Uitspraak
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
28 maart 2018 te Amsterdam heeft schuldig gemaakt aan:
bijlage Idie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
3.Waardering van het bewijs
red light window girls” en de locatie waar aangever is aangetroffen. [medeverdachte 2] heeft verklaard dat hij door de medeverdachten rond 05:00 uur is opgehaald. Verdachte heeft [medeverdachte 2] vervolgens voorzien van de gestolen creditcard met de bijbehorende pincode, terwijl hij daarvan alleen op de hoogte kan zijn geweest via aangever.
paysafekaarten verricht, terwijl de andere twee personen, waaronder verdachte, buiten op hem hebben gewacht. Daarna hebben zij de
paysafekaarten onderling verdeeld.
Vidgen-jurisprudentie bepleit dat de verklaring van [medeverdachte 2] van het bewijs moet worden uitgesloten, omdat de verdediging de medeverdachte niet heeft kunnen bevragen vanwege zijn beroep op het verschoningsrecht. Subsidiair heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat de verklaring van [medeverdachte 2] onbetrouwbaar is. Tot slot heeft de raadsman aangevoerd dat verdachte de aan hem gegeven
paysafekaart aan [medeverdachte 2] heeft teruggegeven.
paysafekaarten bij de AKO, filiaal [locatie] , op het Centraal Station te Amsterdam met de weggenomen creditcard van aangever. Verdachte heeft ter zitting verklaard dat hij toen samen met [medeverdachte 2] en [medeverdachte 1] op het Centraal Station te Amsterdam was en dat [medeverdachte 2] een aankoop bij de AKO heeft gedaan. Vervolgens heeft hij (en ook [medeverdachte 1] ) één
paysafekaart van [medeverdachte 2] gekregen. Deze gang van zaken wordt bevestigd door de beschreven camerabeelden in de AKO en op het Centraal Station. De rechtbank is van oordeel dat het onbevoegd gebruikmaken van de creditcard van een ander een strafbare diefstal door middel van een valse sleutel oplevert.
paysafekaart was gekocht met een gestolen creditcard ongeloofwaardig. Niet alleen behoorde de creditcard blijkens de tenaamstelling niet aan verdachte en geen van de medeverdachten toe. Ook het feit dat de creditcard afkomstig was van een Canadese bank en dat de
paysafekaarten na aankoop onderling zijn verdeeld, kan de rechtbank niet anders duiden dan dat verdachte moet hebben geweten dat de aan hem verstrekte
paysafekaart was gekocht met een gestolen creditcard.
paysafekaarten onderling verdeeld en zijn ze met zijn drieën weer vertrokken. De rechtbank vindt de verklaring van verdachte dat hij de aan hem verstrekte kaart weer heeft teruggegeven aan [medeverdachte 2] niet aannemelijk, omdat deze handeling niet blijkt uit de beschreven camerabeelden. Op basis van het voorgaande staat voor de rechtbank vast dat verdachte nauw en bewust heeft samengewerkt met anderen om de transactie van € 150,- te doen met een gestolen creditcard met het oogmerk zichzelf en anderen wederrechtelijk te bevoordelen door middel van
paysafekaarten. Verdachte heeft zich daarmee schuldig gemaakt aan de onder feit 2 ten laste gelegde diefstal in vereniging door middel van een valse sleutel.
4.Bewezenverklaring
bijlage IIvervatte bewijsmiddelen waarin de redengevende feiten en omstandigheden zijn vervat – bewezen dat verdachte:
5.Strafbaarheid van het feit
6.Strafbaarheid van verdachte
7.Geen straf of maatregel
paysafekaarten. Dit is een hinderlijk strafbaar feit waardoor verdachte overlast heeft veroorzaakt.
8.Benadeelde partij
9.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
geen straf of maatregel wordt opgelegd.