekeraar van 3 en 10 maart 2022 met opmerkingen op het proces-verbaal;
- de brief van [eisers] van 7 maart 2022 met opmerkingen op het proces-verbaal,
- de brief van de bank van 8 maart 2020 met opmerkingen op het proces-verbaal.
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
8.035,00(2,5 punt × tarief € 3.214,00)
8.035,00(2,5 punt × tarief € 3.214,00)