Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De feiten
St. Johann eGen afgewezen.”
“Wanneer uw cliënt het verkoop- en bezwaringsverbod opheft, waartoe hij nogmaals door cliënte wordt gesommeerd om dat binnen een week na heden te doen, althans om binnen een week na heden toestemming tot verkoop te geven, aan degene die voornoemd bedrag bereid is te betalen, behoeft de executoriale verkoop geen doorgang te vinden. Daarmee wordt voorkomen dat cliënte een aanmerkelijke schade lijdt.”
3.Het geschil in conventie
- i) het vervreemdings- en bezwaringsverbod onder dwangsom, zoals aan [eiseres] opgelegd in de vonnissen van de rechtbank Amsterdam van 12 februari 2016 en 11 november 2016 en het gerechtshof Amsterdam van 4 april 2017 op te heffen, zodat [gedaagde] geen rechten meer aan voornoemde uitspraken kan ontlenen; en
- ii) [gedaagde] te bevelen om zorg te dragen voor doorhaling van het vervreemdings- en bezwaringsverbod, zoals dat thans staat ingeschreven in het Oostenrijkse Grundbuch, binnen drie dagen na betekening van het vonnis, op straffe van een dwangsom;
- iii) [eiseres] , voor zover nodig, te machtigen de onder (ii) bedoelde doorhaling zelf te bewerkstelligen als [gedaagde] nalatig blijft te voldoen aan het onder (ii) bedoelde bevel binnen zeven dagen na de betekening van het vonnis.
4.Het geschil in reconventie
5.De beoordeling in conventie en in reconventie
een mager vonnis” - en dat door de ouders van [gedaagde] mogelijk hoger beroep zal worden ingesteld. Onder die omstandigheden en ook omdat niet vaststaat of de veiling doorgang zal vinden op 25 februari 2022 lijkt benoeming van een deskundige op dit moment (nog) niet aan de orde en ontbreekt een spoedeisend belang. De vordering zal dan ook worden afgewezen.