Op 20 september 2022 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees Aanhoudingsbevel (EAB) uitgevaardigd door het Amtsgericht Lampertheim in Duitsland. De vordering tot overlevering werd ingediend door de officier van justitie op 23 juni 2022 en betreft een strafrechtelijk onderzoek naar de opgeëiste persoon, die zowel de Nederlandse als de Marokkaanse nationaliteit heeft. De rechtbank heeft vastgesteld dat de identiteit van de opgeëiste persoon juist is en dat hij in Nederland is ingeschreven.
Tijdens de openbare zitting op 6 september 2022 was de opgeëiste persoon niet aanwezig, maar zijn raadsman, mr. M.J. Lamers, heeft het woord gevoerd. De rechtbank heeft de termijn voor uitspraak met dertig dagen verlengd om een weloverwogen beslissing te kunnen nemen. De rechtbank heeft de inhoud van het EAB beoordeeld, waarin melding wordt gemaakt van een arrestatiebevel en de strafbare feiten waarvoor de overlevering wordt verzocht. De feiten zijn geclassificeerd als illegale handel in verdovende middelen, waarvoor in Duitsland een vrijheidsstraf van ten minste drie jaar kan worden opgelegd.
De rechtbank heeft ook de garantie beoordeeld die door het Openbaar Ministerie in Darmstadt is gegeven, waarin wordt bevestigd dat de opgeëiste persoon, indien veroordeeld, zijn straf in Nederland zal ondergaan. De rechtbank concludeert dat er geen weigeringsgronden zijn die de overlevering in de weg staan, en dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet. De rechtbank heeft daarom besloten de overlevering toe te staan, met inachtneming van de relevante wetsartikelen.