Op 26 januari 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) dat is uitgevaardigd door de Sąd Okręgowy w Zamościu in Polen. De vordering tot overlevering werd ingediend door de officier van justitie op 30 november 2021 en de behandeling vond plaats op 12 januari 2022. De opgeëiste persoon, geboren in Polen in 1980, was aanwezig bij de zitting en werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. M.P.M. Balemans, en een tolk in de Poolse taal.
De rechtbank heeft de identiteit van de opgeëiste persoon vastgesteld en onderzocht of er gronden waren om de overlevering te weigeren. De rechtbank concludeerde dat de opgeëiste persoon tijdig op de hoogte was gesteld van de procesdata en dat hij zelf hoger beroep had ingesteld, waardoor er geen schending van zijn verdedigingsrechten was. De rechtbank oordeelde dat de overlevering niet in strijd was met de Nederlandse wetgeving en dat er geen weigeringsgronden van toepassing waren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldeed aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat de feiten waarvoor de overlevering werd verzocht, ook onder de Nederlandse wetgeving strafbaar waren. De rechtbank heeft daarom besloten om de overlevering toe te staan, en dit werd uitgesproken in de openbare zitting op 26 januari 2022. Tegen deze uitspraak staat geen gewoon rechtsmiddel open.