In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 16 november 2022 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Adaptics Health & Performance B.V. (hierna: Adaptics) en een gedaagde partij, die als arts werkzaam is. Adaptics vorderde betaling van € 51.331,75 van de gedaagde, die niet had voldaan aan een factuur voor uitgevoerde coronasneltesten. De overeenkomst tussen partijen was gebaseerd op een afspraak waarbij Adaptics coronasneltesten uitvoerde voor de gedaagde, die hiervoor een subsidie ontving van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). De gedaagde betwistte de rechtsgeldigheid van de overeenkomst en stelde dat deze nietig was wegens strijd met de wet en de goede zeden.
De rechtbank heeft de procedure in detail bekeken, inclusief de dagvaarding, de conclusie van antwoord, en de mondelinge behandeling. De rechtbank oordeelde dat de overeenkomst niet in strijd was met dwingende wetsbepalingen en dat er geen bewijs was dat de uitvoering van de overeenkomst in strijd was met de goede zeden of de openbare orde. De rechtbank concludeerde dat de gedaagde in hoofdsom € 47.994 verschuldigd was aan Adaptics voor de uitgevoerde tests, en dat de vordering van Adaptics toewijsbaar was. Daarnaast werd de gedaagde veroordeeld tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten en proceskosten.
De rechtbank heeft de gedaagde veroordeeld tot betaling van het gevorderde bedrag, vermeerderd met wettelijke handelsrente, en heeft de proceskosten aan de zijde van Adaptics begroot op € 5.177,30. Dit vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde is afgewezen.