In deze strafzaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 26 oktober 2022 uitspraak gedaan in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van het medeplegen van een poging tot woningoverval en poging tot afpersing, alsook het voorhanden hebben van een vuurwapen. De verdachte is geboren in 1997 en was ten tijde van de zitting gedetineerd. Het onderzoek ter terechtzitting vond plaats op 2 augustus en 12 oktober 2022. De officier van justitie, mr. M.E. Woudman, heeft de vordering ingediend, terwijl de verdachte werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. R.J.E. Berfelo.
De tenlastelegging omvatte meerdere feiten, waaronder de poging tot diefstal met geweld en de heling van een snorfiets. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 9 februari 2022 samen met medeverdachten naar de woning van de aangeefster is gegaan met de intentie om deze te overvallen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte een cruciale rol speelde in het plan en dat er voldoende bewijs was om de poging tot woningoverval en afpersing te bewijzen. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 24 maanden, waarbij rekening is gehouden met zijn jonge leeftijd en persoonlijke omstandigheden. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de heling van de snorfiets, omdat niet kon worden vastgesteld dat hij op de hoogte was van de diefstal.
De rechtbank heeft ook bepaald dat de PostNL-jas, die in beslag was genomen, verbeurd werd verklaard, omdat deze was gebruikt bij het plegen van het misdrijf. De uitspraak is gedaan op basis van de artikelen 33, 33a, 45, 47, 55, 57, 312, 317 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 26 en 55 van de Wet wapens en munitie.