ECLI:NL:RBAMS:2022:874

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
17 februari 2022
Publicatiedatum
1 maart 2022
Zaaknummer
13/684065-19
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met twee jaren in verband met schizofrenie en recidiverisico

Op 17 februari 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak met parketnummer 13/684065-19, waarin de officier van justitie verzocht om verlenging van de terbeschikkingstelling van de veroordeelde met twee jaren. De veroordeelde, geboren in 1987 en thans verpleegd in een TBS-kliniek, werd in 2020 ter beschikking gesteld voor verpleging. De rechtbank heeft kennisgenomen van het advies van de TBS-kliniek, waarin werd gesteld dat de veroordeelde lijdt aan schizofrenie en dat er een laag risico op terugval in crimineel gedrag is, mits hij medicatietrouw blijft. Tijdens de zitting zijn de officier van justitie, de terbeschikkinggestelde, diens raadsvrouw en een deskundige gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat de terbeschikkinggestelde zich inzet voor zijn behandeling, maar dat er nog steeds sprake is van een stoornis en een recidiverisico. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie toegewezen en de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaren verlengd, waarbij de positieve ontwikkeling van de terbeschikkinggestelde en de mogelijkheid tot contactherstel met zijn zus als positieve factoren zijn meegenomen in de beslissing.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13/684065-19
Beslissing op de ter griffie van deze rechtbank ingekomen vordering van de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam van 14 januari 2022 in de zaak tegen:
[veroordeelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1987,
thans verpleegd in [TBS-kliniek]
die bij vonnis van deze rechtbank van 6 februari 2020 ter beschikking gesteld werd, teneinde van overheidswege te worden verpleegd.

1.Inhoud van de vordering

De vordering van de officier van justitie strekt tot het verlengen van de termijn van genoemde terbeschikkingstelling met twee jaren.

2.Procesgang

De rechtbank heeft kennis genomen van de stukken in de zaak met bovenvermeld parketnummer, waaronder het op 21 december 2021 op grond van artikel 6:6:12, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering uitgebrachte advies van [TBS-kliniek] , strekkende tot verlenging van deze terbeschikkingstelling met twee jaren, alsmede de daarbij overgelegde aantekeningen.
De rechtbank heeft op 17 februari 2022 de officier van justitie mr. D. Jironet-Loewe, de terbeschikkinggestelde en diens raadsvrouw mr. S. Marjanovic, advocaat te Den Haag, alsmede de deskundige [deskundige] , verbonden aan [TBS-kliniek] , op de openbare terechtzitting gehoord. Hiervan is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

3.Beoordeling

Aan genoemd
advies van [TBS-kliniek] van 21 december 2021wordt het volgende ontleend, zakelijk weergegeven:
Kernproblematiek
Betrokkene is een 34-jarige man van Surinaams Hindoestaanse afkomst, bij wie sprake is van schizofrenie. Daarnaast is sprake van cognitief verval door psychotische ontregeling en antisociale gedragingen. Dit maakt dat hij momenteel functioneert op laag begaafd niveau.
Behandelverloop en risicotaxatie
Betrokkene functioneert de afgelopen periode stabiel. Betrokkene heeft moeite met opstaan, wat deels verklaard kan worden door het gebruik van medicatie en de negatieve symptomen, passend bij schizofrenie. Daarnaast speelt (het gebrek aan) motivatie ook een rol. In de middag kan betrokkene zichzelf beter motiveren. Hij gaat dan naar zijn blokken, doet zijn afdelingstaken en kookt zo nu en dan voor de groep of assisteert anderen bij het koken. Zijn depot (antipsychoticum) is de afgelopen periode verlaagd na een spiegelbepaling.
Hoewel betrokkene zich naar draagkracht inzet voor de behandeling en zich voegt naar wat er van hem wordt gevraagd, krijgt het team onvoldoende zicht op zijn belevingswereld. Gebleken is dat hij het lastig vindt om emoties bij zichzelf te herkennen en te benoemen. Wel wordt gezien dat hij zich inzet op dit punt, bijvoorbeeld tijdens de dagopening en -sluiting.
Zowel bij de therapieën, in mentorgesprekken als tijdens de groepsmomenten laat betrokkene zien dat er sprake is van ziektebesef en -inzicht. Hij erkent de aanwezige schizofrenie, kan psychotische gedachten uit het verleden benoemen en ervaart de noodzaak van het gebruik van medicatie om stabiel te blijven. Antisociaal gedrag wordt niet waargenomen.
Betrokkene volgt zijn geïndiceerde therapieën trouw. Hij neemt deel aan verschillende groepstherapieën (cognitieve gedragstherapie, psychomotore therapie, dramatherapie), twee libermanmodules (omgaan met psychose en medicatie) en de delictanalyse. Wat opvalt is dat hij zich inzet, maar oppervlakkig blijft in zijn antwoorden en inzichten. Gezien het functioneren op
laag begaafd niveau, wordt verwacht dat er wat betreft inzicht en reflecteren op eigen gedrag niet meer diepgang zal worden gevonden. De behandeling richt zich dan ook vooral op het aanleren van vaardigheden en het vragen van hulp wanneer hij er zelf niet uitkomt.
In een situatie ‘in zorg’ wordt het risico op terugval in crimineel en/of gewelddadig gedrag als laag ingeschat, mits betrokkene goed blijft ingesteld op medicatie. In een situatie waarin de tbs-maatregel wordt beëindigd, wordt het risico op gewelddadig gedrag als ‘hoog’ ingeschat. Hoewel betrokkene nu medicatietrouw is, is in het verleden gebleken dat hij stopte met de inname van antipsychotische medicatie op het moment dat er geen toezicht en begeleiding meer was. Als hij stopt met de medicatie, is de verwachting dat de positieve symptomen van de schizofrenie toenemen waarbij de kans op fysieke agressie groot is. In het verleden is de spanning snel opgelopen, waarbij hij agressief werd richting zijn omgeving.
Koers en advies
Begeleid verlof wordt - gezien de positieve ontwikkeling van betrokkene - gezien als een passende eerste stap in het traject van betrokkene. De komende periode zal de focus liggen op het doorlopen van het gemachtigde stappenplan en het centraal stellen van de daarin opgenomen leerdoelen. Er zal worden toegewerkt naar overplaatsing naar een FPA. Het aanleren van vaardigheden, zowel gericht op het voorkomen van delictgedrag als voor het vormgeven en vasthouden van een goede daginvulling, staat hierin centraal. Gezien het nog te doorlopen traject adviseren wij de tbs-maatregel te verlengen voor de duur van twee jaar.
De deskundige heeft dit advies op de openbare terechtzitting bevestigd en daar waar nodig aangevuld. Inmiddels is vastgesteld dat bij terbeschikkinggestelde geen sprake is van een antisociale persoonlijkheidsstoornis. De terbeschikkinggestelde gaat starten met enkel begeleide verloven en er wordt toegewerkt naar een overplaatsing naar FPA [locatie] . Ten slotte heeft de zus van de terbeschikkinggestelde laten weten het contact met hem langzaam te willen opbouwen.
De officier van justitie heeft gepersisteerd bij haar vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging met twee jaar.
De verdediging kan zich vinden in de vordering en heeft zich daartegen niet verzet.
De rechtbank is – gelet op het advies, het verhandelde ter zitting en artikel 38d van het Wetboek van Strafrecht – van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaren wordt verlengd.
De rechtbank overweegt hiertoe dat nog altijd sprake is van een stoornis en dat ook het recidiverisico nog aanwezig is. De rechtbank vindt het goed om te zien dat er voortvarend te werk wordt gegaan. De terbeschikkinggestelde is goed ingesteld op de medicatie en hij maakt goede stappen. Er ligt een goede basis om ook in de komende twee jaren veel stappen te kunnen zetten. Ten slotte vindt de rechtbank de mogelijke opening tot contactherstel met de zus van de terbeschikkinggestelde een positieve ontwikkeling.

4.Beslissing

De rechtbank wijst de vordering van de officier van justitie toe en verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van
[veroordeelde]met
twee jaren.
Deze beslissing is gegeven door
mr. C.M. Degenaar, voorzitter,
mrs. F.J. van de Poel en M.M. Prinsen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S.D. van der Heiden, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 17 februari 2022.
De jongste rechter is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.
.