ECLI:NL:RBAMS:2022:7934

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
22 december 2022
Publicatiedatum
3 januari 2023
Zaaknummer
C/13/723941 / KG ZA 22-886
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil tussen tandartsen over concurrentiebeding en uitvoering van overeenkomst van opdracht na verkoop van tandartspraktijk

In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam is behandeld, gaat het om een geschil tussen twee tandartsen, [eiser 2] en [eiser 3], en de besloten vennootschappen [gedaagde 1] B.V. en [gedaagde 2] B.V. De tandartsen hebben hun praktijk verkocht aan [gedaagde 2] en zijn vervolgens in een overeenkomst van opdracht aan de praktijk verbonden. Na verloop van tijd ontstonden er onenigheden over de uitvoering van deze overeenkomst, wat leidde tot een rechtszaak. De eisers vorderden onder andere een voorschot op schadevergoeding en schorsing van een concurrentiebeding. De rechtbank oordeelde dat de vorderingen van de eisers niet toewijsbaar waren, omdat de overeenkomst rechtsgeldig was beëindigd en er geen grond was voor schorsing van het concurrentiebeding. De rechtbank wees de vorderingen van de eisers af en veroordeelde hen in de proceskosten. In reconventie werd de eis van [gedaagde 1] B.V. tot nakoming van het concurrentiebeding toegewezen, met een dwangsom voor iedere dag dat de eisers niet aan deze verplichting voldeden. De zaak illustreert de complexiteit van contractuele verplichtingen en concurrentiebedingen in de zorgsector.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter
zaaknummer / rolnummer: C/13/723941 / KG ZA 22-886 HH/MAH
Vonnis in kort geding van 22 december 2022
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[eiser 1] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
2.
[eiser 2],
wonende te [woonplaats] ,
3.
[eiser 3],
wonende te [woonplaats] ,
eisers in conventie bij dagvaarding van 21 oktober 2022,
verweerders in reconventie,
advocaat mr. J.A.M. van de Sande te Rotterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde 1] B.V.,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
advocaat mr. drs. N. Mauer te Eindhoven,
en tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde 2] B.V.
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
tussenkomende partij,
advocaat: mr. drs. N. Mauer te Eindhoven.
Partijen zullen hierna ook [eisers] , [gedaagde 1] B.V. en [gedaagde 2] worden genoemd.
1. De procedure
1.1. Bij de zitting van 2 november 2022 waren aanwezig:
- aan de kant van [eisers] : [eiser 2] (tevens als vertegenwoordiger van eiser 1) en [eiser 3] met mr. Van de Sande,
- aan de kant van [gedaagde 1] B.V. en [gedaagde 2] : [naam 1] (statutair bestuurder en CEO van [gedaagde 2] ) en [naam 2] (volledig gevolmachtigde en CFO van [gedaagde 2] ) met mr. Mauer.
1.2. Tijdens de zitting hebben [eisers] de dagvaarding toegelicht. [gedaagde 1] B.V. heeft verweer gevoerd, mede aan de hand van een tevoren ingediende conclusie van antwoord, en haar eis in reconventie toegelicht. [eisers] hebben de vordering in reconventie bestreden. Voorafgaand aan de zitting heeft [gedaagde 2] een incidentele conclusie tot tussenkomst ingediend. [gedaagde 1] B.V. heeft geen bezwaar gemaakt tegen de verzochte tussenkomst; [eisers] hebben zich op dit punt gerefereerd aan het oordeel van de voorzieningenrechter. De voorzieningenrechter heeft het verzoek tot tussenkomst toegewezen. Daarop heeft [gedaagde 2] bij akte haar reeds bij de incidentele conclusie aangekondigde eis ingediend. Alle partijen hebben producties en pleitnota’s in het geding gebracht.
1.3. Aan het slot van de zitting is de zaak met instemming van partijen via de mediationfunctionaris van de rechtbank verwezen naar mediation en is de zaak pro forma aangehouden tot 7 december 2022. Op die datum hebben partijen laten weten dat zij niet tot een minnelijke regeling zijn gekomen en dat zij vonnis vragen. Vervolgens is vonnis bepaald op vandaag.

2.De feiten

2.1.
[eiser 2] en [eiser 3] (hierna gezamenlijk ook: het echtpaar [eiser 2] ) zijn beiden tandarts en voeren al ongeveer 30 jaar gezamenlijk praktijk. Zij voerden de praktijk via [gedaagde 1] B.V., waarvan [naam holding] B.V. tot 2020 bestuurder en enig aandeelhouder was. [eiser 2] is enig aandeelhouder van [naam holding] B.V.; [eiser 2] en [eiser 3] zijn enig bestuurders van
[naam holding] B.V. [eiser 2] en [eiser 3] zijn daarnaast enig bestuurders van eiseres sub 1 (hierna: [eiser 1] ); [eiser 2] is enig aandeelhouder.
2.2.
Bij overeenkomst van 24 januari 2020 (hierna: de Koopovereenkomst) heeft [naam holding] B.V. alle aandelen in [gedaagde 1] B.V. voor € 1,7 miljoen verkocht aan RDW Holland B.V. (thans [gedaagde 2] ). [eiser 2] en [eiser 3] hebben de Koopovereenkomst ook in privé meegetekend. Op 1 maart 2020 zijn de aandelen geleverd. [gedaagde 2] is sindsdien enig aandeelhouder van [gedaagde 1] B.V.
2.3.
In artikel 10 van de Koopovereenkomst is bepaald dat het echtpaar [eiser 2] nog tenminste 12 maanden na de levering van de aandelen als tandarts/manager werkzaam zal blijven in de praktijk op basis van een overeenkomst van opdracht.
2.4.
Het echtpaar [eiser 2] heeft de werkzaamheden in de praktijk voortgezet, vanaf 1 maart 2021 op basis van een nieuwe (tweede) overeenkomst van opdracht, gesloten tussen [gedaagde 1] B.V. als opdrachtgever en Enzojet als opdrachtnemer voor onbepaalde tijd (hierna: de Overeenkomst ).
2.5.
Artikel 11 van de Koopovereenkomst bevat een concurrentiebeding, dat luidt, voor zover relevant:
"11.1 Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Koper is het Verkoper en [eiser 2] en [eiser 3] en iedere aan (een van) hen gelieerde (rechts)personen verboden om gedurende een periode van drie jaar vanaf de Leveringsdatum respectievelijk vanaf de beëindiging van de op Closing te sluiten Overeenkomst van Opdracht, zelfstandig of anderszins, direct of indirect, al dan niet voor derden, in Nederland, werkzaamheden te verrichten die concurreren met de activiteiten van de door de Vennootschap gedreven Onderneming voor of ten behoeve van patiënten die voorkomen in het Patiëntenbestand (…),.”
In lid 3 is op overtreding van dit beding een boete gesteld van € 25.000,00 ineens en € 2.500,00 per dag of dagdeel dat de overtreding voortduurt.
2.6.
De Overeenkomst luidt, voor zover relevant:
“Partijen nemen het volgende in overweging:
(a) OPDRACHTGEVER voert zelfstandig en voor eigen rekening en risico een praktijk als tandarts op de volgende vestiging: [eiser 2] Tandartsenpraktijk B.V., gevestigd aan de [adres] , (...)
(b) (. ..)
(c) [naam 3] en [eiser 3] oefenen voor eigen rekening en risico het beroep van tandarts uit en zijn als zodanig ingeschreven in het BIG-register;
(d) Bij de uitvoering van de praktijk wenst OPDRACHTGEVER gebruik te maken van de diensten zoals die door OPDRACHTNEMER worden aangeboden en waarbij OPDRACHTNEMER zich er toe zal inspannen om [het echtpaar] [eiser 2] ter beschikking te stellen om als zorgverlener tandheelkundige diensten te leveren aan patiënten van OPDRACHTGEVER;
(e) Voor het leveren van deze tandheelkundige diensten wil OPDRACHTGEVER aan OPDRACHTNEMER het gebruik van de praktijk en administratieve systemen beschikbaar stellen conform het in deze Overeenkomst opgenomen schema;
(…)
4. PRAKTIJKUITRUSTING
4.1
OPDRACHTGEVER stelt voor haar rekening, mede ten behoeve van de praktijkmedewerking van OPDRACHTNEMER, haar tandartspraktijk ter beschikking met inbegrip van de inrichting (in de meest uitgebreide zin) en de overige personele en materiële praktijkvoorzieningen (...)
5. HONORARIUM
5.1
OPDRACHTNEMER ontvangt voor haar werkzaamheden 50% van het bruto-honorarium als vergoeding als bedoeld in artikel 7:461 BW.
(...)
9. EINDE VAN DE OVEREENKOMST
9.1
De overeenkomst wordt beëindigd:
(a) door tussentijdse opzegging door één der partijen met inachtneming van een opzegtermijn van drie (3) maanden;
(...)
9.2
De ene partij is gerechtigd deze overeenkomst met onmiddellijke ingang en zonder enige verplichting tot schadevergoeding op te zeggen, indien de andere partij:
(a) ernstig tekort is geschoten ter zake van enige verplichting voortvloeiende uit de werkzaamheden zoals overeengekomen in deze overeenkomst en een dergelijk tekortschieten niet binnen twee weken na schriftelijke kennisgeving hiervan door de eerstgenoemde partij zal zijn hersteld;
(b) ernstig tekort is geschoten ter zake van enige verplichting voortvloeiende uit de werkzaamheden zoals overeengekomen in deze overeenkomst en herstel van een dergelijk tekortschieten reeds blijvend onmogelijk is;
(c) (...)
(d) (...)
(...)
11. GEVOLGEN VAN BEËINDIGING
11.1
Bij het einde van de overeenkomst staakt OPDRACHTNEMER zijn werkzaamheden in de praktijk en worden nadere afspraken gemaakt, schriftelijk vastgesteld en kenbaar gemaakt over de lopende activiteiten ten aanzien van betrokken patiënten (inzake onder meer dossieroverdracht, behandeling en eventuele klachten).
OPDRACHTNEMER respectievelijk [naam 3] en [eiser 3] dan wel diens vervanger hebben dan het recht zich elders ter plaatse als tandarts te vestigen of in een andere praktijk werkzaam te zijn. Behoudens schriftelijke toestemming van OPDRACHTGEVER is het [naam 3] en [eiser 3] respectievelijk diens vervanger binnen een tijdvak van vierentwintig maanden na 1-3-2021 verboden patiënten uit de praktijk van OPDRACHTGEVER in te schrijven in een praktijk waar OPDRACHTNEMER dan wel respectievelijk [naam 3] en [eiser 3] diens vervanger werkzaam is, dan wel activiteiten te ontplooien en/of werkzaamheden te verrichten, al dan niet onder eigen naam of onder naam van derden, hetzij om niet, hetzij tegen vergoeding, in opdracht van en/of in dienst van en/of ten behoeve van patiënten van OPDRACHTGEVER, ook al verbreken de patiënten de relatie met OPDRACHTGEVER, anders dan in het kader van het behandelen van pijnklachten.
OPDRACHTNEMER respectievelijk [naam 3] en [eiser 3] respectievelijk diens vervanger zullen zich bovendien binnen het genoemde tijdvak na het einde van deze overeenkomst onthouden van het werven van patiënten van OPDRACHTGEVER, met het oogmerk patiënten over te halen zich in te schrijven in de praktijk waar OPDRACHTNEMER respectievelijk [naam 3] en [eiser 3] respectievelijk diens vervanger werkzaam zijn.
Dit artikel is niet van toepassing wanneer OPDRACHTNEMER respectievelijk [naam 3] en [eiser 3] respectievelijk diens vervanger zich als tandarts vestigen op een afstand van tenminste 40 kilometer van het praktijkpand waar opdrachtgever is gevestigd en waar OPDRACHTNEMER respectievelijk [naam 3] en [eiser 3] respectievelijk diens vervanger hoofdzakelijk de werkzaamheden hebben verricht.
Voorgaande verplichtingen en verboden gelden niet voor de eerste 25 patiënten die OPDRACHTNEMER respectievelijk [naam 3] en [eiser 3] respectievelijk diens vervanger volgen.
Bij overtreding van de verplichtingen zoals vermeld in dit artikel verbeuren OPDRACHTNEMER en [naam 3] en [eiser 3] hoofdelijk aan OPDRACHTGEVER dadelijk en ineens, dus zonder dat een nadere sommatie of ingebrekestelling is vereist, een opeisbare boete van € 500,- (zegge: vijfhonderd euro) per overtreding, met een maximum van € 15.000,- (zegge: vijftienduizend euro), onverminderd het recht van OPDRACHTGEVER om in plaats daarvan de volledige schade op OPDRACHTNEMER dan wel respectievelijk [naam 3] en
[eiser 3] te verhalen.
2.7.
Na verloop van tijd is er tussen partijen in toenemende mate wrevel en onenigheid ontstaan over de uitvoering van de werkzaamheden en het drijven van de praktijk.
2.8.
Het echtpaar [eiser 2] heeft aan [naam 1] (van [gedaagde 2] )op 7 september 2022 in een e-mail, met onderwerp “ineenstorting ottenstandartspraktijk”, geschreven:
“Ik heb je eergisteren gebeld en gevraagd contact met mij op te nemen. Dit is helaas na nog een sms berichtje gisteren nog steeds niet gebeurt.
Donderdag 25-8-22 hebben wij een gesprek gehad op de praktijk in Amsterdam.
Jij en [naam 4] , hebben [eiser 3] en mij beloofd dat jullie 2 assistentes hadden en dat iemand zou komen die alles zou gaan regelen om de praktijk , in goede banen zou brengen in overleg met ons.
Wij hebben altijd aangegeven dat we wilden helpen en ondersteunen.
Ons laatste gesprek was helaas nodig omdat bleek dat er afspraken gemaakt werden achter onze rug zonder ons er in te betrekken, afspraken werden niet nagekomen en dat werkte niet. Vrijdag 26-8 heeft [eiser 3] de hele dag aan [naam 5] moeten uitleggen hoe een praktijk werkt. Het is een schande dat je een 4 jaar student THK als troubleshooter naar voren schuift om [gedaagde 1] te helpen.
Wij hebben [naam 5] nooit meer gezien . Dan als een dief in de nacht wordt onze praktijk bezocht door [naam 4] en [naam 5] zonder ons in te lichten dat ze komen.
Er wordt een beetje pep talk gedaan waarbij de mondhygiëniste helemaal uit haar dak gaat van kwaadheid omdat niets geregeld was en dat zij tegen overspannenheid aan zit omdat zij voor alles moet inspringen.
Als ik [naam 4] daar later over bel krijg ik een sneer van waar ik me mee bemoei. Hij bepaalt het wel.
Ze overleggen niet . [naam 5] stuurt berichtjes naar medewerkers die daar geïrriteerd van worden. Hij begrijpt er gewoon niets van.
Hij maakt afspraken met de nieuwe assistente die hij niet nakomt en hij had beloofd dat hij naar de praktijk zou komen om haar het rooster uit te leggen en dan komt hij niet meer. Hij stuurt een watts up naar de laatste ½ assistente aanwezig [naam 6] dat zij dat maar even moet regelen.
Resultaat nieuwe assistente zo boos dat ze direct opstapt. Bedankt [naam 5]
Kortom het is een grote puinhoop .Boze patiënten ,Mensen die weglopen .Praktijk is niet bereikbaar, bandje kan niemand inspreken dus grote puinhoop
Waar is [naam 5] ? Hij kan toch dit allemaal regelen?
[naam 4] zou een zzp regelen, niets gehoord ,niets gezien Wordt zelfs niet overlegd en het weinige wat hij zegt is dat hij een manager zoekt en daar hebben we geen behoefte aan
Wij willen een assistente aan de stoel en telefoon.
Ons is beloofd door [gedaagde 2] toen wij overgenomen werden dat alles ontzorgd zou worden .
Dit wordt ons onmogelijk gemaakt .
De praktijk is in de laatste 6 maanden door zoveel verschillende managers ten gronde gericht
.Personeel is overspannen geraakt door veel te veel druk van deze managers .Personeel is weggegaan doordat niet naar ze geluisterd werd door [gedaagde 2] .
Wij willen als laatste nog een voorstel doen om de praktijk draaiende te houden en samen met mijn mensen nog iets proberen te redden .Dit proberen we nu al weer 4 weken onder grote stress, ondanks dat we tegengewerkt worden.
Hiervoor willen wij financieel gecompenseerd worden. Dit kan in overleg.
Beste Peter als wij niets horen voor 9-9-22 dat je ons wil compenseren dan nemen wij aan dat je niet geïnteresseerd bent.
Wij maken dan de beslissing dat wij in de huidige werksfeer/omstandigheden niet goed kunnen functioneren en gedwongen worden door [gedaagde 2] onze werkzaamheden te beëindigen.
Hopende je alles duidelijk gemaakt te hebben verblijven wij”.
2.9.
Bij brief van 12 september 2022 heeft (de advocaat van) [eisers] met een beroep op artikel 4.1 van de Overeenkomst [gedaagde 1] B.V. gesommeerd om de organisatie van de praktijk op een aanvaardbaar niveau te brengen en zorg te dragen voor voldoende personele en materiele praktijkvoorzieningen. De brief besluit met:
“Mocht het ernstig tekortschieten van u als opdrachtgever niet op een termijn van twee weken na deze kennisgeving zijn hersteld dan zegt mijn cliënte, respectievelijk de heer [naam 3] en mevrouw [eiser 3] , reeds nu voor alsdan de overeenkomst met onmiddellijke ingang op onder verwijzing naar artikel 9.2 aanhef en sub a van de Overeenkomst “
en een aansprakelijkstelling voor de schade.
2.10.
In reactie op het mailbericht van 7 september 2022 heeft [gedaagde 1] B.V. bij e-mail van 12 september 2022 aan [eisers] het volgende bericht. Zij deelt de visie van [eisers] op de gang van zaken in de praktijk niet en doet dus geen financieel voorstel. Nu aldus de door [eisers] gestelde voorwaarde voor opzegging is ingetreden, is de opzegging door [eisers] vanaf 9 september 2022 een feit. Voor het geval dit toch niet zou kwalificeren als opzegging, zegt [gedaagde 1] B.V. de Overeenkomst op grond van artikel 9.2 sub b met onmiddellijke ingang op, althans ontbindt zij die. [gedaagde 1] B.V. ontzegt het echtpaar [eiser 2] de toegang tot de praktijk en zegt de contractuele boete aan voor het geval [eisers] artikel 11 van de Overeenkomst overtreden.
2.11.
Daarop heeft (de advocaat van) [eisers] per e-mail van 16 september 2022 geantwoord dat geen sprake is van opzegging aan de zijde van [eisers] , omdat het e-mailbericht van 7 september 2022 geldt als een voornemen tot beëindiging met een termijn van twee weken zoals bedoeld in artikel 9.2 sub a van de Overeenkomst. Verder staat in deze e-mail dat [eisers] terugkomen op hun opzegging van 12 september 2022 en dat zij onverkorte nakoming wensen.
2.12.
Vervolgens hebben de advocaten van partijen verder gecorrespondeerd, maar dat heeft niet tot een oplossing geleid.
2.13.
In reactie op een brief van [eisers] van 14 oktober 2022 heeft [gedaagde 1] B.V. [eisers] bij brief van 24 oktober 2022 op grond van de non-concurrentiebedingen in de Koopovereenkomst en in de Overeenkomst gesommeerd om hun concurrerende activiteiten te staken en om de verbeurde maximale contractuele boete van € 15.000,00 te betalen. Ook is [eisers] daarin gesommeerd om onder meer de sleutels van de praktijk en de afstandsbediening van de slagboom te retourneren overeenkomstig art 11.2 van de Overeenkomst. Daarop is door [eisers] bij e-mail van 26 oktober 2022 afwijzend gereageerd.

3.Het geschil in conventie

3.1.
[eisers] vorderen, kort gezegd, dat [gedaagde 1] B.V. wordt veroordeeld tot:
1. betaling van een voorschot van € 51.750,00 in verband met omzetderving, met wettelijke handelsrente,
2. het, binnen twee dagen na betekening van dit vonnis, maken van nadere afspraken over de lopende activiteiten ten aanzien van patiënten, die schriftelijk worden vastgelegd,
3. het non-concurrentiebeding te schorsen tot de bodemrechter onherroepelijk uitspraak heeft gedaan over de verbindendheid,
4. een brief te verzenden naar de patiënten die – peildatum 9 september 2022 – zijn ingeschreven bij [gedaagde 1] B.V., luidende:
'Geachte
naam patiënt,
Hierbij berichten wij u dat de tandartsen de heer [naam 3] en mevrouw J.S.M. [eiser 2] ­ de Jong niet meer verbonden zijn aan de Tandartsenpraktijk [eiser 2] te Amsterdam. Beide tandartsen zijn namelijk van mening dat zij niet meer op een voor de patiënten veilige wijze werkzaam kunnen zijn in deze praktijk.
De heer [naam 3] en mevrouw [eiser 3] hebben hun tandartsenpraktijk voortgezet op het adres (
locatie vermelden). Wij berichten u dat het u vrijstaat om de behandelingen voort te laten zetten door de heer [naam 3] en/of mevrouw J.S.M. [eiser 2] ­ de Jong.
Wilt u het ons laten weten indien u gebruik maakt van deze keuzevrijheid? Wij vertrouwen het u hiermede voldoende geïnformeerd te hebben.
Hoogachtend,
[gedaagde 1] BV’,
subsidiair:
'Geachte
naam patiënt,
Hierbij berichten wij u dat de tandartsen de heer [naam 3] en mevrouw J.S.M. [eiser 2] ­ de Jong niet meer verbonden zijn aan de Tandartsenpraktijk [eiser 2] te Amsterdam. Beide tandartsen zijn namelijk van mening dat zij niet meer op een voor de patiënten veilige wijze werkzaam kunnen zijn in deze praktijk.
De heer [naam 3] en mevrouw [eiser 3] hebben hun tandartsenpraktijk voortgezet op het adres (
locatie vermelden).
Vanwege een concurrentiebeding dat wij hebben gesloten met de heer [naam 3] en mevrouw [eiser 3] staat het hen niet vrij om patiënten van ons te benaderen of van medische zorg te voorzien, behoudens de eerste 50 patiënten die hen willen volgen.
Wij tekenen hierbij voor de goede orde aan dat dit beding eindigt per 1 maart 2023. Wij vertrouwen het u hiermede voldoende geïnformeerd te hebben.
Hoogachtend
[gedaagde 1] BV’,
uiterst subsidiair:
met een in goede justitie te bepalen inhoud,
5. betaling van een dwangsom indien [gedaagde 1] B.V. niet aan de veroordeling sub 2 en/of 4 voldoet,
6. in de proceskosten.
3.2.
[gedaagde 1] B.V. voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, ingegaan.

4.Het geschil in reconventie

4.1.
[gedaagde 1] B.V. vordert:
1) [eisers] , hoofdelijk, te gebieden om terstond het concurrentiebeding als neergelegd in de Overeenkomst onverkort na te komen en na te blijven komen en hen te gebieden om de concurrerende activiteiten te staken en gestaakt te houden, waaronder (maar niet beperkt tot) het aanbieden van dergelijke diensten via [webadres] , het respecteren van het verbod om patiënten van [gedaagde 1] B.V. in te schrijven in een praktijk waar [eisers] werkzaam zijn, het ontplooien van activiteiten en/of werkzaamheden te verrichten ten behoeve van patiënten van [gedaagde 1] en patiënten van [gedaagde 1] te benaderen, op straffe van dwangsommen, met wettelijke rente;
2) [eisers] te verbieden om de twee sleutels van de praktijk en de afstandsbediening van de slagboom nog langer onder zich te houden dan zij nu al doen en uiterlijk binnen twee werkdagen na betekening van dit vonnis bij [gedaagde 1] B.V. in te leveren, op straffe van dwangsommen, met wettelijke rente;
3) [eisers] te gebieden om binnen twee dagen na dit vonnis de patiëntengegevens en administratie van de aan [gedaagde 1] B.V. toebehorende patiënten aan [gedaagde 1] B.V. te verschaffen, op straffe van dwangsommen, met wettelijke rente;
4) [eisers] hoofdelijk te veroordelen in de proces- en nakosten met wettelijke rente.
4.2.
[eisers] voeren verweer.
4.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, ingegaan.

5.Het geschil in de tussenkomst

5.1.
[gedaagde 2] vordert om [eiser 2] en [eiser 3] hoofdelijk te veroordelen om het concurrentiebeding in de Koopovereenkomst na te komen en overtredingen, waaronder (maar niet beperkt tot) het aanbieden van dergelijke diensten via [webadres] , te staken en gestaakt te houden, op straffe van dwangsommen, met wettelijke rente. Daarnaast vordert [gedaagde 2] hen hoofdelijk te veroordelen in de proceskosten, met wettelijke rente, en hen hoofdelijk te veroordelen in de nakosten.
5.2.
[eisers] voeren verweer.
5.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, ingegaan.

6.De beoordeling in de hoofdzaak in conventie

Geldvordering

6.1.
De door [eisers] onder 1. gevorderde voorziening strekt tot betaling van een geldsom. Voor toewijzing van een dergelijke vordering is in kort geding slechts plaats, als het bestaan en de omvang van de vordering voldoende aannemelijk zijn en uit hoofde van onverwijlde spoed een onmiddellijke voorziening vereist is.
6.2.
[eisers] stellen dat zij vermogensschade, bestaande in € 51.750,00 aan inkomstenderving, lijdt als gevolg van het niet voldoen door [gedaagde 1] B.V. aan de verplichtingen uit de considerans onder (e) en artikel 4.1 van de Overeenkomst en doordat [gedaagde 1] B.V. weigert met name het echtpaar [eiser 2] in staat te stellen om de bedongen werkzaamheden te verrichten. [eisers] stellen dat zij de Overeenkomst niet hebben opgezegd: het bericht van 7 september 2022 bevatte slechts een voornemen tot opzegging en op hun opzegging van 12 september 2022 zijn zij teruggekomen. Verder is de opzegging en/of ontbinding door [gedaagde 1] B.V. onregelmatig, omdat [eisers] – anders dan [gedaagde 1] B.V. stelt – niet (ernstig) zijn tekort geschoten in hun contractuele verplichtingen. Aldus steeds [eisers]
6.3.
[gedaagde 1] B.V. brengt daar het volgende tegenin. De Overeenkomst is rechtsgeldig geëindigd, zodat [eisers] daaraan geen rechten meer kan ontlenen. De Overeenkomst is immers door [eisers] zelf op 7 september 2022 opgezegd met ingang van 9 september 2022 of anders op 12 september 2022 met ingang van 26 september 2022. [gedaagde 1] B.V. mocht daarop vertrouwen, want het waren ondubbelzinnige opzeggingen en de daarin gestelde voorwaarden zijn vervuld. Voor de zekerheid heeft [gedaagde 1] B.V. bovendien de Overeenkomst zelf op 12 september 2022 per direct opgezegd, althans ontbonden op grond van tekortkomingen van [eisers] in de nakoming. In alle gevallen is de Overeenkomst rechtsgeldig geëindigd zonder enige doorbetalingsverplichting voor [gedaagde 1] B.V..
Ook is [gedaagde 1] B.V. niet schadeplichtig op grond van wanprestatie: zij heeft voldaan aan haar verplichting om op grond van artikel 4.1 haar tandartspraktijk ter beschikking te stellen met inbegrip van de inrichting (in de meest uitgebreide zin) en de overige personele en materiële praktijkvoorzieningen. Het echtpaar [eiser 2] gaat sinds zij de praktijk aan [gedaagde 1] B.V. (voor een riante prijs) hebben verkocht niet meer over het bestuur en management van de praktijk, maar daar hebben zij kennelijk moeite mee. Dat betekent echter niet dat [gedaagde 1] B.V. toerekenbaar tekortschiet. [gedaagde 1] B.V. bestrijdt ook de hoogte van de vordering.
6.4.
De voorzieningenrechter constateert dat partijen elkaar over en weer bittere verwijten maken en dat hun standpunten lijnrecht tegenover elkaar staan. De door [eisers] geuite klachten over de praktijkvoering en met name over het ter beschikking stellen van personeel door [gedaagde 1] B.V., zoals onder meer weergegeven in de e-mail van het echtpaar [eiser 2] van 7 september 2022 (zie 2.8), zijn door [gedaagde 1] B.V. in detail bestreden. De perceptie die het echtpaar [eiser 2] heeft over wat zij mocht verwachten na de verkoop van de praktijk voor € 1.7 mio oogt niet heel realistisch. Uit wat ter zitting naar voren werd gebracht lijkt het erop dat zij meenden dat zij konden blijven bepalen hoe de praktijk na de overname gevoerd zou moeten blijven worden, waarbij zij niet bereid leken mee te gaan in een andere wijze van praktijkvoering meer toegespitst op de huidige tijd. Uiteraard is het de verplichting van [gedaagde 1] B.V. om zodanige voorwaarden te scheppen dat het echtpaar [eiser 2] hun werk als zorgprofessionals kon uitvoeren.
Voorshands is wel aannemelijk dat de Overeenkomst in september 2022 daadwerkelijk is geëindigd, maar of er sprake was van een onregelmatige opzegging en/of schadeplichtigheid als gevolg van wanprestatie door [gedaagde 1] B.V. zou nader onderzoek naar de feiten vergen en daarvoor leent dit kort geding zich niet. Daarnaast hebben Enzojet c.s, tegenover de gemotiveerde betwisting door [gedaagde 1] B.V., niet aannemelijk gemaakt dat zij, bijvoorbeeld vanwege financiële nood, niet de uitkomst van een bodemprocedure zouden kunnen afwachten.
6.5.
Een en ander betekent dat de hoge lat voor toewijzing van een geldvordering in kort geding niet wordt gehaald, zodat deze vordering zal worden afgewezen.
Afspraken maken over lopende activiteiten
6.6.
De onder 2. gevorderde voorziening om binnen 2 dagen nadere schriftelijke afspraken over de lopende activiteiten ten aanzien van patiënten vast te leggen, is gegrond op artikel 11.1 van de Overeenkomst. Daarin is bepaald: “Bij het einde van de overeenkomst staakt OPDRACHTNEMER zijn werkzaamheden in de praktijk en worden nadere afspraken gemaakt, schriftelijk vastgesteld en kenbaar gemaakt over de lopende activiteiten ten aanzien van betrokken patiënten (inzake onder meer dossieroverdracht, behandeling en eventuele klachten).”
6.7.
Het is in het belang van beide partijen, mede gelet op de tuchtrechtelijke verantwoordelijkheid van het echtpaar [eiser 2] voor een goede overdracht van de patiënten, om de in artikel 11 van de Overeenkomst genoemde afspraken te maken. Het is jammer dat partijen daar tot nu toe niet onderling of in mediation uit zijn gekomen en het is te hopen dat dit alsnog spoedig gebeurt. Hoe dit ook zij, de formulering van vordering 2. is te onbepaald om deze te kunnen toewijzen, laat staan om daaraan een termijn van twee dagen en een dwangsom te verbinden. Toewijzing van een dergelijke onbepaalde vordering leidt alleen maar tot executiegeschillen.
Schorsen concurrentiebeding Overeenkomst; brief aan patiënten
6.8.
[eisers] vorderen het beding dat is opgenomen in artikel 11 van de Overeenkomst te schorsen totdat de bodemrechter heeft geoordeeld over de verbindendheid middels een in kracht van gewijsde gegane uitspraak.
6.9.
[eisers] stellen daartoe dat [gedaagde 1] B.V. in redelijkheid niet meer een beroep toekomt op dat beding van artikel 11 in de Overeenkomst, te weten het verbod aan [eisers] om patiënten, indien patiënten dat wensen, van medische zorg te voorzien gelet op de wijze waarop [gedaagde 1] B.V. de belangen van [eisers] in ernstige mate heeft geschonden. [eisers] menen dat, gelet op de bijzondere aard van de rechtsverhouding tussen partijen, die in materieel opzicht gelijk staat aan een arbeidsovereenkomst, reflexwerking toekomt aan artikel 7:653 lid 4 Burgerlijk Wetboek, zodat [gedaagde 1] B.V. aan het beding geen rechten kan ontlenen gelet op de omstandigheid dat het eindigen of niet voortzetten van de opdracht het gevolg is van haar ernstig verwijtbaar handelen of nalaten. Daarnaast menen [eisers] dat het beding in strijd is met de rechten van iedere persoon (patiënt) om in vrijheid te kiezen door welke medische hulpverlener hij/zij behandeld wil worden. Subsidiair menen [eisers] dat het hen in ieder geval op grond artikel 11.1 is toegestaan om 25 patiënten (voor Enzojet) plus 25 patiënten (voor echtpaar [eiser 2] ), dus in totaal 50 patiënten, te bedienen indien deze patiënten hen willen volgen.
6.10.
Voorop staat dat na beëindiging van de Overeenkomst een concurrentie- en relatiebeding als neergelegd in artikel 11 blijft gelden. [eisers] hebben deze afspraak zelf gemaakt en het gaat niet aan dat zij zich nu ineens met een beroep op het recht van de patiënt op vrije artskeuze – een recht dat aan de patiënt toekomt en niet aan [eisers] – daaraan willen onttrekken. Dat er van wanprestatie aan de zijde van [gedaagde 1] B.V. sprake is, kan, zoals hiervoor overwogen, in dit kort geding niet worden vastgesteld. Verder is de voorzieningenrechter het met [gedaagde 1] B.V. eens dat het hier evident gaat om een overeenkomst van opdracht en niet om een arbeidsovereenkomst, zodat er van reflexwerking geen sprake kan zijn. Overigens is de voorzieningenrechter het ook met [gedaagde 1] B.V. eens dat de meest logische uitleg van de uitzondering “Voorgaande verplichtingen en verboden gelden niet voor de eerste 25 patiënten die OPDRACHTNEMER respectievelijk [naam 3] en J.S.M. [eiser 2] - de Jong respectievelijk diens vervanger volgen.” is, dat met “25 patiënten” is bedoeld: 25 (en niet 50) patiënten in totaal voor [eisers] (en eventuele vervanger) gezamenlijk.
6.11.
Dit betekent dat er geen grond is voor schorsing van het beding van artikel 11.1 van de Overeenkomst en dat vordering 3. zal worden afgewezen. Hieruit volgt dat ook vordering 4 niet toewijsbaar is.
6.12.
De slotsom is dat alle vorderingen van [eisers] zullen worden afgewezen. [eisers] zullen daarom in conventie als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [gedaagde 1] B.V. worden begroot op:
- griffierecht € 2.837,00
- salaris advocaat € 1.016,00
_______
Totaal € 3.853,00.
6.13.
[eisers] zullen ook in de nakosten, met wettelijke rente, worden veroordeeld.

7.De beoordeling in de hoofdzaak in reconventie

Nakomen concurrentiebeding Overeenkomst

7.1.
[eisers] hebben tegen de vordering van [gedaagde 1] B.V. tot nakoming van artikel 11.1 van de Overeenkomst aangevoerd dat zij nog geen nieuwe praktijk hebben opgezet en dat zij niet actief patiënten van [gedaagde 1] B.V. gaan benaderen.
7.2.
De voorzieningenrechter kan zich echter voorstellen dat [gedaagde 1] B.V. daar niet gerust op is, gelet op de verklaringen van het echtpaar [eiser 2] , onder meer inhoudende dat zij de zorg voor in ieder geval implantologie-patiënten die nog in behandeling zijn willen voortzetten (e-mail van 27 september 2022). Van belang is daarbij verder dat [eisers] in hun e-mail van 14 oktober 2022 hebben gesteld dat zij elders hun praktijk zullen dienen in te richten en dat op de website www. [webadres] staat dat het echtpaar [eiser 2] moest vertrekken bij [gedaagde 1] B.V. Daarbij wordt wel aangetekend dat het [eisers] op grond van artikel 11.1 van de Overeenkomst is toegestaan om zich elders ter plaatse als tandarts te vestigen of in een andere praktijk werkzaam te zijn. Zij dienen zich daarbij echter wel te houden aan de voorwaarden van artikel 11.1, waaronder het relatiebeding, dat onder meer inhoudt dat het, behoudens schriftelijke toestemming van [gedaagde 1] B.V., tot 1 maart 2023 verboden is patiënten uit de praktijk van [gedaagde 1] B.V. in te schrijven in een praktijk waar [eisers] werkzaam zijn of die patiënten te werven. Er geldt alleen een uitzondering voor 25 patiënten zoals hierboven bedoeld onder 6.10. Tenslotte wijzen [eisers] er terecht op dat hen door [gedaagde 1] B.V. niet kan worden verboden om gebruik te maken van de website www.tandartsottens.nl.
7.3.
Dit alles betekent dat vordering 1) zal worden toegewezen zoals vermeld in de beslissing. [gedaagde 1] B.V. heeft daar ook spoedeisend belang bij.
7.4.
De gevorderde dwangsom zal worden gemaximeerd zoals vermeld in de beslissing. Over dwangsommen wordt, zoals gebruikelijk, geen wettelijke rente toegewezen.
Sleutels en afstandsbediening
7.5.
Tegen de vordering van [gedaagde 1] B.V. (op grond van artikel 11.2 Overeenkomst) tot afgifte van de sleutels van de praktijk en de afstandsbediening van de slagboom heeft [eisers] het volgende aangevoerd. Zij behoeft de sleutels niet af te geven omdat zij zich als verhuurder toegang moet kunnen verschaffen tot het pand. Overigens heeft [gedaagde 1] B.V. alle sloten vervangen, zodat zij alleen al om die reden geen belang heeft bij afgifte door [eisers] van de (oude) sleutels. De afstandsbediening is door [eisers] in de praktijk achtergelaten, zodat [gedaagde 1] B.V. daarover al de beschikking heeft. Dit alles is door [gedaagde 1] B.V. niet afdoende bestreden. Vordering 2) zal daarom worden afgewezen.
Patiëntengegevens en administratie
7.6.
[gedaagde 1] B.V. doelt kennelijk op de zogenaamde Uzi-pas. Daarover hebben [eisers] onweersproken gesteld dat deze op naam staat van [eiser 2] en persoonsgebonden is; [gedaagde 1] B.V. heeft een eigen pas en zo niet, dient zij deze aan te vragen. Gelet hierop zal vordering 3) niet worden toegewezen.
proceskosten
7.7.
Omdat partijen over en weer op verschillende punten in het ongelijk zijn gesteld, zullen de proceskosten worden gecompenseerd.

8.De beoordeling in de tussenkomst

8.1.
[gedaagde 2] vordert [eiser 2] en [eiser 3] hoofdelijk te veroordelen om het concurrentiebeding in de Koopovereenkomst (zie 2.5), na te komen. In de Koopovereenkomst is bepaald dat het beding geldt voor de duur van drie jaar vanaf de Leveringsdatum respectievelijk vanaf de beëindiging van de op de Closing te sluiten Overeenkomst van Opdracht. [eisers] stelt dat dit beding, dat strenger is voor [eisers] dan het concurrentiebeding in de Overeenkomst, geacht moet worden te zijn vervangen door het beding in de Overeenkomst nu dit dateert van latere datum en het in wezen dezelfde partijen betreft (het echtpaar [eiser 2] enerzijds en [naam 1] en [naam 2] anderzijds). Gebleken is dat de vanaf 1 maart 2020 (Closing) geldende overeenkomst van opdracht per 1 maart 2021 is vervangen door de Overeenkomst (zie 2.4). Dit betekent dat het concurrentiebeding uit de Koopovereenkomst ten hoogste gelding zou hebben tot 1 maart 2024, een jaar langer dan dat uit de Overeenkomst waar [gedaagde 1] B.V. zich op beroept. Partijen verschillen van mening over de vraag of het beding uit de Koopovereenkomst is vervangen door dat uit de Overeenkomst of dat beide bedingen naast elkaar bestaan. Voorshands lijkt het standpunt van [eisers] niet onaannemelijk dat er sprake is van een vervanging van het beding uit de Koopovereenkomst door dat uit de Overeenkomst. Deze vordering komt daarom niet voor toewijzing in aanmerking.
8.2.
[gedaagde 2] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van [eisers] worden begroot op € 1.016,00 aan salaris advocaat.

9.De beslissing

De voorzieningenrechter
in de hoofdzaak in conventie
9.1.
weigert de gevraagde voorzieningen,
9.2.
veroordeelt [eisers] hoofdelijk in de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde 1] B.V. tot op heden begroot op € 3.853,00 te vermeerderen met de wettelijke rente over dit bedrag met ingang van veertien dagen na betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
9.3.
veroordeelt [eisers] hoofdelijk in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat betekening van dit vonnis heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van de betekening, en te vermeerderen met de wettelijke rente over deze kosten met ingang van veertien dagen na de betekening van dit vonnis tot aan de voldoening,
9.4.
verklaart deze kostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad,
in de hoofdzaak in reconventie
9.5.
gebiedt [eisers] om het concurrentiebeding als neergelegd in de Overeenkomst onverkort na te komen en na te blijven komen en om concurrerende activiteiten te staken en gestaakt te houden, waarbij de in artikel 11.1 van de Overeenkomst bedoelde uitzondering voor “de eerste 25 patiënten” zo wordt uitgelegd dat het gaat om 25 patiënten voor [eisers] gezamenlijk,
9.6.
veroordeelt [eisers] om aan [gedaagde 1] B.V. een dwangsom te betalen van € 2.500,00 voor iedere dag of gedeelte daarvan dat [eisers] niet aan de in 9.5 uitgesproken hoofdveroordeling voldoet, tot een maximum van € 500.000,00 is bereikt,
9.7.
verklaart dit vonnis in reconventie tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
9.8.
compenseert de proceskosten, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
9.9.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in de tussenkomst
9.10.
weigert de gevraagde voorzieningen,
9.11.
veroordeelt [gedaagde 2] in de proceskosten, aan de zijde van [eisers] tot op heden begroot op € 1.016,00,
9.12.
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.C. Hoogeveen, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M.A.H. Verburgh, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 22 december 2022. [1]

Voetnoten

1.type: MAH