Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De feiten
“Inderdaad de huidige franchise overeenkomst eindigt per 30/6 2022. Verlenging daarvan is geen optie al was het alleen maar vanwege de niet acceptabele voorwaarden en de strijdigheid van de huidige overeenkomst met wet en regelgeving. (…) Of en zo ja hoe het concurrentiebeding geldt is nog maar de vraag. Daar kunnen we het gerust over hebben. Dat hoeft geen strijd te zijn maar we kunnen ook bekijken wat we zakelijk voor elkaar kunnen betekenen. (…)”
3.Het geschil in conventie
4.Het geschil in reconventie
5.De beoordeling in conventie5.1. Partijen verschillen van mening over het antwoord op de vraag of Running Plaza na beëindiging van de franchiseovereenkomst tussen partijen gehouden kan worden aan het non-concurrentiebeding zoals dat is opgenomen in artikel 21.2 van de franchiseovereenkomst.
5.11. Dit alles brengt mee dat Run2Day Franchise Running Plaza onverkort kan houden aan het non-concurrentiebeding en dat het Running Plaza daarom – kort gezegd – niet is toegestaan om, gedurende de periode van één jaar na afloop van de franchiseovereenkomst, op de locatie van het vestigingspunt (de [adres 2] ) activiteiten te ontplooien die gelijk(soortig), en/of concurrerend zijn aan/met de activiteiten van Run2Day Franchise, althans op voornoemd adres activiteiten te ontplooien die gelijk(soortig) zijn aan de door Running Plaza als franchisenemer in het kader van de franchiseovereenkomst uitgeoefende activiteiten. De vordering in conventie zal dan ook worden afgewezen.