Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
bijlagedie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
3.Vrijspraak
4.Beslissing
spreekt verdachtedaarvan
vrij.
Rechtbank Amsterdam
In deze strafzaak, behandeld door de rechtbank Amsterdam op 28 december 2022, stond de verdachte terecht voor de diefstal van een gouden ketting van aangever [persoon 1] tijdens het Amsterdam Dance Event (ADE) op 22 oktober 2022. De officier van justitie, mr. Chr. Nij Bijvank, stelde dat het feit bewezen kon worden op basis van getuigenverklaringen. Getuige [getuige 1] verklaarde dat hij had gezien dat een man met een verband om zijn hand de ketting van de nek van [persoon 1] had getrokken. Echter, de verklaringen van de getuigen waren tegenstrijdig. Zo verklaarde getuige [persoon 2] aanvankelijk niet te hebben gezien wie de ketting had gestolen, maar later, na prompting, dat hij de verdachte had gezien. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was om de verdachte te veroordelen. De verklaringen van de getuigen waren inconsistent en er waren geen andere bewijzen die de betrokkenheid van de verdachte bij de diefstal konden aantonen. De rechtbank concludeerde dat het mogelijk was dat de verkeerde persoon was aangewezen als dader, gezien de drukte en hectiek van het evenement. Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van de tenlastegelegde feiten en hefte het bevel tot voorlopige hechtenis op.