ECLI:NL:RBAMS:2022:8480

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
21 december 2022
Publicatiedatum
29 maart 2023
Zaaknummer
13/251898-22
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste en enige aanleg
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Overlevering op basis van Europees aanhoudingsbevel door de Rechtbank Amsterdam

Op 21 december 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon aan Tsjechië op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). Het EAB, uitgevaardigd door het District Court in Frýdek-Místek op 21 september 2022, verzocht om de aanhouding en overlevering van de opgeëiste persoon, geboren in 1994 en gedetineerd in Nederland. De behandeling van het EAB vond plaats op 7 december 2022, waarbij de officier van justitie, mr. G.P. Sholeh, aanwezig was. De opgeëiste persoon heeft schriftelijk afstand gedaan van zijn recht op aanwezigheid, maar zijn raadsman, mr. M.L. van Gessel, was wel aanwezig.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de identiteit van de opgeëiste persoon correct is en dat hij de Tsjechische nationaliteit heeft. De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank. Het EAB vermeldt een arrestatiebevel van 12 april 2022, en de rechtbank heeft vastgesteld dat het feit waarvoor de overlevering wordt verzocht, voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW). De rechtbank concludeert dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering en dat het EAB voldoet aan de wettelijke eisen.

De rechtbank heeft op basis van de feiten en de toepasselijke wetgeving, waaronder artikelen 45 en 311 van het Wetboek van Strafrecht en artikelen 2, 5 en 7 van de Overleveringswet, besloten de overlevering toe te staan. De uitspraak is gedaan door de voorzitter, mr. M.E.M. James-Pater, en de rechters mrs. P. van Kesteren en R. Godthelp, in aanwezigheid van griffier mr. F.A. Potters. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open, conform artikel 29, tweede lid, OLW.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER

Parketnummer: 13/251898-22
RK nummer: 22/4488
Datum uitspraak: 21 december 2022
UITSPRAAK
op de vordering van de officier van justitie bij deze rechtbank tot het in behandeling nemen van een Europees aanhoudingsbevel (EAB). [1]
Dit EAB is uitgevaardigd op 21 september 2022 door de
District Court in Frýdek-Místek(Tsjechië) (hierna: de uitvaardigende justitiële autoriteit) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
[opgeëiste persoon]
geboren in [geboorteplaats] op [geboortedag] 1994,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres:
[adres] ,
gedetineerd in [PI] ,
hierna ‘de opgeëiste persoon’.

1.Procesgang

De behandeling van het EAB heeft plaatsgevonden op de zitting van 7 december 2022. Het openbaar ministerie heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. G.P. Sholeh, officier van justitie. De opgeëiste persoon heeft schriftelijk afstand gedaan van zijn aanwezigheidsrecht. Zijn gemachtigd raadsman, mr. M.L. van Gessel, advocaat in Amsterdam, is wel verschenen.
De rechtbank heeft de termijn waarbinnen zij op grond van de Overleveringswet (OLW) uitspraak moet doen over de verzochte overlevering met 30 dagen verlengd. [2]

2.Identiteit van de opgeëiste persoon

De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon onderzocht en vastgesteld dat de bovenvermelde persoonsgegevens juist zijn en dat de opgeëiste persoon de Tsjechische nationaliteit heeft.

3.Referte

De raadsman heeft zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.

4.Grondslag en inhoud van het EAB

Het EAB vermeldt een arrestatiebevel van 12 april 2022 (file number 80 T 8/2022-87). Het arrestatiebevel is, blijkens het zich in het dossier bevindende A-formulier, uitgevaardigd door de
District Court in Frýdek-Místek.
De uitvaardigende justitiële autoriteit verzoekt de overlevering vanwege het vermoeden dat de opgeëiste persoon zich schuldig heeft gemaakt aan een naar Tsjechisch recht strafbaar feit. Dit feit is omschreven in het EAB. [3]

5.Strafbaarheid: Feit waarvoor dubbele strafbaarheid is vereist

De uitvaardigende justitiële autoriteit heeft het feit niet aangeduid als een feit waarvoor het vereiste van toetsing van dubbele strafbaarheid niet geldt. Overlevering kan in dat geval worden toegestaan, indien voldaan wordt aan de eisen die in artikel 7, eerste lid, aanhef en onder a 2°, OLW zijn neergelegd.
De rechtbank stelt vast dat hieraan is voldaan.
Het feit levert naar Nederlands recht op:
poging tot diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft of het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak

6.Slotsom

De rechtbank stelt vast dat het EAB voldoet aan de eisen van artikel 2 OLW. Verder staan geen weigeringsgronden aan de overlevering in de weg en is geen sprake van een geval waarin aan het EAB geen gevolg mag worden gegeven. Om die reden staat de rechtbank de overlevering toe.

7.Toepasselijke wetsartikelen

De artikelen 45 en 311 van het Wetboek van Strafrecht en 2, 5, en 7 van de Overleveringswet.

8.Beslissing

STAAT TOEde overlevering van
[opgeëiste persoon]aan de
District Court in Frýdek-Místek(Tsjechië) voor het feit omschreven in onderdeel e) van het EAB.Aldus gedaan door
mr. M.E.M. James-Pater, voorzitter,
mrs. P. van Kesteren en R. Godthelp, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. F.A. Potters, griffier,
en uitgesproken ter openbare zitting van 21 december 2022.
Ingevolge artikel 29, tweede lid, OLW staat tegen deze uitspraak geen gewoon rechtsmiddel open.

Voetnoten

1.Zie artikel 23 OLW.
2.Zie artikel 22, eerste en derde lid, OLW.
3.Zie onderdeel e) van het EAB.