ECLI:NL:RBAMS:2022:8611

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
16 november 2022
Publicatiedatum
14 juli 2023
Zaaknummer
C/13/723588 / HA ZA 22-794
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Verstek
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verstekvonnis in civiele procedure tussen Funding Circle Nederland B.V. en onbekende gedaagde

Op 16 november 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam een verstekvonnis uitgesproken in de civiele zaak tussen Funding Circle Nederland B.V. en een onbekende gedaagde, die handelde onder een handelsnaam en zonder bekende woon- of verblijfplaats. De eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. V.H. Jurgens, had de gedaagde gedagvaard, maar deze is niet verschenen. De rechtbank heeft de procedure beoordeeld op basis van de ingediende stukken, waaronder de dagvaarding en de akte uitlaten van eiseres.

De rechtbank oordeelde dat de vordering van eiseres niet onrechtmatig of ongegrond was en heeft deze toegewezen. De gedaagde werd veroordeeld om aan eiseres een bedrag van € 60.520,22 te betalen, vermeerderd met wettelijke rente over niet tijdig betaalde maandtermijnen. Daarnaast werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van een contractuele boete van € 7.262,43 en buitengerechtelijke kosten van € 1.380,20, eveneens vermeerderd met wettelijke rente.

Verder werd de gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die aan de zijde van eiseres zijn begroot op € 4.063,30. De rechtbank heeft bepaald dat dit vonnis uitvoerbaar is bij voorraad, wat betekent dat eiseres het vonnis kan laten uitvoeren, ook al is er nog geen definitieve uitspraak in hoger beroep. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. J.T. Kruis op de datum van uitspraak.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/723588 / HA ZA 22-794
Vonnis van 16 november 2022
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
FUNDING CIRCLE NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
eiseres,
advocaat mr. V.H. Jurgens te Eindhoven,
tegen
[gedaagde]
handelend onder de naam [handelsnaam] ,
zonder bekende- woon of verblijfplaats, ingevolge artikel 1:15 BW woonplaats hebbende op het door hem gekozen briefadres,
gedaagde,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding, met producties,
  • de akte uitlaten van eiseres,
  • het tegen gedaagde verleende verstek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Het gevorderde komt de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal als volgt worden toegewezen.
2.2.
Gedaagde zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van eiseres worden begroot op:
- dagvaarding € 112,30
- griffierecht 2.837,00
- salaris advocaat
1.114,00(1,0 punt × tarief € 1.114,00)
Totaal € 4.063,30

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
veroordeelt gedaagde om aan eiseres te betalen een bedrag van € 60.520,22 (zestig duizendvijfhonderdtwintig euro en tweeëntwintig eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119a BW over niet (tijdig) betaalde maandtermijnen met ingang van de vervaldatum van iedere betalingstermijn tot 30 augustus 2022, alsmede te berekenen over het bedrag van € 60.520,22 met ingang van 30 augustus 2022 tot de dag van volledige betaling,
3.2.
veroordeelt gedaagde om aan eiseres te betalen de contractuele boete ad
€ 7.262,43, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW met ingang van 30 augustus 2022 tot de dag van volledige betaling,
3.3.
veroordeelt gedaagde om aan eiseres te betalen de buitengerechtelijke kosten ad
€ 1.380,20, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW met ingang van 30 augustus 2022 tot de dag van volledige betaling,
3.4.
veroordeelt gedaagde in de proceskosten, aan de zijde van eiseres tot op heden begroot op € 4.063,30, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de veertiende dag na de betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
3.5.
veroordeelt gedaagde in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat gedaagde niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, en te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over de nakosten met ingang van de veertiende dag na de betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
3.6.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.T. Kruis en in het openbaar uitgesproken op 16 november 2022. [1]

Voetnoten

1.type: AAK