In deze zaak heeft de kinderrechter op 8 december 2022 uitspraak gedaan over de verlenging van de machtiging tot uithuisplaatsing van een minderjarige, hierna te noemen [minderjarige]. De zaak betreft een verzoek van de William Schrikker Stichting Jeugdbescherming en Jeugdreclassering, de gecertificeerde instelling (GI), die betrokken is bij de zorg voor [minderjarige]. De kinderrechter heeft eerder op 17 mei 2022 een beschikking gegeven waarin de ondertoezichtstelling van [minderjarige] werd verlengd tot 11 juni 2023 en de machtiging tot uithuisplaatsing tot 11 december 2022. Tijdens de zitting op 8 december 2022 is [minderjarige] gehoord, bijgestaan door een begeleidster van Kenazorg, en de moeder was aanwezig met haar advocaat, mr. K. van der Meij. De moeder heeft aangegeven dat zij graag wil dat [minderjarige] weer bij haar komt wonen, maar er zijn zorgen over de veiligheid van [minderjarige] en de relatie tussen moeder en dochter. De kinderrechter heeft vastgesteld dat er nog steeds zorgen zijn over [minderjarige] en dat er hulp nodig is om de relatie tussen haar en de moeder te verbeteren. De kinderrechter heeft besloten om de machtiging tot uithuisplaatsing te verlengen tot 11 juni 2023, in het belang van de verzorging en opvoeding van [minderjarige]. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. Na de uitspraak was de moeder boos en ontevreden met de beslissing. Er werd later gemeld dat er een nieuwe gezinsmanager is aangesteld voor de zaak, maar deze informatie kwam te laat voor de zitting.