Op 17 februari 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak betreffende de terbeschikkinggestelde, geboren in 1983, die sinds 2005 ter beschikking is gesteld voor verpleging. De officier van justitie heeft op 29 december 2021 een vordering ingediend tot verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaren. De rechtbank heeft de terbeschikkinggestelde, zijn raadsman en deskundigen gehoord tijdens een openbare zitting. De terbeschikkinggestelde heeft een licht verstandelijke beperking en lijdt aan schizofrenie van het paranoïde type. Ondanks behandeling en begeleiding is er nog steeds sprake van ernstige symptomen en een hoog recidiverisico. De deskundige heeft geadviseerd om de terbeschikkingstelling te verlengen, gezien de kwetsbaarheid van de betrokkene en het gebrek aan inzicht in zijn problematiek. De rechtbank heeft, na afweging van de ernst van de stoornis en het recidiverisico, besloten de terbeschikkingstelling met twee jaren te verlengen. De rechtbank benadrukt dat de behandeling van de terbeschikkinggestelde meer tijd in beslag zal nemen dan één jaar, en dat het belangrijk is om kleine stappen in de behandeling te nemen. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, waarbij de voorzitter en twee rechters aanwezig waren. De griffier heeft de uitspraak vastgelegd.