In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam op 19 december 2022, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar subsidieaanvraag beoordeeld. Eiseres had op 31 januari 2020 een aanvraag ingediend voor een vierjaarlijkse rijkssubsidie voor culturele instellingen, maar deze werd op 15 september 2020 afgewezen door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, na advies van de Raad voor Cultuur. Eiseres maakte bezwaar tegen deze afwijzing, maar het bezwaar werd niet-ontvankelijk verklaard. Eiseres ging in beroep tegen het bestreden besluit, waarbij de rechtbank op 7 november 2022 de zaak behandelde.
De rechtbank oordeelt dat de afwijzing van de subsidieaanvraag onzorgvuldig tot stand is gekomen. De rechtbank stelt vast dat verweerder niet heeft voldaan aan zijn vergewisplicht en dat het advies van de Raad voor Cultuur niet aan het bestreden besluit ten grondslag mocht worden gelegd. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit voor zover het de weigering van de subsidie aan eiseres betreft, maar verklaart het beroep tegen de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar tegen de subsidieverlening aan een ander theater ongegrond. Verweerder moet binnen zes weken na de uitspraak een nieuw besluit nemen met inachtneming van deze uitspraak en moet het griffierecht en proceskosten aan eiseres vergoeden.