ECLI:NL:RBAMS:2022:8038

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
16 november 2022
Publicatiedatum
6 januari 2023
Zaaknummer
C/13/717043 / HA ZA 22-355
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

De rechtsgeldigheid van een overeenkomst tot het verrichten van coronatests

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 16 november 2022 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Adaptics Health & Performance B.V. (hierna: Adaptics) en een gedaagde partij, die als arts werkzaam is. Adaptics vorderde betaling van € 51.331,75 van de gedaagde, die niet had voldaan aan een factuur voor uitgevoerde coronasneltesten. De overeenkomst tussen partijen was gebaseerd op een afspraak waarbij Adaptics coronasneltesten uitvoerde voor de gedaagde, die hiervoor een subsidie ontving van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). De gedaagde betwistte de rechtsgeldigheid van de overeenkomst en stelde dat deze nietig was wegens strijd met de wet en de goede zeden.

De rechtbank heeft de procedure in detail bekeken, inclusief de dagvaarding, de conclusie van antwoord, en de mondelinge behandeling. De rechtbank oordeelde dat de overeenkomst niet in strijd was met dwingende wetsbepalingen en dat er geen bewijs was dat de uitvoering van de overeenkomst in strijd was met de goede zeden of de openbare orde. De rechtbank concludeerde dat de gedaagde in hoofdsom € 47.994 verschuldigd was aan Adaptics voor de uitgevoerde tests, en dat de vordering van Adaptics toewijsbaar was. Daarnaast werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten.

De rechtbank heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke handelsrente, en heeft de proceskosten aan de zijde van Adaptics begroot op € 5.177,30. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/717043 / HA ZA 22-355
Vonnis van 16 november 2022
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ADAPTICS HEALTH & PERFORMANCE B.V.,
gevestigd te Nijmegen,
eiseres,
advocaat mr. J.W. Hilhorst te Amsterdam,
tegen
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. J.F. Overes te Amsterdam.
Partijen zullen hierna Adaptics en [gedaagde] worden genoemd.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 14 april 2022, met producties,
  • de conclusie van antwoord, met productie,
  • het tussenvonnis van 13 juli 2022, waarin een mondelinge behandeling is bepaald,
  • het verkorte proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 20 september 2022, met de daarin genoemde stukken.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Adaptics exploiteert een organisatie in de gezondheidszorg. [gedaagde] is arts en exploiteert onder de naam [naam bedrijf] een organisatie die onder andere medische keuringen uitvoert.
2.2.
[gedaagde] heeft zich aangemeld bij het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (hierna: VWS) om preventieve coronasneltests uit te kunnen laten voeren door Adaptics. In het aanmelddocument stond onder meer het volgende:
U mag met toestemming van VWS na de start van de opdracht anderen betrekken bij de uitvoering van de Opdracht.
2.3.
Op 16 april 2021 keurde VWS de inschrijving van [gedaagde] goed.
2.4.
Op 26 april 2021 stuurde de heer [naam] (hierna: [naam] ) namens Adaptics per e-mail aan [gedaagde] het volgende:
Zoals telefonisch besproken wil ik graag de eerste afspraken die we hebben gemaakt over de preventieve testen ‘zonder klachten’ vastleggen.
Aangezien het ministerie maandelijkse digitale verzamelfacturen van je verwacht, zorgt Adaptics ervoor dat je per maand de informatie krijgt voor de verplichte administratie (zoals omschreven op pagina 3 en 4 van het document Aanmelddocument Open House). Jij kan met deze informatie, aangevuld met je eigen testen, de subsidie aanvragen en ontvangen.
Daarnaast factureren we jou maandelijks €20,- per uitgevoerde test. Dit is de hoogte van de subsidie. We hebben afgesproken dat we op een later moment bespreken wat jouw fee hierover wordt.
2.5.
Op 3 mei 2021 reageerde [gedaagde] per e-mail aan [naam] als volgt:
Akkoord
2.6.
Adaptics en [gedaagde] hebben later afgesproken dat van de € 20 subsidie per uitgevoerde test € 1 zou toekomen aan [gedaagde] en € 19 aan Adaptics.
2.7.
Adaptics heeft 2.526 coronasneltesten uitgevoerd en op 17 augustus 2021 daarvoor aan [gedaagde] een factuur van € 47.994 gestuurd. [gedaagde] heeft deze factuur niet voldaan.
2.8.
[gedaagde] heeft geen subsidie aangevraagd bij VWS voor de uitgevoerde tests.

3.Het geschil

3.1.
Adaptics vordert samengevat - veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 51.331,75, inclusief wettelijke handelsrente tot 1 april 2022 en incassokosten van € 1.254,94. Aan haar vorderingen legt Adaptics ten grondslag dat zij met [gedaagde] is overeengekomen dat zij voor hem preventieve coronasneltesten uit zou voeren en daarvoor € 19 per test betaald zou krijgen. Aangezien zij 2.526 tests heeft uitgevoerd, is [gedaagde] in hoofdsom € 47.994 verschuldigd.
3.2.
[gedaagde] concludeert tot afwijzing van de vorderingen van Adaptics, omdat de overeenkomst tussen Adaptics en [gedaagde] een geoorloofde oorzaak mist en daarom nietig is op grond van artikel 3:40 Burgerlijk Wetboek (BW). De overeenkomst komt bij uitvoering namelijk in strijd met de geldende fiscale wetgeving en regelgeving van VWS op het gebied van het bestrijden van Covid 19. Ook is de overeenkomst vanwege haar strekking in strijd met de goede zeden en de openbare orde. Verder waren geen van de door Adaptics uitgevoerde tests positief en heeft Adaptics aan [gedaagde] niet de stukken geleverd die hij nodig had om subsidie aan te kunnen vragen.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Overeenkomst tussen Adaptics en [gedaagde] nietig?

4.1.
De kern van het geschil is de vraag of de overeenkomst die Adaptics en [gedaagde] sloten over de preventieve coronasneltests op grond van artikel 3:40 lid 1 of 2 BW nietig is wegens strijd met een dwingende wetsbepaling, de goede zeden of de openbare orde.
4.2.
[gedaagde] heeft niet aangevoerd in strijd met welke concrete dwingende wetsbepaling de overeenkomst tussen Adaptics en [gedaagde] bij uitvoering komt. De overeenkomst is op die grond dus niet nietig. Naar het oordeel van de rechtbank is de overeenkomst evenmin nietig wegens strijdigheid met de goede zeden of openbare orde door strekking of inhoud. Tussen partijen staat namelijk vast dat de aangemelde partij derden mag betrekken bij de uitvoering van de opdracht met toestemming van VWS. Dat volgt ook uit 2.2. Er bestaat dus geen principieel bezwaar tegen de betrokkenheid van een derde partij zoals Adaptics, ook al heeft de aangemelde partij daardoor een beperkte rol bij het uitvoeren van de opdracht. Bovendien staat vast dat VWS in dit geval ook daadwerkelijk toestemming heeft gegeven.
4.3.
[gedaagde] heeft – voor het eerst bij de mondelinge behandeling – nog aangevoerd dat geen van de door Adaptics uitgevoerde tests positief waren zodat hij twijfelt aan de wijze waarop Adaptics de testen heeft uitgevoerd en dat Adaptics aan [gedaagde] niet de stukken heeft geleverd die hij nodig zou hebben gehad om subsidie aan te kunnen vragen. [gedaagde] heeft echter nagelaten die stellingen te onderbouwen en aan te geven welk rechtsgevolg hij daaraan verbindt. De rechtbank zal deze stellingen daarom passeren.
4.4.
De vordering van Adaptics is op grond van het voorgaande toewijsbaar. Aangezien sprake is van een handelsovereenkomst en de rente tot en met 31 maart 2022 is inbegrepen in het gevorderde bedrag van € 51.331,75, zal de wettelijke handelsrente worden toegewezen met ingang van 1 april 2022.
Buitengerechtelijke incassokosten
4.5.
Adaptics maakt aanspraak op de vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten. De rechtbank stelt vast dat het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten (hierna: het Besluit) van toepassing is nu het verzuim na 1 juli 2012 is ingetreden. De rechtbank stelt verder vast dat Adaptics voldoende heeft gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. Het gevorderde bedrag aan buitengerechtelijke incassokosten van € 1.254,94 komt overeen met het in het Besluit bepaalde tarief en zal daarom worden toegewezen.
Proceskosten
4.6.
Bij deze uitkomst van de procedure wordt [gedaagde] als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van Adaptics, die worden begroot op:
explootkosten € 112,30
griffierecht € 2.837
salaris advocaat
€ 2.228(2 punten x tarief € 1.114)
totaal € 5.177,30
4.7.
[gedaagde] wordt ook in de nakosten veroordeeld. Deze worden begroot op de wijze zoals in de beslissing is vermeld.

5.De beslissing

De rechtbank:
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Adaptics van € 51.331,75, te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW vanaf 1 april 2022 tot de dag van volledige betaling;
veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van Adaptics tot op heden begroot op € 5.177,30;
veroordeelt [gedaagde] in de na dit vonnis aan de zijde van Adaptics ontstane nakosten, begroot op € 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden en [gedaagde] niet binnen veertien dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan, met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad; en
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.L. op 't Hoog en in het openbaar uitgesproken op 16 november 2022.