Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
INTERNATIONALE RECHTSHULPKAMER
Circuit Court in Katowice, V Penal Division(Polen) en strekt tot de aanhouding en overlevering van:
1.Procesgang
2.Identiteit van de opgeëiste persoon
3.Grondslag en inhoud van het EAB
- een
- een
cumulative judgementII K 884/18 liggen de volgende vijf vonnissen ten grondslag:
judgementvan de
District Court in Chorzówvan 16 november 2009 (referentie: IX K 662/09);
judgementvan de
District Court in Chorzówvan 20 mei 2010 (referentie: IX K 23/10);
judgementvan de
District Court in Zawiercievan 24 januari 2011 (referentie: VI K 91/09);
judgementvan de
District Court in Mikolówvan 14 april 2011 (referentie: II K 34/11);
judgementvan de
District Court in Chorzówvan 28 juni 2011 (referentie: IX K 117/11).
- 1 jaar, waarvan nog 364 dagen uit te zitten, opgelegd bij vonnis II K 184/04,
- 2 jaar, waarvan nog 725 dagen uit te zitten, en 1 jaar en 4 maanden, waarvan nog 484 dagen uit te zitten, beide opgelegd bij verzamelvonnis II K 884/18,
ex officiois geïnitieerd en dat de opgeëiste persoon niet op de hoogte was van deze procedure.
ex officiois gestart. De opgeëiste persoon heeft hiertoe dus geen verzoek ingediend. Daarbij is vermeld dat de oproepen voor de zitting aan de opgeëiste persoon zijn verstuurd naar zijn laatst bekende adres, maar dat dit adres niet is opgegeven door de opgeëiste persoon als correspondentieadres
in deze procedure.De uitvaardigende justitiële autoriteit schrijft verder dat de opgeëiste persoon “
did not indicate his address and was not informed […] about the obligation to notify the agencies conducting the proceedings about any possible change of address and address for delivery […]”Hoewel de uitvaardigende justitiële autoriteit ook vermeldt dat de instructies die de opgeëiste persoon eerder heeft ontvangen in de aan het cumulatieve vonnis onderliggende vonnissen ook gelden voor het cumulatieve vonnis (“
instructions in that respect, which he had received before in those six, above referenced cases, applied also to the proceedings concerning the issue of a cumulative judgment”)kan de rechtbank uit de bewoordingen in de aanvullende informatie niet met voldoende zekerheid vaststellen dat de opgeëiste persoon er rekening mee had moeten houden dat hij post kon ontvangen voor een samenvoegingsprocedure op een adres dat hij – minstens acht jaar terug – opgaf in eerdere strafzaken. De rechtbank is, gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, dan ook van oordeel dat de opgeëiste persoon in deze bijzondere situatie
nietgeacht kan worden (stilzwijgend) afstand te hebben gedaan van zijn recht om in persoon aanwezig te zijn, dan wel om zijn verdedigingsrechten uit te oefenen.
4.Strafbaarheid
5.Weigeringsgrond als bedoeld in artikel 6a OLW
6.Beslissing
SCHORSThet onderzoek voor
onbepaalde tijd –met dien verstande dat de zaak zo snel mogelijk opnieuw op zitting wordt gebracht – om de opgeëiste persoon in de gelegenheid te stellen de hiervoor onder
5.genoemde stukken – geordend en voorzien van een conclusie – tijdig voorafgaand aan de behandeling ter zitting aan de rechtbank te overleggen.