ECLI:NL:RBAMS:2022:8629
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voorhanden hebben vuurwapen en munitie; Vrijspraak bedreiging
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank Amsterdam, is verdachte op 14 april 2022 vrijgesproken van de tenlastegelegde feiten van verboden wapenbezit en bedreiging. De zaak begon op 17 november 2016, toen de politie een melding ontving van een bedreiging met een vuurwapen. De melder beschreef een persoon die een vuurwapen had getrokken en in een auto was weggereden. De politie kon de auto traceren en de bestuurder, verdachte, werd kort daarna aangehouden. De officier van justitie stelde dat het voorhanden hebben van een vuurwapen en munitie bewezen kon worden, terwijl de verdediging vrijspraak bepleitte. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor zowel de bedreiging als het voorhanden hebben van het vuurwapen. De rechtbank kon niet vaststellen dat verdachte de persoon was die het vuurwapen had getrokken, en het feit dat een vuurwapen uit de auto werd gegooid, was niet voldoende om te concluderen dat verdachte beschikkingsmacht over het wapen had. Daarom sprak de rechtbank verdachte van alle feiten vrij.