Op 17 februari 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het medeplegen van handel in en bezit van 2 kilo cocaïne, witwassen van ongeveer 61.438 euro en wederspannigheid. De zaak kwam ter terechtzitting na een onderzoek dat plaatsvond op 3 november 2021, 27 januari 2022 en 17 februari 2022. De officier van justitie, mr. J.H. van der Meij, heeft de vordering ingediend, terwijl de verdachte en zijn raadsman, mr. K.A. Krikke, hun verweer hebben gevoerd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 26 juli 2021 in Amsterdam is aangehouden, nadat hij met een rugtas vol verdovende middelen en contant geld werd betrapt. De rechtbank oordeelde dat de aanhouding van de medeverdachte rechtmatig was en dat er geen sprake was van een vormverzuim. De rechtbank heeft de bewijsvoering van het Openbaar Ministerie gevolgd en de verdachte schuldig bevonden aan de tenlastegelegde feiten. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 14 maanden, met aftrek van voorarrest, en heeft de verbeurdverklaring van de in beslag genomen voorwerpen bevolen. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan en de persoon van de verdachte.