Uitspraak
RECHTBANK Amsterdam
1.De procedure
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 2 november 2022, met de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
Leasing support and property management agreement’ (hierna: de overeenkomst) gesloten voor de duur van vijf jaar, ingaande op 17 mei 2018. In de overeenkomst is – voor zover ven belang – het volgende opgenomen:
hereby expressly accepts the engagement awarded it by the Client[Raiffeisen, rb]
to provide leasing support and property management services with regard to the Residence (the Services)[ [naam pand] , rb]
. The Services consist of the activities included in Appendix 2. (…)
3.TERMINATION
‘The most severe omission - and this has caused and causes many troubles to Raiffeisen - and therefore main reason for this letter is that Wolf has not been able to build up a proper and trustfull relationship to our very important client EUC (Erasmus University College) over the last
3.Het geschil
4.De beoordeling
highly unsatisfying and inadequate’en zij heeft geschreven dat EUC een sterke voorkeur heeft voor een andere beheerder voor [naam pand] . De brieven zijn weliswaar niet met Wolf gedeeld, maar Wolf was wel op de hoogte van de ontevredenheid van Yang. Wolf heeft dat tijdens de mondelinge behandeling bevestigd en niet in geschil is dat Yang tijdens een meeting op 4 juli 2019 naar eigen zeggen ‘bijna is ontploft’, omdat Wolf de klachten van de studenten bagatelliseerde. De conclusie is dat Wolf geen
‘good and proper relation with the EUC’heeft opgebouwd en daarmee niet aan de verplichting heeft gedaan zoals opgenomen in Appendix 2 onder O.
iederetekortkoming in de nakoming van de overeenkomst de bevoegdheid toekomt om de overeenkomst te ontbinden. Uit de tekst van de overeenkomst blijkt niet dat een (grove) tekortkoming aan de zijde van Wolf geleid moet hebben tot de slechte relatie met EUC. De vraag of EUC terecht ontevreden was over de (dienstverlening van) Wolf is dus niet heel relevant. Overigens blijkt uit de stukken bepaald niet dat Wolf geen enkel verwijt valt te maken ten aanzien van de slechte relatie met EUC.
iederetekortkoming Wolf een ‘ingebrekestelling’ had moeten sturen – niet onderbouwd. Zij kan er dan ook niet in worden gevolgd dat op Raiffeisen een algemene waarschuwingsplicht rustte. Overigens geldt dat Wolf in de periode voor 19 februari 2021 al was geïnformeerd over de ontevredenheid van EUC. Wolf heeft immers niet weersproken dat Raiffeisen de klachten van EUC doorlopend per e-mail aan haar heeft gecommuniceerd. Ook heeft Raiffeisen op 13 november 2019 aan Wolf bericht dat zij geen aanspraak maakte op de jaarlijkse bonus vanwege de negatieve enquêteresultaten van de bewoners van [naam pand] . En Wolf was erbij toen Yang, zoals hiervoor gememoreerd, ‘bijna ontplofte’. Dat er volgens EUC geen goede relatie met Wolf was, was dan ook bij Wolf bekend.