ECLI:NL:RBAMS:2022:8305

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
21 december 2022
Publicatiedatum
2 februari 2023
Zaaknummer
C/13/718847 / HA ZA 22-472
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Verbintenissenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van Tesla Motors Nederland B.V. voor schade aan auto na brand in garage

In deze zaak vorderen eisers, [eiser 1] en [eiser 2], schadevergoeding van Tesla Motors Nederland B.V. naar aanleiding van schade aan hun Tesla Model S, die tijdens een brand op het terrein van het servicecentrum van Tesla op 5 september 2018 is ontstaan. De eisers stellen dat Tesla tekort is geschoten in haar verplichtingen als bewaarnemer van de auto, omdat deze niet in dezelfde staat is teruggegeven als waarin deze was afgeleverd. Daarnaast stellen zij dat de auto te lang onder zich is gehouden, wat heeft geleid tot gederfde inkomsten en een lagere verkoopprijs van de auto. De rechtbank heeft de procedure gevolgd, waarbij onder andere de dagvaarding, conclusie van antwoord en een mondelinge behandeling zijn behandeld. De rechtbank oordeelt dat Tesla niet tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen. De brand is ontstaan in een andere auto en Tesla kan niet verantwoordelijk worden gehouden voor de schade die daaruit voortvloeit. De rechtbank concludeert dat de vorderingen van eisers worden afgewezen en dat zij in de proceskosten worden veroordeeld. De proceskosten aan de zijde van Tesla worden vastgesteld op € 9.277,00, te vermeerderen met wettelijke rente.

Uitspraak

RECHTBANK Amsterdam

Civiel recht
Zaaknummer: C/13/718847 / HA ZA 22-472
Vonnis van 21 december 2022
in de zaak van

1.[eiser 1] ,

2. [eiser 2],
beiden wonende te [woonplaats] ,
eisende partijen,
advocaat: mr. A. Oass te [woonplaats] ,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TESLA MOTORS NETHERLANDS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde partij,
advocaat: mr. A. al Mansouri te Nijmegen.
Partijen worden hierna [eiser 1] , [eiser 2] (tezamen: [eisers] ) en Tesla genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 13 juni 2022, met producties,
- de conclusie van antwoord, met producties,
- het tussenvonnis van 31 augustus 2022 waarin een mondelinge behandeling is bepaald en
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 7 november 2022 en de daarin genoemde stukken.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
[eiser 1] en [eiser 2] zijn de vennoten van de op 23 september 2021 ontbonden vennootschap onder firma [naam firma] .
2.2.
[naam firma] heeft op 15 juli 2014 bij Tesla een Tesla Model S (hierna: de auto) besteld. De aankoopprijs van € 84.205,- heeft [naam firma] gefinancierd door een huurkoopovereenkomst te sluiten met de koper van de auto Gijba Autolease Lingewaard B.V.
2.3.
In de bestelovereenkomst van 15 juli 2014 staat onder meer:
“(…)
Garantie. Bij of vóór levering van het voertuig ontvangt u een exemplaar van de Beperkte garantie op nieuwe voertuigen van Tesla Motors. (…) Verder omvatten garanties volgens deze alinea ook eventuele garantieclaims die gebaseerd zijn op de toepasselijke wetgeving.
Beperking van aansprakelijkheid. Behalve voor zover dit door de toepasselijke wetgeving toegestaan is, kunnen wij onder geen beding aansprakelijk worden gesteld voor enige incidentele of speciale schade of gevolgschade die voortvloeit uit deze overeenkomst. (…)”
2.4.
In de Algemene Garantievoorwaarden van Tesla staat onder meer:
“(…)
Gevolgschades
VOOR ZOVER DE LOKALE WETGEVING DIT TOESTAAT, IS TESLA OP GEEN ENKELE WIJZE AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE VORM VAN GEVOLGSCHADE MET BETREKKING TOT DE AUTO ZOALS ONDER MEER (…) WAARDEVERLIES, VERLIES VAN TIJD, INKOMENSDERVING, (…) WINSTDERVING, (…)”
2.5.
Op 5 september 2018 is er brand geweest op het terrein van het service centrum van Tesla in Amsterdam. De auto bevond zich in verband met een onder de garantie vallende service beurt - om de Drive Unit te vervangen - op dat moment op het terrein van het service centrum. De brand is ontstaan in de auto van een andere klant van Tesla.
2.6.
De auto is na de brand verplaatst naar Koopman Car Terminal in Amsterdam, opdat schade-experts een expertise konden uitvoeren. Daar bleek dat de auto’s die tijdens de brand bij het service centrum van Tesla stonden moesten worden gereinigd wegens roetdampen in de voertuigen. ASN Vermaire in Haarlem zou dit gaan doen.
2.7.
In een e-mail van [naam] , die de gevolgen van de brand afwikkelde namens Tesla, aan TIS Risk Managers van 17 oktober 2018 staat onder meer het volgende:
“(…) Zoals zojuist telefonisch besproken, is het de bedoeling dat het voertuig [de auto van [eisers] , rb.] eerst naar ASN Vermaire gaat waar de benodigde onderdelen van het voertuig gedemonteerd en gereinigd zullen worden. (…) Graag verneem ik van u de opdracht om bovenstaande in gang te zetten. (…)”
2.8.
TIS Risk Managers heeft daarop op 17 oktober 2018 namens [eisers] laten weten dat toestemming wordt verleend voor het uitvoeren van de werkzaamheden. Zij heeft gevraagd het dossier met voorrang te behandelen, omdat het om een taxi gaat en een vervangend vervoermiddel niet voorhanden is.
2.9.
De advocaat van [eisers] heeft Tesla bij brief van 18 oktober 2018 aansprakelijk gesteld voor door [eisers] geleden en nog te lijden schade, waaronder verlies van inkomsten doordat [eisers] de auto vanaf 3 september 2018 niet kan gebruiken. Op 13 november 2018 heeft de advocaat van [eisers] de advocaat van Tesla verzocht aan te dringen op het uitvoeren van de reparatiewerkzaamheden met hoge prioriteit.
2.10.
De advocaat van Tesla heeft in een e-mail van 6 december 2018 aan de advocaat van [eisers] laten weten dat de auto klaar voor gebruik is en kan worden opgehaald.
2.11.
In opdracht van [eisers] heeft Diemex Expertise op 7 december 2018 een rapportage betreffende de auto uitgebracht. Hierin staan meerdere ‘geconstateerde bevindingen/punten’ beschreven (losse (portier)bekleding, aansluiting binnenbekleding op deurrubber, vuile hoedenplank, vloerbedekking lijkt gekrompen en daarop zit een vlek, ontbreken rubberen afdekdopjes, deukje in chromen omlijsting middenpaneel, vuile hemelbekleding, niet juist gemonteerde la en autogereedschap niet op de juiste plek). In het rapport staat verder onder meer ‘
Tevens hebben wij onze vraagtekens over het reinigen van slangen/buizen van het ventilatiesysteem aan de binnenzijde. De rookaanslag aan de binnenzijde van het slangen/buizen stelsel van het ventilatie/kachel systeem haal je niet weg met een ozon behandeling en zeker niet binnenin de platte buizen onder de achterbank.’
2.12.
Onder verwijzing naar de rapportage van Diemex heeft de advocaat van [eisers] op 13 december 2018 aan de advocaat van Tesla geschreven dat de door Diemex Expertise geconstateerde gebreken aan de auto door Tesla moeten worden hersteld voordat de auto wordt opgehaald. In reactie hierop heeft de advocaat van Tesla op 13 december 2018 geschreven dat niet is gebleken dat de gestelde klachten niet al aanwezig waren voor afgifte van de auto bij Tesla of dat deze onder een garantie vallen. De advocaat van Tesla heeft gevraagd wanneer de auto wordt opgehaald.
2.13.
Tesla heeft de auto op 11 januari 2019 afgeleverd bij het kantoor van de advocaat van [eisers]
2.14.
De auto is inmiddels verkocht.

3.Het geschil

3.1.
[eisers] vordert - samengevat - dat de rechtbank bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis Tesla veroordeelt:
I. bij wijze van voorschot € 83.200,- aan gederfde inkomsten te voldoen, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 13 juni 2022 tot aan de dag van algehele voldoening;
II. bij wijze van voorschot € 20.000,- in verband met een lagere verkoopprijs van de auto te voldoen, te vermeerderen met wettelijke rente vanaf 13 juni 2022 tot aan de dag van algehele voldoening;
III. in de buitengerechtelijke incassokosten van € 1.605,- en
IV. in de proceskosten en de nakosten, te vermeerderen met wettelijke rente.
3.2.
Aan de vordering legt [eisers] het volgende ten grondslag. Tesla is primair tekort geschoten in de nakoming van haar verplichtingen op grond van de overeenkomst van bewaarneming. Tesla heeft niet de zorg van een goed bewaarnemer in acht genomen. Subsidiair is sprake van onrechtmatig handelen door Tesla. Door de brand en de lange duur van het afwikkelen van de schade aan de auto, heeft [eisers] vanaf 3 september 2018 tot en met 11 januari 2019 niet de beschikking over de auto gehad en daarmee geen inkomsten gegenereerd. Door de schade aan de auto is deze daarnaast verkocht voor een lager bedrag dan wanneer de schade zich niet zou hebben voorgedaan. Tesla dient de schade - inkomstenderving en de minder hoge verkoopopbrengst van de auto - te vergoeden.
3.3.
Tesla voert verweer. Tesla concludeert tot afwijzing van de vorderingen, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eisers] in de proceskosten te vermeerderen met rente en nakosten.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
In deze zaak gaat het om de vraag of Tesla de schade die [eisers] stelt te hebben geleden moet vergoeden. Volgens [eisers] heeft Tesla (i) de auto na de brand niet teruggegeven in dezelfde staat als waarin die was afgeleverd en heeft Tesla (ii) de auto te lang onder zich gehouden.
(i)
teruggave in dezelfde staat
4.2.
Voor de beoordeling van de vraag of Tesla is tekortgeschoten in de nakoming van een verbintenis, moet worden vastgesteld welke verplichtingen Tesla had en of zij in strijd met enige verplichting heeft gehandeld. [eisers] legt aan de vordering ten grondslag dat Tesla niet de zorg van een goed bewaarnemer in acht heeft genomen (artikel 7:602 van het Burgerlijk Wetboek (BW)). De auto is niet teruggegeven in de staat waarin deze is ontvangen (artikel 7:605 lid 4 BW).
4.3.
Voorop staat dat op Tesla geen risicoaansprakelijkheid rust. Het is aan [eisers] om te duiden wat op grond van de overeenkomst van Tesla kon worden verwacht en in hoeverre Tesla haar verplichtingen niet is nagekomen. De verwijten zien op de manier waarop Tesla heeft gehandeld of nalatig is geweest tijdens en na de brand. Voor zover aan de auto rookschade en vochtschade is ontstaan, is die schade het gevolg van de brand en moet worden beoordeeld of die schade is veroorzaakt door een toerekenbare tekortkoming van Tesla. Ten aanzien van de overige schades die [eisers] benoemt, onder verwijzing naar het rapport van Diemex (2.11), kan gelet op de aard van de gestelde gebreken aan de auto niet worden vastgesteld dat die het gevolg zijn van (de nasleep van) de brand. Om die reden wordt [eisers] niet toegelaten tot het bewijs van de stelling dat de overige schade (anders dan rook- en vochtschade) moet worden toegerekend aan het handelen of nalaten van Tesla.
Ten aanzien van de rookschade en de vochtschade is verder van belang dat het enkele feit dat de auto niet is teruggegeven zoals afgegeven nog niet maakt dat sprake is van een
toerekenbaretekortkoming in de nakoming van de overeenkomst. Dat hangt af van de al dan niet nakoming van de zorgplicht en de verplichtingen die Tesla in dat kader had.
4.4.
[eisers] heeft de auto voor een service beurt naar het service centrum van Tesla gebracht. Tesla moest de service beurt uitvoeren en (in dit geval) de Drive Unit in de auto vervangen. Dat heeft Tesla gedaan. [eisers] heeft geen concrete feiten en omstandigheden aangevoerd waaruit kan worden afgeleid dat Tesla andere (zorg)verplichtingen niet is nagekomen. Daartoe is het volgende van belang.
4.5.
De brand is ontstaan in de auto van een andere klant van Tesla. Niet is gesteld, en ook niet gebleken, dat Tesla enig verwijt kan worden gemaakt voor wat betreft het uitbreken van de brand. Daarvoor kan Tesla niet verantwoordelijk worden gehouden. Volgens [eisers] zouden de gevolgen van de brand kleiner zijn geweest als Tesla beter toezicht zou hebben gehouden. Tesla heeft verklaard dat de brand in de nacht is uitgebroken, op een moment dat niemand aanwezig was in het service centrum. In het service centrum is een brandalarm aanwezig. [eisers] heeft niet uiteengezet welke (andere) vorm van toezicht van Tesla mocht worden verwacht én in hoeverre dan brandschade aan de andere auto’s had kunnen worden voorkomen. Dat Tesla enige zorgplicht heeft geschonden door de ramen van de auto’s op het terrein open te laten staan, mist ook iedere onderbouwing. Tesla heeft uitgelegd waarom het gebruikelijk is de ramen van de auto’s geopend te laten; dat is om deze te kunnen laten wegrollen bij een calamiteit. [eisers] heeft vervolgens niet toegelicht waarom Tesla in dit geval anders had moeten handelen. Ook hiervan kan niet worden gezegd dat Tesla nalatig heeft gehandeld. Tot slot stelt [eisers] dat Tesla zich beter had moeten verzekeren tegen de risico’s van een brand, maar ook dit punt heeft [eisers] ontoereikend onderbouwd. Zo heeft [eisers] niet toegelicht waartegen Tesla zich niet heeft verzekerd, maar wel had moeten verzekeren. Ook is niet concreet gesteld dat Tesla een verzekering met dekking tegen de gestelde schade had kunnen afsluiten. Dat Tesla niet afdoende was verzekerd én dat zij daarmee een verbintenis niet is nagekomen, kan niet worden vastgesteld.
4.6.
De conclusie is dat niet is komen vast te staan dat Tesla is tekortgeschoten in de nakoming van enige op haar rustende contractuele verplichting.
(ii)
periode afgifte van de auto
4.7.
[eisers] heeft de auto op 3 september 2018 bij Tesla afgegeven. Op 17 oktober 2018 heeft de (casco) verzekeraar van [eisers] toestemming gegeven voor het laten reinigen van de auto door ASN Vermaire en op 3 december 2018 heeft Tesla [eisers] laten weten dat de auto kon worden opgehaald. Het verwijt van [eisers] houdt in dat Tesla de auto te lang onder zich heeft gehouden, maar [eisers] heeft niet gesteld wat Tesla dan wel had moeten doen of wat van Tesla kon worden verwacht op basis van de overeenkomst. Tesla heeft verklaard dat zij onverplicht heeft gefaciliteerd dat de auto (net als andere bij de brand betrokken auto’s) kon(den) worden gereinigd door een bedrijf dat daarin is gespecialiseerd. Daarvoor was toestemming nodig van de betrokkenen of van de verzekeraar. Als die toestemming niet werd gegeven, zou de auto worden teruggegeven, aldus Tesla. [eisers] heeft dit niet concreet betwist en daarvan moet worden uitgegaan. De verzekeraar van [eisers] heeft ingestemd met het laten reinigen van de auto. Dit laat geen ruimte om te veronderstellen dat Tesla de auto ongeoorloofd onder zich heeft gehouden. Dat het proces te lang heeft geduurd door verwijtbaar handelen of nalaten van Tesla, vindt dan ook geen steun in de feiten. Tot slot heeft [eisers] de auto niet opgehaald op 3 december 2018. Volgens [eisers] niet, omdat Tesla diverse schades aan de auto eerst moest herstellen. Nu niet is gebleken dat (het ontstaan van) de schade kan worden toegerekend aan Tesla, valt ook niet in te zien dat Tesla ertoe was gehouden reparaties - anders dan het vervangen van de Drive Unit - aan de auto uit te voeren. Het is aan [eisers] te wijten dat zij na 3 december 2018 niet de beschikking over de auto heeft gekregen.
4.8.
De slotsom is dat niet kan worden vastgesteld dat Tesla ten aanzien van het onder zich houden van de auto een verwijt kan worden gemaakt.
Onrechtmatige daad
4.9.
Nu [eisers] aan de gestelde onrechtmatige daad hetzelfde handelen/nalaten ten grondslag heeft gelegd als aan de wanprestatie, behoeft die grondslag geen bespreking.
Uitsluiting aansprakelijkheid
4.10.
Ten overvloede, ook in het geval dat Tesla toerekenbaar zou zijn tekortgeschoten in de nakoming van haar verplichtingen op grond van de overeenkomst of onrechtmatig zou hebben gehandeld, is het maar de vraag of de schade van [eisers] kan worden vergoed. In de bestelovereenkomst en in de daarop van toepassing verklaarde Algemene Garantievoorwaarden is aansprakelijkheid van Tesla voor gevolgschade, waaronder waardeverlies en inkomensderving, uitgesloten. [eisers] doet een beroep op de reflexwerking van het consumentenrecht. De rechtbank begrijpt dat volgens [eisers] de (algemene) voorwaarden zouden moeten worden vernietigd op grond van de reflexwerking van de artikelen 6:236 BW en 6:237 BW (zwarte en grijze lijst). [eisers] heeft niet aangegeven met welk onderdeel van die lijsten de bepalingen in strijd zouden zijn. Verder zijn de lijsten opgesteld ten behoeve van consumenten. Ook bij rechtspersonen kunnen de lijsten wel enige invloed uitoefenen (volgens de open norm van artikel 6:233a BW) als de rechtspersoon een met een consument vergelijkbare positie inneemt. [eisers] heeft niet voldoende gesteld om daarvan te kunnen uitgaan. Anders dan [eisers] stelt, hangt het aanschaffen van een auto rechtstreeks samen met de bedrijfsmatige activiteiten van een taxibedrijf. Andere omstandigheden die maken dat [eisers] moet worden gelijk gesteld aan een consument, zijn niet gesteld. Ook voor het beroep op de redelijkheid en billijkheid is onvoldoende aangevoerd. De VOF moet worden aangemerkt als een professionele partij. Dat de VOF een kleinere ondernemer dan Tesla is en dat tegenover het uitsluiten van aansprakelijkheid geen prestatie van Tesla staat, zijn daarom niet van invloed. De exoneratie staat verder niet enkel in de Algemene Garantievoorwaarden, maar ook in de bestelovereenkomst opgenomen.
Slotsom, proceskosten en nakosten
4.11.
De vordering zal worden afgewezen. Wat partijen verder hebben aangevoerd, zoals over de schade, behoeft geen bespreking.
4.12.
[eisers] is de partij die ongelijk krijgt en in de proceskosten zal worden veroordeeld. Tot aan dit vonnis worden de proceskosten aan de zijde van Tesla als volgt vastgesteld:
- griffierecht
5.737,00
- salaris advocaat
3.540,00
(2 punten × € 1.770,00)
Totaal
9.277,00
4.13.
De over de proceskosten gevorderde wettelijke rente en de gevorderde nakosten worden als volgt toegewezen.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt [eisers] in de proceskosten, aan de zijde van Tesla tot op heden begroot op € 9.277,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van veertien dagen na betekening van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.3.
veroordeelt [eisers] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat [eisers] niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak en
5.4.
verklaart de veroordelingen onder 5.2 en 5.3 uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. W.M. de Vries, rechter, bijgestaan door mr. C.E.P. Honing, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 21 december 2022.