In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Amsterdam op 9 juni 2022 uitspraak gedaan over de verlenging van de ondertoezichtstelling en de uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2018. De zaak betreft de moeder, die positieve stappen heeft gezet in haar ontwikkeling, maar nog steeds te maken heeft met uitdagingen in de omgang met de hulpverlening. De kinderrechter heeft de verzoeken tot ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing beoordeeld, waarbij rekening is gehouden met eerdere beschikkingen en de huidige situatie van de minderjarige. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er nog steeds een ernstige bedreiging is voor de ontwikkeling van de minderjarige, wat een gedwongen hulpverlening noodzakelijk maakt. De kinderrechter heeft besloten de ondertoezichtstelling te verlengen tot 24 december 2022 en de machtiging tot uithuisplaatsing tot 24 september 2022. De kinderrechter heeft ook aangegeven dat er stappen moeten worden gezet om de omgang tussen de moeder en de minderjarige uit te breiden, met aandacht voor de hechting en de emotionele regulatie van de moeder. De GI is opgedragen om tijdig een schriftelijke update te verstrekken over de voortgang van de hulpverlening en de omgangsregeling.