ECLI:NL:RBAMS:2022:873

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
17 februari 2022
Publicatiedatum
1 maart 2022
Zaaknummer
13/017856-99
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met twee jaren voor chronisch psychotische man

Op 17 februari 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak van een chronisch psychotische man, die ter beschikking was gesteld voor verpleging. De officier van justitie had verzocht om verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaren, gezien de aanhoudende psychische problemen en het risico op gewelddadig gedrag. De rechtbank heeft de vordering toegewezen, na het horen van de officier van justitie, de raadsman en deskundigen op de openbare zitting. De rechtbank heeft geconstateerd dat de terbeschikkinggestelde nog altijd lijdt aan een ernstige psychische stoornis, die therapieresistent is, en dat de risico's voor de veiligheid van anderen onverminderd hoog zijn. De rechtbank heeft daarbij de adviezen van de psychiater en psycholoog in overweging genomen, die beiden de verlenging van de terbeschikkingstelling adviseerden. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de veiligheid van anderen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaren wordt verlengd, en heeft de beslissing op 17 februari 2022 uitgesproken. De rechtbank hoopt dat de terbeschikkinggestelde op de longstayafdeling een betere kwaliteit van leven kan bereiken, maar benadrukt dat intensieve begeleiding noodzakelijk blijft.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13/017856-99
Beslissing op de ter griffie van deze rechtbank ingekomen vordering van de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam van 24 december 2021 in de zaak tegen:
[veroordeelde],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1975,
thans verpleegd in [TBS-kliniek] ,
die bij vonnis van deze rechtbank van 17 januari 2000 ter beschikking gesteld werd, teneinde van overheidswege te worden verpleegd, welke terbeschikkingstelling laatstelijk bij beslissing van deze rechtbank van 18 februari 2020 voor de tijd van twee jaren werd verlengd.

1.Inhoud van de vordering

De vordering van de officier van justitie strekt tot het verlengen van de termijn van genoemde terbeschikkingstelling met twee jaren.

2.Procesgang

De rechtbank heeft kennis genomen van de stukken in de zaak met bovenvermeld parketnummer, waaronder:
  • het op 15 november 2021 op grond van artikel 6:6:12, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering uitgebrachte advies van [TBS-kliniek] , strekkende tot verlenging van deze terbeschikkingstelling met twee jaren, alsmede de daarbij overgelegde aantekeningen;
  • de op 29 oktober 2021 en 29 november 2021 op grond van artikel 6:6:12, derde lid van het Wetboek van Strafvordering opgemaakte adviesrapporten van respectievelijk de psychiater J.L.M. Dinjens en klinisch psycholoog B. van Giessen, beiden niet verbonden aan de instelling waarin de terbeschikkinggestelde wordt verpleegd, strekkende tot verlenging van deze terbeschikkingstelling met twee jaren.
  • Het proces-verbaal van verhoor van betrokkene in [TBS-kliniek] op 2 februari 2022, opgesteld door de rechter-commissaris in verband met het horen van betrokkene op de verlengingsvordering.
De rechtbank heeft op 17 februari 2022 de officier van justitie mr. D. Jironet-Loewe, de (gemachtigd) raadsman mr. S. Burmeister, advocaat te Amsterdam, alsmede de deskundige [deskundige] , verbonden aan [TBS-kliniek] , op de openbare terechtzitting gehoord. Hiervan is afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt.

3.Beoordeling

Aan genoemd advies van
[TBS-kliniek] van 15 november 2021wordt het volgende ontleend, zakelijk weergegeven:
Kernproblematiek
Betrokkene is een 46-jarige chronisch psychotische man. Wanen en hallucinaties domineren het contact. De psychotische symptomen zijn moeizaam te beïnvloeden middels medicamenteuze behandeling. Begin 2019 is de depot medicatie gestopt en is overgegaan tot een behandeling met het antipsychoticum clozapine, wat betrokkene opgelost in een drankje krijgt aangeboden. Door deze medicatie is het toestandsbeeld iets verbeterd, in die zin dat betrokkene meer heldere momenten heeft en dan beter te begeleiden is. Er blijft echter sprake van een floride psychotisch toestandsbeeld, waarbij beveiliging en controle eveneens van belang zijn om fysiek agressieve doorbraken te voorkomen, c.q. op te vangen.
De onderliggende - eerder gediagnosticeerde - persoonlijkheidsproblematiek is binnen het huidige psychotische toestandsbeeld niet langer voldoende zichtbaar om deze nog te kunnen stellen. Vanwege het chronische beeld en een (tbs-)behandelverloop met een reeks aan gewelddadige incidenten, verblijft betrokkene op een Zeer Intensieve Specialistische Zorgafdeling, waar hij een individueel programma aangeboden krijgt.
Behandelverloop en risicotaxatie
Betrokkene verblijft sinds 16 maart 2011 op de afdeling Zeer Intensieve Specialistische Zorg van de [locatie] van [TBS-kliniek] binnen de [naam PI] . Betrokkene krijgt een strikt individueel programma aangeboden en komt niet in onbegeleide interactie met medepatiënten. Er is vrijwel gedurende de gehele duur van de tbs-behandeling sprake geweest van een EVBG-status (Extreem Vlucht- en/of Beheers Gevaarlijk) en sinds 2011 van een [naam status] .
Het psychotisch toestandsbeeld bepaalt nog altijd grotendeels het gedrag van betrokkene waardoor hij niet goed inschatbaar is en afhankelijk is van zorg en externe structuur. Desondanks is de afgelopen jaren (met name als gevolg van medicatie) langzaamaan sprake van een verbetering van het algehele toestandsbeeld. De agressie en ook de frequentie en intensiteit van seksuele ontremming zijn afgenomen. Betrokkene is beter begeleidbaar en er zijn soms korte gesprekjes haalbaar zonder dat hij de realiteit verliest.
De delictgerelateerde factoren, zoals de psychotische problematiek, beperkte copingvaardigheden en impulsiviteit, zijn niet tot uiterst beperkt ontvankelijk gebleken voor behandeling. Het is gebleken dat antipsychotische medicatie nauwelijks effect heeft gesorteerd op de psychotische belevingen van betrokkene, waardoor er in het verleden sprake is geweest van verschillende agressieve incidenten. Betrokkene is nog altijd onvoorspelbaar en onpeilbaar in zijn gedrag. De kans op impulsief agressief gedrag blijft aanwezig en vanuit deze situatie kan gesteld worden dat betrokkene nog altijd als delictgevaarlijk beschouwd dient te worden. In een situatie van beëindiging van de tbs-maatregel is nog altijd sprake van een hoog risico op gewelddadig gedrag.
Koers en advies
De koers is gericht op een vanuit de voor betrokkene veilige en bekende omgeving stapsgewijze uitbreiding van (allereerst) intramurale vrijheden en verantwoordelijkheden en rustige afbouw van begeleidingsintensiteit. Een overplaatsing naar de [locatie] ( [plaats] ) van [TBS-kliniek] , waar een afdeling speciaal toegerust is voor problematieken zoals die van betrokkene, zou een goede, veilige en daarmee verantwoorde, volgende stap zijn in de verdere uitvoering van het traject. Het zetten van te grote stappen en verlies van gevoel van vertrouwen en veiligheid bij betrokkene vergroten de kans op ontregeling en terugval en daarmee op gewelddadig gedrag.
Samenvattend kan gesteld worden dat voor wat betreft risicomanagement, maar ook om een traject gericht op uitstroom op langere termijn de grootste kans van slagen te geven, voortzetting van de tbs met dwangverpleging noodzakelijk is. Geadviseerd wordt om de tbs-maatregel met twee jaren te verlengen.
De deskundige heeft dit advies op de openbare terechtzitting bevestigd en daar waar nodig aangevuld. De terbeschikkinggestelde is een maand geleden overgeplaatst naar de longstayafdeling van [TBS-kliniek] . Hij voelt zich daar redelijk vertrouwd. Betrokkene reageert op zijn omgeving. Het perspectief blijft somber en impulsuitbraken zullen altijd aanwezig blijven. De psychotische problematiek zal nooit weggaan, hooguit erger worden.
Aan genoemd advies van
psychiater J.L.M. Dinjens van 29 oktober 2021wordt het volgende ontleend, zakelijk weergegeven:
Er is sprake van een ernstige therapieresistente vorm van schizofrenie. Het recidiverisico wordt ingeschat als hoog. Betrokkene is chronisch psychotisch en wordt behandeld op een zeer hoog gestructureerde afdeling, waarin hij zichzelf niet kan handhaven. Er is een sterk gestoorde impulscontrole en emotieregulatie. Er is geen probleembesef en -inzicht. Er is een al jaren lopende dwangbehandeling, wegens medicatieweigering. Het risico op impulsieve (ernstige) delicten is blijvend hoog. Betrokkene zal naar verwachting levenslang een omgevingsprothese in de vorm van intensieve begeleiding, structuur en medicatie nodig hebben. Geadviseerd wordt om de terbeschikkingstelling te verlengen met twee jaren.
Aan genoemd advies van
psycholoog B. van Giessen van 29 november 2021wordt het volgende ontleend, zakelijk weergegeven:
Bij betrokkene is sprake van een ziekelijke stoornis van de geestesvermogen in de vorm van de stoornis schizofrenie (onafgebroken). De kans op herhaling van (soortgelijke) strafbare feiten als waarvoor betrokkene de maatregel terbeschikkingstelling kreeg opgelegd wordt ingeschat als hoog. De stoornis schizofrenie is therapieresistent gebleken en betrokkene is volledig aangewezen op professionele zorg, steun en toezicht. Het enige doel dat nog kan worden geformuleerd is zijn kwaliteit van leven zo groot mogelijk te maken. Geadviseerd wordt - gezien de beïnvloedbaarheid van de stoornis schizofrenie en het hoge recidiverisico - de maatregel terbeschikkingstelling te verlengen met een periode van twee jaren.
De officier van justitie heeft verzocht de vordering tot verlenging van de terbeschikkingstelling met dwangverpleging met twee jaren toe te wijzen.
De raadsman heeft verzocht de vordering van de officier van justitie af te wijzen, omdat de terbeschikkinggestelde zich tegen de terbeschikkingstelling heeft uitgesproken.
De rechtbank is – gelet op de adviezen, het verhandelde ter zitting en de artikelen 38d en 38e van het Wetboek van Strafrecht – van oordeel dat de veiligheid van anderen dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen eist dat de termijn van de terbeschikkingstelling met twee jaren wordt verlengd.
De rechtbank overweegt hiertoe dat bij de terbeschikkinggestelde nog altijd een stoornis aanwezig is en dat de risico’s onverminderd hoog zijn. Het toekomstbeeld van de terbeschikkinggestelde is somber en intensieve begeleiding blijft noodzakelijk. De rechtbank vindt het goed om te horen dat de terbeschikkinggestelde goed op zijn plek is op de longstayafdeling in [plaats] en hoopt dat de kwaliteit van zijn leven daar beter kan worden.

4.Beslissing

De rechtbank wijst de vordering van de officier van justitie toe en verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van
[veroordeelde]met
twee jaren.
Deze beslissing is gegeven door
mr. C.M. Degenaar, voorzitter,
mrs. F.J. van de Poel en M.M. Prinsen, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. S.D. van der Heiden, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 17 februari 2022.
De jongste rechter is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.
.